Operation Manual
1 Sluiten - Hiermee sluit u het virtuele toetsenbord.
2 Invoermenu - Hiermee opent u het aanraakmenu waarmee u opties kunt
gebruiken zoals Invoertaal.
3 Virtueel toetsenbord
4 Shift en Caps Lock - Hiermee kunt u in hoofdletters schrijven als u in kleine letters
schrijft, of vice versa. Selecteer de toets voordat u een teken invoert. Als u Caps
Lock wilt activeren, selecteert u de toets tweemaal. Een streep onder de toets
geeft aan dat Caps Lock is geactiveerd.
5 Letters
6 Getallen en speciale tekens
7 Accenttekens
8 Spatiebalk
9 Hiermee kunt u de cursor verplaatsen na de invoer van tekens.
10 Backspace
11 Enter - Hiermee kunt u de cursor naar de volgende rij of het volgende
tekstinvoerveld verplaatsen. Extra functies zijn gebaseerd op de huidige
context.
12 Invoermodus - Hiermee kunt u de invoermethode selecteren. Wanneer u op een
item drukt, wordt de huidige invoermethodeweergave gesloten en wordt de
geselecteerde geopend. De beschikbaarheid van invoermodi is afhankelijk van
of de automatische invoermodi in of uit zijn geschakeld.
Tekst invoeren 61
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.