Operation Manual

18
NL
Klimaatklas Omgevingstemperatuur
SN +10…+32°C
N +16…+32°C
ST +18…+38°C
Indien de omgevingstemperatuur onder
de onderste grens valt, kan de
temperatuur binnen het apparaat hoger
zijn dan de voorgeschreven temperatuur.
Indien de omgevingstemperatuur boven
de bovenste grens stijgt, moet de
compressor meer werken, de
automatische ontdooiing wordt
problematisch en de temperatuur binnen
het apparaat en het energieverbruik
stijgen.
Monteert u de afstandhouders in het
tasje van de onderdelen naar de
achterste hoeken van het apparaat.
Maakt u de schroeven los, stelt u de
afstandhouders onder de schroeven, dan
trekt u de schroeven.
Let u erop dat het apparaat waterpas
staat. Dit kunt u met hulp van de twee
regelbare voeten instellen.
Stelt u het apparaat niet naar een zonnige
plaats, plat tegen de kachel of het
fornuis.
Indien u voor het apparaat geen andere
plaats kunt vinden en het toch naast het
fornuis moet worden gesteld, dan let u op
de volgende minimale afstanden:
Indien er in het geval van gas- of
elektrisch fornuis een afstand van 3
cm of minder ter beschikking staat,
dan moet u een 0,5 - 1 cm dikke, niet
brandbare isolatieplaat tussen de
twee apparaten stellen.
In het geval van olie- of kolenkachel
moet de afstand 30 cm zijn, omdat de
warmteafgifte ervan groter is.
Het apparaat werkt ook optimaal als u het
direct naar de muur stelt, zodat het de
muur aanraakt.
Bij de stelling van de koelkast
moet u de minimale afstanden
volgens de afbeelding houden:
A: stelling onder een kast
B: stelling vrij staand