Operation Manual

12
Verf op oliebasis: bevochtig de vlek met
wasbenzine, leg het kledingstuk op een zachte
doek en dep de vlek. Herhaal deze
behandeling enige malen.
Opgedroogde vetvlekken: bevochtig de vlek
met terpentine, leg het kledingstuk op een
zacht oppervlak en dep de vlek met de
vingertoppen en een katoenen doek.
Roest: oxaalzuur opgelost in warm water of
een roestverwijderingsproduct dat koud wordt
gebruikt. Wees voorzichtig met oude
roestvlekken, omdat de cellulosestructuur in
dat geval beschadigd zal zijn en de kans groot
is dat de vlek een gat wordt.
Schimmelvlekken: behandel de vlek met
bleekmiddel; goed uitspoelen (alleen witte en
kleurechte weefsels).
Gras: licht inzepen en de vlek met bleekmiddel
behandelen (alleen witte en kleurechte
weefsels).
Balpeninkt en lijm: bevochtig de vlek met
aceton(*), leg het kledingstuk op een zachte
doek en dep de vlek.
Lippenstift: bevochtig de vlek met aceton
zoals hierboven; vervolgens met brandspiritus
behandelen. Verwijder eventuele
achtergebleven sporen op wit textiel met
bleekmiddel.
Rode wijn: laten inweken in water en
wasmiddel, uitspoelen en behandelen met
azijnzuur of citroenzuur; vervolgens
uitspoelen. Behandel eventuele achtergebleven
sporen met bleekmiddel.
Inkt: bevochtig de stof afhankelijk van het type
inkt eerst met aceton(*) en dan met azijnzuur;
behandel eventuele achtergebleven sporen op
wit textiel met bleekmiddel; daarna grondig
uitspoelen.
Teervlekken: eerst behandelen met
vlekkenverwijderaar, brandspiritus of
wasbenzine, vervolgens inwrijven met
reinigingspasta.
(*) gebruik geen aceton op kunstzijde.
Wasmiddelen en
nabehandelingsmiddelen
Een goed wasresultaat is ook afhankelijk van
de keuze van het wasmiddel en het gebruik
van de juiste hoeveelheden om verspilling te
voorkomen en het milieu te sparen. Ofschoon
zij biologisch afbreekbaar zijn bevatten
wasmiddelen stoffen die - in grote
hoeveelheden - de broze balans van de natuur
kunnen verstoren.
De keuze van het wasmiddel hangt af van het
type stof (fijne was, wol, katoen, enz.), de
kleur, wastemperatuur en de mate van
vervuiling.
Alle in de handel verkrijgbare
machinewasmiddelen kunnen in deze machine
worden gebruikt:
waspoeder voor alle soorten weefsels
waspoeder voor tere weefsels (60°C max)
en wol
vloeibare wasmiddelen, bij voorkeur voor
wasprogramma’s op lage temperatuur (60°C
max) voor alle soorten weefsels, of speciaal
voor alleen wol
De wasmiddelen en eventuele andere toe te
voegen middelen moeten in het juiste vakje
van de wasmiddellade worden gedaan voordat
het wasprogramma kan worden gestart.
Als gebruik wordt gemaakt van geconcentreerd
waspoeder of vloeibaar wasmiddel, dient een
programma zonder voorwas te worden
geselecteerd.
De wasmachine is uitgerust met een
recirculatiesysteem dat een optimaal gebruik
van het geconcentreerde wasmiddel mogelijk
maakt.
Giet vloeibaar wasmiddel in het vakje met het
teken vlak voordat u het programma start.
Wasverzachter of stijfsel moeten in het vakje
met het teken worden gegoten voordat u
het wasprogramma start.
Volg de aanbevelingen van de fabrikant op
voor wat betreft de te gebruiken hoeveelheden
en overschrijd niet het teken “MAX” in de
wasmiddellade.
192996060_NL.qxd 12/02/2008 18.34 Pagina 12