User manual

27
Plaatsen
Zet de machine op een vlakke harde vloer neer.
Zorg ervoor dat de luchtcirculatie rondom de
machine niet wordt belemmerd door tapijten,
vloerbedekking, enz. Zorg er voor dat de machine
geen muren of keukenkasten raakt. Zet de
wasautomaat waterpas met behulp van de
stelvoetjes. De stelvoetjes kunnen te vast zitten
om te worden afgesteld (zelfborgende moer),
maar de machine MOET waterpas staan en
stabiel zijn. Controleer, zo nodig, de afstelling met
een luchtbelwaterpas. Iedere noodzakelijke
aanpassing van de afstelling kan met een sleutel
worden uitgevoerd.
Als u de machine nauwkeurig waterpas zet,
voorkomt u tijdens de werking ervan dat de
machine gaat trillen, lawaai gaat maken of zich
verplaatst. Plaats nooit geen karton, hout of iets
dergelijks onder de machine om oneffenheden in
de vloer te compenseren.
Watertoevoer
Een toevoerslang die is meegeleverd treft u in
de trommel van de machine aan.
Gebruik niet de slang van uw vorige machine, om
aan te sluiten op de waterleiding.
.
1. Open de deur en neem de toevoerslang uit
de trommel.
2.Sluit de slang met de
haakse aansluiting
op de machine aan.
LET OP!
Bevestig de toevoerslang niet naar beneden
gericht. Bevestig de slang altijd onder een
hoek naar links of naar rechts, afhankelijk
van de plaats waar de waterkraan zich
bevindt.
3. Plaats de slang in de juiste positie, door de
ringmoer los te draaien.
Als de slang zich in de juiste positie bevindt,
draai de ringmoer dan weer vast om
lekkages te voorkomen.
4. Sluit de slang aan
op een kraan met 3/4”-
schroefdraad. Gebruik
altijd de bij de machine
geleverde slang. De
toevoerslag mag niet
langer worden
gemaakt. Als de slang
te kort is en u de kraan niet wilt verplaatsen, zult
u een nieuwe, langere slang moeten kopen die
speciaal voor dit doel is gemaakt.
De toevoerslag mag niet langer worden
gemaakt. Als de slang te kort is en u de kraan
niet wilt verplaatsen, zult u een nieuwe, langere
slang moeten kopen die speciaal voor dit doel is
gemaakt.
45°
35°
192996070.qxd 06/12/2007 11.30 Pagina 27