Operation Manual

1
2
Afvoerfilter
Reinig het filter aan de onderkant van het ap-
paraat regelmatig:
1
2
3
4
Watertoevoerfilters
Ga als volgt te werk om het filter te reinigen:
1
PROBLEMEN MET DE WERKING
Uw wasmachine is uitgebreid getest voor-
dat deze de fabriek heeft verlaten. Als u ech-
ter een storing opmerkt, lees dan de onder-
staande tabel voordat u contact opneemt
met de klantenservice.
Problemen Oorzaken
De wasmachine start
niet of vult zich niet met
water:
de stekker zit niet goed in het stopcontact of de elektrische voeding
werkt niet, stroomstoring,
de klep van uw machine en de trommel zijn niet goed gesloten,
het startcommando voor het programma is niet goed geselecteerd,
de watertoevoer is afgesloten, de kraan is dicht,
de watertoevoerfilters zijn vuil,
er verschijnt een rode ring op de watertoevoerslang
1)
.
Er stroomt water in de
machine maar dat loopt
meteen weer weg:
het U-stuk voor de afvoer is te laag gemonteerd (zie de paragraaf In-
stallatie).
De wasmachine spoelt
niet of pompt geen wa-
ter weg:
de afvoerslang is verstopt of gebogen,
het afvoerfilter is verstopt,
de uit-balansdetector is geactiveerd: het wasgoed is ongelijk verdeeld
in de trommel,
het programma 'Pompen' of 'Nachtprogramma' of de optie 'Spoel-
stop' zijn geselecteerd,
de hoogte van het U-stuk voor de afvoer is niet geschikt.
U heeft water rond de
wasmachine aangetrof-
fen:
te veel wasmiddel heeft ervoor gezorgd dat het schuim overstroomde,
het wasmiddel is ongeschikt voor wassen in de machine,
het U-stuk voor de afvoer is niet correct aangesloten,
het afvoerfilter is niet teruggeplaatst,
de watertoevoerslang lekt.
7