Handleiding NORDMANN Stoombadgeneratoren serie AT 3000 D ● Montage Elektrische- en wateraansluitingen ● Werking ● Inbedrijfstelling ● Onderhouds- en systeemmeldingen ● Onderdelen ● Technische gegevens ● ENGINEERING NORDMANN ENGINEERING
Inleiding Met de aankoop van een stoombadgenerator van NORDMANN heeft u gekozen voor een generator die u een veilige, volautomatische werking en weinig onderhoud garandeert. Lees deze handleiding aandachtig door, met name de veiligheidsrichtlijnen en waarschuwingen. In de handleiding worden montage, werking en bediening van de stoomluchtbevochtiger uitgebreid beschreven. Mocht u na het lezen ervan toch nog vragen hebben, neemt u dan contact op met uw leverancier. Inhoud 1. Montage 1.1. Afmetingen..........
Veiligheidsrichtlijnen Wij verzoeken u vóórde montage en inbedrijfstelling deze handleiding nauwkeurig te lezen en op te volgen. Belangrijk! De gebruikershandleiding dient altijd ter beschikking te zijn op de plaats van installatie. Alle werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door personen die met het product vertrouwd zijn en de vereiste kwalificaties hebben.
1. Montage 1.
1.3 Montage van de stoomslang De lengte van de stoomslang moet zo kort mogelijk worden gehouden. Vernauwingen (bijv. door knikken als gevolg van een te nauwe bocht) moeten worden vermeden. Stoomslangen mogen niet doorhangen (condensaatzak). Er moet rekening mee worden gehouden dat door de warmte tijdens bedrijf de stoomslang in de loop der tijd wat korter kan worden. Er moeten lange straalbochten worden toegepast.
2. Wateraansluitingen 2.1 Waterkwaliteit Generatoren van NORDMANN gebruiken normaal leidingwater voor de productie van mineraalvrije stoom. De watergeleidbaarheid moet liggen tussen 125 tot max. 1250 Microsiemens/cm.
3. Elektrische aansluitingen 3.1 Veiligheidsrichtlijnen ! De Elektrische aansluiting en werkzaamheden aan het elektrische regelsysteem van de unit mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegd personeel. Hiervoor is de klant zelf verantwoordelijk. Belangrijk: Voordat met het werk wordt begonnen, moet de unit spanningsloos worden gemaakt! bevochtiger moet worden aangesloten en werken in overeenstemming met de geldende plaatselijke voorschriften.
3.3 Hoofdstroom Afhankelijk van de aansluitgegevens (zie onder technische gegevens) van het betreffende apparaattype kan de doorsnede van de voedingskabel en de minimale afzekering worden bepaald. De elektrische bedrading moet vakkundig op de klemmen van het apparaat worden aangesloten. Wij raden u aan de schroefaansluitingen na enkele dagen nogmaals aan te draaien.
S = max. niveau sensor E – elektrode Hydrodynamische vulbeker S E E Waterafvoer Watertoevoer Figuur 6 Het elektronisch paneel regelt de stoomproductie met behulp van een nieuw, door NORDMANN ontwikkeld principe (patent). Dit nieuwe principe maakt snelle variaties in capaciteit mogelijk. De automatische temperatuurregeling zorgt voor een continue stoomproductie. De kleinste temperatuurafwijkingen in de cabine worden onmiddellijk gecompenseerd. Aanpassing aan de waterkwaliteit vindt automatisch plaats.
Over het algemeen is het voordeliger de stoomcilinder te vervangen dan te reinigen. Wilt u de cilinder toch reinigen dan moet hij eerst worden geleegd ( =1 op serviceniveau) en daarna gedemonteerd. Het afvoerfilter moet worden verwijderd zodat de stoomcilinder met leidingwater (geen chemische reinigingsmiddelen gebruiken!) krachtig kan worden doorgespoeld. 4.
4.7 Weergave op het display Op de duidelijke LED-display met 4 posities kunnen getallen en letters worden afgebeeld. Door de grootte is het scherm ook bij slecht licht goed leesbaar. De werkelijke temperatuur in de cabine wordt altijd weergegeven. Toets T1: Met deze toets wordt de automatische temperatuurgestuurde stoomproductie in- of uitgeschakeld. Bij het inschakelen gaat de rode LED branden, bij het uitschakelen gaat hij uit.
Toets T4: Figuur 8 Hiermee kunnen de volgende selecties worden gemaakt: • wijzigen van de gewenste temperatuur • toegang tot het programmeerniveau • toegang tot het serviceniveau • activeren van de afvoerventilator De brandende LED geeft aan welke selectie werd gemaakt. 1. Wijzigen van de gewenste temperatuur Met toets T6 (SET) kan de gewenste temperatuur tussen 35 en 55 °C worden ingesteld. Bij het verlaten van deze functie wordt de nieuwe waarde automatisch bewaard. 2.
4.8 Onderhouds- en systeemmeldingen De nieuwe microprocessorregeling controleert continu de werking van de AT 3000 D. Eventuele afwijkingen van de bedrijfscondities (U-meldingen) worden op het display weergegeven. Code U1 Onderhoudssignaal De stoomcilinder kan de vereiste stoomcapaciteit niet meer leveren en moet dus worden gereinigd of eventueel vervangen. Om te beoordelen of de stoomcilinder moet worden vervangen moet de binnenkant van de cilinder worden geïnspecteerd.
5. Service en onderhoud 5.1 Reinigen en vervangen van de stoomcilinder ! Voordat met het werk wordt begonnen, moet de spanning (hoofdstroom en stuurstroom) d.m.v. de hoofdschakelaar of de zekeringen worden uitgeschakeld! De levensduur van de stoomcilinder is afhankelijk van verschillende factoren (bedrijfstijd, hardheid van het water). De stoomcilinder moet worden vervangen als de kalkafzetting op de elektroden zodanig is dat de stoomcapaciteit niet meer wordt bereikt.
5.4 Buiten bedrijf stellen van de generator Als de generator voor langere tijd uit bedrijf wordt genomen dan moet de stoomcilinder worden geleegd. ! Voordat met het werk wordt begonnen, moet de spanning (hoofdstroom en stuurstroom) d.m.v. de hoofdschakelaar of de zekeringen worden uitgeschakeld! 5.5 Regelmatig onderhoud ! Regelmatig preventief onderhoud bevordert de goede werking van de generator. Alle werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd door vakkundig personeel.
Functiemogelijkheden SE: S: i: : - -: E: I: : C: SC: r1: r2: r3: End: Controle max.
Deel 2 E E 0: 1: Stoomproductie uitgeschakeld Stoomproductie ingeschakeld I I 0: 1: Inlaatklep gesloten Inlaatklep wordt handmatig geopend 0: 1: Uitlaatklep gesloten Uitlaatklep wordt handmatig geopend 0: 1: Magneetschakelaar uitgeschakeld Magneetschakelaar wordt handmatig ingeschakeld C C SC 0: SC 1: Pomp SC-systeem uitgeschakeld Pomp SC-systeem wordt geactiveerd r1 0: r1 1: Relais voor verlichting is zonder stroom Relais voor verlichting bekrachtigd r2 0: r2 1: Relais voor geurstof is zon
6. Oplossen van storingen 6.1 De generator produceert niet voldoende of geen stoom Vaak wordt de oorzaak van een storing alleen bij de stoomgenerator gezocht. De storing kan echter ook worden veroorzaakt door een fout in de installatie. Voor het opsporen van een fout is kennis van installatietechniek een absolute vereiste (stoombad-, regeltechniek etc.). Houdt u dan ook altijd aan onderstaande volgorde: • observeren • overleggen • handelen.
9. Technische gegevens Type-aanduiding: Type 424 Elektrische aansluiting* Volt 400 V, 50/60 Hz Aantal fasen 434 824 834 1534 2364 3264 4564 1 3 1 3 3 3 3 3 49.4 Opgenomen stroom A 7.5 4.3 15.3 8.8 16.5 25.3 35.1 Type-aanduiding: Type 422 432 822 832 1532 2362 3262 Elektrische aansluiting* Volt 230 V, 50/60 Hz Aantal fasen 1 3 1 3 3 3 3 Opgenomen stroom A 13.0 7.5 26.5 15.3 28.6 43.9 61.
Nordmann Engineering AG Hofackerstrasse 55 CH-4132 Muttenz/Switzerland Tel. +41-61-467 76 66 Fax +41-61-467 76 77 E-mail: info@nordmann-engineering.com Internet: www.nordmann-engineering.