Installation Instructions

Table Of Contents
25
4.3 Selectie van het regelsysteem
De verschillende regelsysteemen
Systeem 1: Ruimtebevochtigingsregeling
Systeem 1 is geschikt voor directe ruimtebevochtiging en airconditi-
oningsysteemen met voornamelijk recirculatielucht. De luchtvoch-
tigheidssensor of bevochtigingsregelaar wordt bij voorkeur in de ruimte
zelf, of in het retourluchtkanaal gemonteerd.
Systeem 2: regeling van de relatieve vochtigheid met begrenzing
van het vochtgehalte in de toegevoerde lucht
Systeem 2 is geschikt voor airconditioningsinstallaties met een groter
buitenluchtaandeel bij een lage temperatuur van de toegevoerde lucht,
bij nabevochtiging, of bij een variabel luchtstroomvolume. Wanneer
de vochtigheid van de toegevoerde lucht de voorgeschreven waarde
overschrijdt, heeft de continubegrenzing prioriteit boven de regeling van
de luchtvochtigheid van de ruimte. De vochtvoeler (A1) wordt bij voorkeur
in het retourkanaal of direct in de ruimte gemonteerd. De vochtvoeler
(A2) t.b.v. de begrenzing van de vochtigheid van de toege-voerde lucht
wordt achter de stoomverdeelpijp in het luchtkanaal aangebracht. Voor
deze vorm van regeling is een modulerende regelaar met een aansluiting
voor een tweede vochtvoeler nodig.
Opgelet! De begrenzing van de vochtigheid van de toegevoerde lucht
is geen vervanging voor de maximaal hygrostaat.
AT4
AT4
A1 luchtvochtigheidssensor
B1 ventilatiebeveiliging
B2 luchthoeveelheidsbeveiliging
B3 maximaalhygrostaat
B4 hygrostaat
PI
I
interne P/PI regelaar
PI
E
externe proportionele regelaar (bijv. PI regelaar)
Y ingangssignaal van A1
A1/A2 luchtvochtigheidssensor
B1 ventilatiebeveiliging
B2 luchthoeveelheidsbeveiliging
B3 maximaalhygrostaat
B4 hygrostaat
PI
I
interne P/PI regelaar
PI
E
externe proportionele regelaar (bijv. PI regelaar)
Y ingangssignaal van A1
Z ingangssignaal van A2