Installation Instructions
Table Of Contents
- 1 Introductie
- 2 Voor uw veiligheid
- 3 Produktoverzicht
- 4 Opmerkingen voor de ontwerper
- 5 Montage en installatie
- 5.1 Belangrijk opmerkingen bij montage en installatie
- 5.2 Installatieoverzicht
- 5.3 Montage van de unit
- 5.4 Stoominstallatie
- 5.4.1 Overzicht stoominstallatie
- 5.4.2 Plaatsen en monteren van de stoomverdeelpijp
- 5.4.3 Montage van de stoomverdelers
- 5.4.4 Plaatsen en monteren van de ventilatorunits FAN4… en Turbo…
- 5.4.5 Montage van de stoomslang en de condensaatslang
- 5.4.6 Veel voorkomende fouten bij het aanleggen van de stoom- en condensaatleiding
- 5.4.7 Controle van de stoominstallatie
- 5.5 Waterinstallatie
- 5.6 Elektrische installatie
- 6 Productspecificaties

36
Voorbeeld
gegeven: φ1= 30 %rv, φ2= 70 %rv
Bevochtigingsafstand B
N
: 1,4 m (0.36 m bji stoomverdeelsysteem MultiPipe)
Opmerking: Als de inbouwsituatie slechts een korte bevochtigingsafstand
toelaat, moet de stoomhoeveelheid per stoomuittrede over twee stoomver-
deelpijpen worden verdeeld, of moet het MultiPipe stoom verdeelsysteem
worden toegepast. Neem in dat geval contact met uw Nordmann leverancier
op.
Minimale vrije ruimtes
Om te voorkomen dat de waterdamp die uit de stoomverdeelpijp komt,
condenseert op de stroomafwaarts gelegen systeemcomponenten, moet
er een minimale afstand tot de stoomverdeelpijp worden aangehouden (is
afhankelijk van de bevochtigingsafstand “B
N
”).
0.5 x B
N
50 mm
na verbreding
0.5 x B
N
1 x B
N
voor bocht
1 x B
N
voor/na vernauwing
voor aftakking










