Installation Instructions
Table Of Contents
- 1 Introductie
- 2 Voor uw veiligheid
- 3 Produktoverzicht
- 4 Opmerkingen voor de ontwerper
- 5 Montage en installatie
- 5.1 Belangrijk opmerkingen bij montage en installatie
- 5.2 Installatieoverzicht
- 5.3 Montage van de unit
- 5.4 Stoominstallatie
- 5.4.1 Overzicht stoominstallatie
- 5.4.2 Plaatsen en monteren van de stoomverdeelpijp
- 5.4.3 Montage van de stoomverdelers
- 5.4.4 Plaatsen en monteren van de ventilatorunits FAN4… en Turbo…
- 5.4.5 Montage van de stoomslang en de condensaatslang
- 5.4.6 Veel voorkomende fouten bij het aanleggen van de stoom- en condensaatleiding
- 5.4.7 Controle van de stoominstallatie
- 5.5 Waterinstallatie
- 5.6 Elektrische installatie
- 6 Productspecificaties

45
Stoomleiding met vaste leiding
Voor stoomleidingen met vaste leiding gelden dezelfde instructies voor
het aanleggen van de leidingen zoals reeds beschreven.
Houd rekening met de volgende aanvullende opmerkingen:
– De minimum inwendige diameter van de stoomleiding (de diameter is
afhankelijk van het type bevochtiger) moet over de gehele lengte van
de leiding worden toegepast.
– Gebruik alleen Cu of roestvrij stalen pijp (min. DIN 1.4301).
– Om condensaatvorming te verminderen (= verlies), moeten de stoom-
leidingen worden geïsoleerd.
– De minimum buigradius voor vaste pijp is 5 x inwendige diameter.
– De aansluiting van de stoomleidingen op de stoomverdeelpijp en de
stoom-luchtbevochtiger vindt plaats door middel van korte stukken
stoomslang, bevestigd met slangklemmen.
– Belangrijk! Er moet rekening worden gehouden met een drukverlies
van ca. 100 Pa per meter lengte of per 90° bocht.
min. 300 mm
min. 300 mm
max. 4 m
Rmin. 5 x D
min. 20 %
–
min. 20 %
+
Ømin. 200 mm










