CFP800 Reeks Installatiehandleiding & Gebruikershandleiding Version V0102
Inhoudsopgave 800 Reeks Brandmeldcentrales .................................... . 1. Inleiding ......................................................................5 1.1 De CFP-800 Reeks Brandmeldcentrales ................................ 5 1.2 Betreffende deze Handleiding ................................................. 6 2. Beschrijving ...............................................................7 2.1 Overzicht ..................................................................7 3.
1 Inleiding 1.1 De CFP-800 Reeks Brandmeldcentrales 6. Werking van de Centrale .........................................38 6.1 Normale Toestand ................................................................ 38 6.2 Brandalarm .......................................................................... 38 6.3 Storingen ............................................................................. 40 7. De CFP-800 Centrale : Functies .............................
2 Beschrijving 1.2 Betreffende deze Handleiding 2.1 Overzicht De bedoeling van deze handleiding is de nodige informatie te verstrekken over de installatie, de indienststelling en het gebruik van de centrale. Informatie over herhaalborden wordt in een aparte handleiding opgenomen. Het is sterk aangewezen dat deze handleiding uitvoerig wordt bestudeerd alvorens over te gaan tot het installeren, het indienststellen of het gebruiken van de Notifier CFP-800 Reeks centrales.
3. Controletoetsen en Indicatoren 3.1 Algemeen Algemene Indicatoren De centrale is uitgerust met LED indicatoren om over de toestand van het systeem in normale werking en bij elke abnormale conditie te informeren. De groene LED duidt een normale werking aan, brandtoestanden worden door rode LEDs aangeduid en alle andere toestanden worden door gele LEDs gesignaleerd. Algemene LEDs informeren over de toestand van het systeem en zijn niet eigen aan een zone.
Algemene Indicatoren 3.3 Controletoetsen vervolg... 3.3.1 Algemeen IN TEST Een unieke gele LED informeert dat het systeem momenteel in test mode is, b.v. de betrokken zones zullen geen brandalarm opwekken indien een detector geactiveerd wordt. De desbetreffende zonale LED(s) licht(en) eveneens op. Bij centrales uitgerust met een sleutelschakelaar, moet de schakelaar eerst worden gebruikt voor het bedienen van de 6 toetsen. Wordt ook gebruikt om een toestand te signaleren in de 'Controle Mode' (zie p.
4 Installatie 3.3.4 Bedieningsfuncties Druk eerst de 'shift'-toets in alvorens de andere drukknop in te drukken. De electronische componenten in de centrale zijn van het CMOS type die door electro-statische ladingen ernstig kunnen beschadigd kunnen worden. Printkaarten moeten héél voorzichtig behandeld worden. Bedieningsfuncties worden verkregen door de Shift toets in te drukken samen met één van de andere druktoetsen. Een meer complete uitleg van de centralefuncties is op p. 39 terug te vinden.
4 Maak de clips los en verwijder de brede ribbon kabel van de display PCB maar ook van beide bevestigingsclips. 5 Verwijder de aardedraad op de basis van de behuizing. 6 Maak de moeren van het scharnier los en verwijder het volledige deurassemblage. 7 Maak de vier schroeven die het chassis bevestigen, los en met behulp van de twee handvatten op dit chassis, verwijder het van de behuizing. 8 Bescherm de elementen en stockeer die. 4.
4.7 Uitbreidingskaarten 4.8 De S6 Sirene Uitbreidingskaart Algemeen De 6-zone sirenekaart vermeerdert de twee bestaande sirenecircuits in de centrale tot 8, namelijk circuits 3 tot 8, en wordt op het moederbord geplaatst. Bijhorende connectoren worden geleverd en geen bijkomende bekabeling is vereist. Identifieer de te plaatsen kaarten (modules).
Om de Uitbreidingskaart te plaatsen 4.9 De ZE4/ZS4 Uitbreidingskaart De ZE4 kaart (module) biedt vier supplementaire zones, de ZS4 kaart biedt vier supplementaire zones en vier sirenecircuits. Beide types modules bevatten twee kaarten, een displayuitbreiding en een zoneuitbreiding. Hun uiterlijk (behalve de LEDs op de 'display'-kaart) en installatie-methode zijn identiek. De display kaart wordt op de processor kaart gekoppeld zoals aangetoond op figuur 4.
Typische Centrale Layouts met Uitbreidings-kaarten 4.10 Uitwendige Bekabeling Algemeen Wanneer supplementaire modules geïnstalleerd werden, en vóór het koppelen van uitwendige circuits, moet eerst de centrale opgestart worden en getest worden om alle eventuele storingen op te klaren. (zie 'In Dienststelling'). Uitwendige circuits moeten volgende parameters nakomen om erzich van te verzekeren dat het systeem de storingen waarneemt en de brandmeldingen weergeeft.
Zone Circuits (vervolg ...) 4.11 De Bedrading van de Sirenecircuits Actieve Eindelijns éénheid Controle van polariteit Rode draad Nota : Indien geen uitbreidingskaarten aanwezig zijn, het maximaal verbruik in alarm is 2A. De uitwendige 3A voedt enkel de uitbreidingskaarten. Zwarte draad Detector sokkel Sirene uitgangen werken volgens het principe van de polariteitsomkering en moeten uitgerust zijn met een 10K eindelijnsweerstand.
5 In Dienststelling 5.1 Inleiding 5.3 De Leer Operatie Eénmaal dat de installatie volledig uitgevoerd werd, kan het CFP800 branddetectiesysteem in dienst gesteld worden alvorens te testen. Om zich ervan te verzekeren dat deze procedure zonder problemen verloopt, moeten de volgende stap-per-stap richtlijnen nageleefd worden. 5.2 Voorafgaande Controle Vóór het aansluiten van eender welke externe circuit, is het sterk aangeraden dat de centrale opgestart wordt om deze te testen.
De Leer schakelaar naar links is de OFF-stand (normaal). Procedure 5.4 Het Opstarten van de Centrale Localiseer de plaats van de "Leer Schakelaar" (of de "Learn Switch") en de CPU Reset rode drukknop op de processorkaart (zie figuur 8). Verwijder de hoofdzekering van het binnenkomende voedingsblok, schakel de hoofdvoeding aan en zet de centrale aan. 1 Plaats de Learn Switch naar rechts op de ON-positie. 2 Druk op de rode CPU Reset knop.
De batterij voltage is door de fabricant reeds ingesteld en hoeft niet aangepast te worden. 5.5 Het aansluiten van de Batterij 5.7 Externe Bedradingen Aansluiten Alvorens de batterij(en) aan te sluiten, moet de ladingsvoltage gecontroleerd worden. 5.7.1 Algemeen Meet de voltage tussen de +ve en -ve batterijklemmen uitgerust met een 10K weerstand en controleer dat de waarde zich bevindt tussen de 27 en 28,8V. (De centrale vertoont een storingstoestand).
Het is van belang dat het circuit eerst effectief gecontroleerd wordt om na te zien dat de bedrading intact is en dat alle elementen aanwezig zijn vóór het overgaan naar de Leer Operatie. Het gevaar bestaat erin dat de centrale via de Leer Operatie de aanwezige fouten en storingen aanvaardt en zo opneemt. Het is aanbevolen, dat bij het aansluiten van elk circuit, het meteen getest wordt en dusdanig de storingscondities op te klaren alvorens het overgaan naar het volgende circuit.
Deze uitgang kan geïsoleerd worden voor het uitvoeren van systeemtesten en dergelijke. Visuele en hoorbare indicaties van deze geïsoleerde functie zijn voorzien. Afstandssignaal (Transmitter) Uitgang Nevenuitgangen (vervolg...) Dit is een overwaakte, voltage polariteitsomkeringsuitgang die gebruikt kan worden voor het melden van een signaal naar een digitale melder of naar eender welk meldingselement op afstand.
5.8 Bijkomende Informatie 4-zone Dip Switch functies Neveningangen Er zijn twee neveningangen (Input 1 en Input 2) die bedieningsfuncties op afstand bieden. De standaard configuratie voor deze ingangsfuncties zijn : De centrale wordt geleverd met de standaard instelling : alle schakelaars (switches) zijn in de OFF (= uit) positie.
Sirene Uitbreidingsnevenvoeding Het verbruik in alarm kan vermeerderd worden van 2A naar 5A door het installeren van een nevenvoeding. De 24V van de nevenvoeding (PSU power supply unit) wordt aangesloten op J16 (batterij aansluitingsblok), klemmen 3 (+ve) en 4 (-ve), voor zover de draadverbinding tussen klemmen 3 en 5 verwijderd werd. De nevenvoeding voedt enkel de ZS4 uitbreidingskaart en brengt het maximal verbruik in alarm van 2A tot 5A.
6 Werking van de Centrale Rappel >> Gebruik de bedieningstoetsen na het naar rechts kwartdraaien van de sleutelschakelaar via de sleutel (indien model zonder beglaazde deur). 6.1 Normale Toestand In de normale werkingsmode, licht de groene VOEDING OK LED op. Het oplichten van om het even welk andere LED en een geactiveerde buzzersignaal meldt een abnormale toestand. Externe circuits zijn continu overwaakt voor alarm- en storingstoestanden.
7 De CFP-800 Centrale : Functies 6.3 Storingen Algemeen 7.1 Algemeen De centrale houdt toezicht op het interne circuit, de componenten, maar ook op de externe circuits voor storingscondities. In het algemeen veroorzaken open zones of kortsluitingen op externe zones het melden van een storing. De centrale heeft twee hoofdfuncties - in toevoeging van het systeemtoezicht - die toelaten om afzonderlijke zones te isoleren of te testen.
7.5 TX Geïsoleerd Functies van de CFP-800 (vervolg ...) Indien het systeem aangesloten is op een brandweerbord of een ander afstandscontrolecenter, is het mogelijk om deze verbinding te isoleren voor het testen van de brandmeldinstallatie (b.v. wekelijkse testen). Aditionele zones kunnen naar wens geselecteerd en geïsoleerd worden. Druk op Reset voor het verlaten van de Controlemode. Om het afstandssignaal uitgang te testen, druk op de Shift toets en druk op Reset.
8 Instelling van de Verbindingen Om een zo flexibel mogelijke centrale te verkrijgen, is deze uitgerust met een aantal 'jumper links' (verbindingen) die, afhankelijk van hun instelling, de centrale in verschillende modes kunnen plaatsen. De standaard instellingen zijn diegene die in het algemeen het meest gebruikt zijn en hoeven niet gewijzigd te worden.
Technische Kenmerken (vervolg...) 9 Technische Gegevens 9.1 Afmetingen en Gewicht van de CFP800 Resetteerbare 4 x 28V nevenuitgangen .. 250mA met zekering Verbruik sirene nevenuitgang .................. 1A (S6 uitbreiding) Complete centrale in werking - zonder batterijen. Verbruik sirene nevencontact .................. 1A (ZS4 uitbreiding) Sirene circuit eindelijns .......................... 10K 0,5W 808 816 832 Breedte (mm) 395 495 595 Hoogte (mm) 410 410 410 Max. circuit kabelweerstand ...
10 Batterijvermogen Berekeningen Algemene kenmerken Model PSU size Optional remote PSU No. of sounder circuits Maximum Maximum alarm internal load battery size 808 3.5A 3A (+ int) 2 to 8 2A (+3A) 7Ah 816 3.5A 3A (+ int) 2 to 16 2A (+3A) 12Ah 832 3.5A 3A (+ int) 2 to 32 2A (+3A) 12Ah Current Total 0.12 0.12 Verbruik in Standby (amps) Standby load in amps Basic 8 zone motherboard No. 1 ZE4 expander board 0.035 ZS4 expander board 0.04 S6 sounder expander 0.
NOTIFIER BENELUX HEAD OFFICE BRANCH OFFICE Avenue de l’Expansion, 16D B-4432, ALLEUR Belgium Tel: +32 42 470 300 Fax: +32 42 470 220 Pompmolenlaan, 43A NL-3447 GK, WOERDEN The Netherlands Tel: +31 348 434 995 Fax: +31 348 434 962