Operation Manual
9
3. AANSLUITING VOOR LUCHTAFVOER
De meegeleverde kunststof uitblaastuit wordt op de
uitblaasopening (op bovenzijde) van de vlakschermkap met de
meegeleverde korte parkers vastgezet. Voor een goede
luchtdichte afsluiting is het gewenst eerst de meegeleverde
schuimplastic strook aan de onderzijde van de tuit te plakken.
Bij de éénmotorige uitvoeringen (D603/ D613/ D606/ D616) dient
de uitblaastuit aan één zijde in de twee uitsparingen te worden
geklemd en aan de andere zijde met de twee korte parkers te
worden gemonteerd. Bij de tweemotorige uitvoeringen (D604/
D614/ D608/ D618) dient de uitblaastuit met vier korte parkers te
worden bevestigd.
Op de éénmotorige uitvoeringen dient op de uitblaastuit een
afvoerkanaal met een minimale inwendige diameter van 125 mm
aangesloten te worden.
Op de tweemotorige uitvoeringen dient op de uitblaastuit een
afvoerkanaal met een minimale inwendige diameter van 150 mm
aangesloten te worden.
Voor een perfecte afdichting is het noodzakelijk de verbinding
tussen afvoerkanaal en uitblaastuit af te dichten met tape of een
slangklem.
10
Attentie:
Door een onjuiste aansluiting van een wasemkap ontstaat er
extra luchtweerstand waardoor de afzuigcapaciteit afneemt en
de geluidsproductie van de wasemkap zal toenemen.
Gebruik gladde kanalen met een inwendige diameter gelijk aan
de uitwendige diameter van de aansluittuit van de wasemkap.
Vermijdt vernauwingen en haakse bochten maar maak gebruik
van afgeronde bochten voor een goede luchtgeleiding.
Het gebruik van flexibele afvoerslang dient tot een minimum te
worden beperkt en uitsluitend toegepast te worden voor het
maken van kleine overbruggingen, bijv. als verbinding tussen
uitblaastuit en afvoerkanaal.
Toepassing van platte kanalen met een te gering netto
doorstromingsoppervlak is ten zeerste af te raden.