Operation Manual
- 34 -
Foto’s maken in de modus voor diafragmavoorkeuze
In deze modus maakt u foto’s waarbij u het diafragma zelf instelt. De camera stelt automatisch de sluitertijd in op
basis van het diafragma.
Een lage diafragmawaarde levert een portretfoto met een wazige achtergrond op. Hoe kleiner de diafragmawaarde,
hoe waziger de achtergrond wordt.
Een hoge diafragmawaarde levert scherpe foto’s waarin zowel objecten die dichtbij staan als objecten in de verte,
zoals landschappen, scherp zijn. Hoe groter de diafragmawaarde, hoe groter het gebied is dat scherp is.
Stel de modusknop in op de modus .
Druk op de knop ENTER.
De opties voor handmatige instelling worden weergegeven.
Druk op de knop of om EXP. te selecteren.
Druk op de knop om het optiemenu weer te geven, druk op of
om Av te selecteren en druk op de knop ENTER.
Druk op de knop ENTER.
Druk op de knop of om de diafragmawaarde in te stellen.
U kunt kiezen uit de volgende instellingen:
F8.0 / F6.8 / F5.6 / F4.8 / F4.0 / F3.4 / F2.9
De diafragmawaarde en de sluitertijd die daarmee overeenstemt
worden weergegeven op het LCD-scherm.
Druk op de knop om het diafragma te verkleinen en druk op de knop om het diafragma te vergroten. Hoe
hoger de F-waarde, hoe kleiner de opening van het diafragma en omgekeerd.
Druk op de knop of om de waarde voor belichtingscompensatie te wijzigen.
Kadreer de foto en druk op de sluiterknop.










