CE Conformiteitverklaring Producten met het CE-keurmerk voldoen aan de EMC-richtlijnen (89/336/EEC) en de richtlijnen voor laag voltage (73/23/EEC) die zijn afgegeven door de Commissie van de Europese Gemeenschap.
HANDELSMERKINFORMATIE Microsoft® en Windows® zijn handelsmerken van Microsoft Corporation die zijn gedeponeerd in de Verenigde Staten. Pentium® is een gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation. Macintosh is een handelsmerk van Apple Computer, Inc. SDTM is een handelsmerk. PhotoSuite, PhotoVista zijn handelsmerken. Andere namen en producten kunnen handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars zijn. NL LEES DIT EERST Lees eerst de belangrijke onderstaande opmerkingen. 1.
VOOR UW VEILIGHEID Waarschuwingen Gebruik de camera niet als deze rook (of een ongebruikelijke geur) afgeeft, als de camera ongebruikelijk warm wordt, een vreemd geluid maakt of ander afwijkend gedrag vertoont. Het gebruik van de camera onder deze omstandigheden kan brand of een elektrische schok veroorzaken. Stop onmiddellijk met het gebruik van de camera, schakel de camera uit, verwijder de batterijen en koppel de voedingsbron los als u een netvoeding gebruikt.
VOOR UW VEILIGHEID Waarschuwingen Probeer nooit om deze camera te wijzigen. Verwijder de behuizing van de camera niet. Dit kan brand of een elektrische schok veroorzaken. Intern onderzoek en reparaties dienen alleen te worden uitgevoerd door een bevoegde onderhoudsdienst. Bedien deze camera nooit terwijl u een voertuig bestuurt. Dit kan een verkeersongeval veroorzaken. Bedek of omhul de camera of de netvoeding niet met een doek of deken.
Inhoudsopgave 7 Inleiding 7 Overzicht 8 De inhoud van het pakket 9 Delen en componenten 9 Voorkant 10 Achterkant 11 Regelpaneel 12 Modusknop 13 LED ’s voor de zoeker 14 Informatie op het LCD-scherm 18 23 Uw 18 19 20 21 22 22 camera voorbereiden De batterijen plaatsen De netvoeding gebruiken Een SD-geheugenkaart installeren Taal instellen De datum en tijd instellen De camerariem bevestigen 31 42 Basisfuncties 47 23 De camera aanzetten 24 Het LCD-scherm gebruiken 25 De optische zoeker gebruiken om e
NL 6 53 Foto ’s/videoclips beveiligen 54 Wissen 54 Foto ’s/videoclips wissen 55 Alle foto ’s/videoclips wissen 56 Een SD-geheugenkaart of intern geheugen form tteren 57 Afdrukinstellingen (DPOF-instellingen) 58 Vastgelegde foto ’s/videoclips overzetten naar uw computer 62 PhotoSuite installeren 63 PhotoVista installeren 64 Lijst 64 70 74 76 80 Uw camera aansluiten op andere apparaten 81 Cameraspecificaties met menu-opties Het opnamemenu (volledige functie) Afspeelmenu Videomenu Instelmen
INLEIDING Overzicht Uw nieuwe digitale camera levert foto’s van hoge kwaliteit met een resolutie van 2560 x 1920 pixels waarbij een CCD-sensor van 5,0 megapixels wordt gebruikt. Via de optische zoeker of het 1,5-inch LTPS TFT-LCDkleurenscherm kunt u foto’s kadreren en in detail bekijken. Een automatische flitssensor controleert de belichtingsomstandigheden en bepaalt of de flitser moet worden gebruikt. Zo weet u zeker dat uw foto’s altijd goed zijn.
De inhoud van het pakket Pak de camera voorzichtig uit en controleer of de doos de volgende onderdelen bevat. Indien een onderdeel ontbreekt, niet overeenstemt of beschadigd is, neemt u direct contact op met onze hotline.
Delen en componenten Voorkant NL 1. Modusknop 2. Microfoon 3. Aan/Uit-knop 4. Zoekervenster 5. Flitser 6. Lens 7. Luidspreker 8. LED voor de zelfontspanner 9. USB-aansluiting 10. DC IN-aansluiting 11. A/V (Audio/Video Out) OUT-aansluiting 12.
Achterkant NL 1. LED 2. Afspeelknop (Opname Afspelen) 3. W / Uitzoomen / Groothoekknop Miniatuurknop 4. T / Inzoomen / teleknop 5. Knop Menu 6. Oog voor riempje 10 7. Regelpaneel 8. Wisknop 9. Klepje over batterijen/SD-kaart 10. Statiefbevestiging 11. LCD-scherm 12.
Regelpaneel NL 1. Pijlknop (Rechts) Pijlknop (Omhoog) 4. Schakelaar voor scènemodus (onder modus Scène) Zelfontspannerknop 2. Pijlknop (Omlaag) Schakelaar lensopening (onder modus Av/M) Schakelaar sluitersnelheid (onder modus Tv/M) Draai de afbeelding 90° naar rechts (onder [ ] modus) 3. Pijlknop (Links) 5.
Modusknop NL 12 Modus Beschrijving 1. [ A ]ʳʳ Automatische modus Selecteer deze modus als u snel foto's wilt maken zonder instellingen aan te brengen. 2. [P] Modus Program In deze modus kunt u de sluitersnelheid en de lensopening automatisch instellen, en andere factoren manueel. 3. [ SCENE ] Scènemodus Selecteer deze modus naargelang van de gelegenheid of situatie. 4.
LED’s voor de zoeker Lampje LED LED LED LED LED LED LED ZelfontspannerLED ------- Status Rood Groen Knipperend rood Knipperend rood Knipperend groen Knipperend groen Groen Knipperend LED voor de zelfontspanner Knipperend rood ---- Omschrijving/activiteit De camera wordt opgestart De camera is opgestart en is gereed Camerafout Geluid Nee Ja Ja De flitser wordt geladen Nee De foto wordt opgeslagen op de geheugenkaart Bezig met USB-communicatie/overdracht De camera is gereed om foto's (of films) te maken
Informatie op het LCD-scherm Opnamemodus: 1.
5. Beeldformaat [ ] 2560X1920 [ ] 2048X1536 [ ] 1280X960 [ ] 640X480 ] Kaartaanduiding 6. [ 7. [ 8. [ 9. Resterende aantal foto’s 13. Indicator voor scherpstelling (geen indicatie voor ] Zelfontspanner-LED autoscherpstelling) Histogramindicator [ ] MACRO [ ] 1M [ ] 3M [ ] ONEINDIG AUTO ] 10. Stroomvoorziening [ ] De batterijen zijn vol [ ] De batterijen zijn halfvol [ ] De batterijen zijn bijna leeg [ ] Voeding 11. Indicator voor Diafragmavoorkeuze 14.
Videomodus: 1. Hoeveelheid zoom 2. [ 3. Stroomvoorziening ] [ 4. Kaartaanduiding ] De batterijen zijn vol [ ] De batterijen zijn halfvol [ ] [ [ De batterijen zijn bijna leeg ] Voeding ] Pictogram voor de videomodus NL Afspeelmodus: (Standaard) 1. [ 2. Vooruit ] 3. [ 4. Nummer huidige foto/totaal aantal foto’s ] Kaartaanduiding DPOF-pictogram 5. [ 6. Stroomvoorziening [ 16 ] De batterijen zijn vol [ ] De batterijen zijn halfvol [ ] [ 7. 8.
Afspeelmodus: (Gedetailleerde informatie) 1. ISO-waarde 2. Sluitersnelheid 3. Datum 4. Beeldformaat 5. Flitsmodus 6. Diafragmavoorkeuze 7. Bestandsnaam NL Afspeelmodus: (Video’s) 1. [ 2. Stroomvoorziening [ ] De batterijen zijn vol [ ] De batterijen zijn halfvol [ ] [ 3.
Uw camera voorbereiden De batterijen plaatsen U kunt 2 AA-batterijen (Ni-MH of CR-V3) gebruiken als voeding voor de camera. Batterijvermogen is handig om foto’s te maken of videoclips op te nemen. NL 1. 2. 3. 4. Zorg ervoor dat de camera is uitgeschakeld. Schuif het klepje over de batterijen/SD-geheugenkaart. Plaats de batterijen in overeenstemming met de polariteittekens (+ of -). Sluit het klepje over de batterijen/SD-geheugenkaart.
De netvoeding gebruiken Er is ook een andere manier om uw camera van energie te voorzien – via een wisselstroomadapter. Een wisselstroomadapter is aanbevolen voor lange periodes van continu gebruik of om foto’s over te dragen naar uw computer. 1. Zorg ervoor dat de camera is uitgeschakeld. 2. Open het klepje over de aansluiting en plaats het ene uiteinde van de voedingskabel in de aansluiting genaamd “DC IN”. 3. Sluit het andere uiteinde aan op een stopcontact.
Een SD-geheugenkaart installeren De camera bevat standaard 14 MB intern geheugen, zodat u foto’s en videoclips in de camera kunt opslaan. U kunt de geheugencapaciteit evenwel ook uitbreiden met de SD-geheugenkaart. Een optionele SD-geheugenkaart biedt verwijderbare, herbruikbare opslagruimte voor foto’s en videoclips. 1. Zorg ervoor dat de camera is uitgeschakeld. 2. Schuif het klepje over de batterijen/SD-geheugenkaart. 3. Plaats de SD-geheugenkaart.
Taal instellen Wanneer u de camera voor het eerst aanzet, moet u een taal kiezen voor weergegeven informatie op het LCD-scherm. Voer de onderstaande stappen uit om de schermtaal in te stellen. 1. Draai de modusknop naar [ ]. 2. Selecteer “LANGUAGE” met de knop / 3. Selecteer de weergegeven taal met de knop en druk op de knop / . en druk op de knop . NL 4. Als u het menu wilt afsluiten, moet u de modusknopinstelling wijzigen.
De datum en tijd instellen Het scherm voor de datum en de tijd wordt weergegeven wanneer: U de camera voor het eerst inschakelt. De camera wordt ingeschakeld als u de batterijen/wisselstroomadapter gedurende een lange periode hebt verwijderd of als u de batterijen hebt vervangen. Wanneer het scherm voor datum- en tijdinstelling verschijnt, voert u de onderstaande stappen uit om de juiste datum en tijd in te stellen.
Basisfuncties De camera aanzetten 1. Druk op de AAN/UIT-knop in de richting van de pijl. De LED-indicator wordt rood en de camera wordt gestart. Met lens open Modus Fotografie Met PC aangesloten PC-modus NL De camera uitzetten Druk opnieuw op de aan-/uitknop om de camera uit te zetten.
Het LCD-scherm gebruiken U gebruikt het LCD-scherm om foto’s te kadreren, om gemaakte foto’s/videoclips te bekijken of om menuinstellingen aan te passen. De moduspictogrammen, tekst en getallen die op het LCD-scherm worden weergegeven, hangen af van de huidige instellingen. 1. Draai de modusknop op de door u gewenste stand (Auto/Program/Scene/ Tv/Av/Manual/Video) en zet de camera aan. 2. Kadreer de foto op het LCD-scherm. 3. Druk op de sluiterknop.
De optische zoeker gebruiken om een foto te maken Uw camera is ook uitgerust met een optische zoeker om beelden samen te stellen. Met behulp van de zoeker kunt u foto’s kadreren en er zo voor zorgen dat het onderwerp scherp is. Als u foto’s neemt met behulp van de optische zoeker, gaan de batterijen langer mee. Wij raden u aan om de zoeker te gebruiken als het batterijvermogen laag is. 1. Draai de modusknop op de door u gewenste stand (Auto/Program/Scene/Tv/ Av/Manual/Video) en zet de camera aan. 2.
Zoominstellingen De lens beweegt wanneer u zoomt. Met behulp van de zoomfunctie kunt u tele- en groothoekopnamen maken. Het onderwerp lijkt dichterbij te komen als u op de teleknop [ T ] drukt, terwijl het onderwerp verder weg lijkt als u op de breedhoekknop [ W ] drukt. 1. Draai de modusknop op de door u gewenste stand (Auto/Program/Scene/ Tv/Av/Manual/Video) en zet de camera aan. 2. Stel uw beeld samen door te drukken op de telefotoknop [ T ] of de groothoekknop [ W ].
De zelfontspanner gebruiken/Intervalfotografie Via deze instelling kunnen foto’s gemaakt worden met de [ ] zelfontspanner en is ook intervalfotografie mogelijk. De [ ] zelfontspannerknop kan voor de opnamemodus ingesteld worden op “Uit” (standaard) en “Zelfontspanner” (5 seconden, 10 seconden, 10+2 seconden of Interval). [5 SEC]: Uw camera maakt automatisch een foto na een vertraging van vijf seconden. [10 SEC]: Uw camera maakt automatisch een foto na een vertraging van tien seconden.
Intervalfotografie gebruiken: 1. Draai de modusknop naar een van de fotografiemodi, behalve de videomodus. 2. Druk op de knop Menu [ ]. 3. Selecteer “INTERVAL” met de knop / en druk op de knop 4. Selecteer “INTERVAL” of “TELLING” met de knop 5. Stel de gewenste instelling in met de knop / . 6. Selecteer “INSTELLEN” met de knop / / en druk op de knop 7. U sluit het menu door op de menuknop [ ] te drukken. 8. Druk op de zelfontspannerknop [ ] om “Intv” te selecteren. 9.
De flitser gebruiken De flitser is zo ontworpen dat deze automatisch wordt geactiveerd wanneer de lichtomstandigheden het gebruik van een flitser vereisen. U kunt een foto maken met een flitsmodus die geschikt is voor de omstandigheden. 1. Draai de modusknop op de door u gewenste stand (Auto/Program/Scene/Tv/ Av/Manual) en zet de camera aan. 2. Druk meerdere malen op de flitserknop [ ] op de achterkant van de camera tot de gewenste flitsmodus wordt weergegeven op het LCD-scherm.
De onderstaande tabel helpt u de juiste flitsmodus te kiezen: Flitsmodus Beschrijving [ ] Automatische flits De flitser flitst automatisch op basis van het omgevingslicht. Selecteer deze modus voor algemene foto’s. [ ] Flits tegen rode ogen De flitser flitst één keer extra voorafgaand aan de hoofdflits. Hierdoor vernauwt de pupil van het menselijk oog zich, waardoor de kans op rode ogen op een foto afneemt. Selecteer deze modus wanneer u foto’s maakt van mensen en dieren bij weinig licht.
Fotomodus Automatische Modus [ ] In de automatische modus [ ] worden de meeste instellingen automatisch aangepast door de camera. Richt de camera eenvoudig op het onderwerp en druk af. 1. Draai de modusknop in de modus [ ] Auto en zet uw camera aan. ]. 2. Druk op de knop Menu [ 3. U kunt instellingen wijzigen door op de knop / drukken en daarna op NL om het submenu te openen. Selecteer de gewenste instellingen met de knop / en druk op de knop .
Modus Scène – Landschap [ ] Wanneer u foto’s maakt in de landschapsmodus [ ], kunt u levendige foto’s van uitgestrekte landschappen maken waarbij de kleur en verzadiging van de foto worden versterkt. 1. Draai de modusknop in de modus [ SCENE ] Scène en zet uw camera aan. 2. Scènemodi worden op het LCD-scherm weergegeven. Druk op de knop om de modus [ ] Landschap te selecteren. ]. 3. Druk op de knop Menu [ 4.
Modus Scène – Portret [ ] Wanneer u foto’s maakt in de portretmodus [ ], kunt u portretten maken waarbij het hoofdonderwerp scherp is en duidelijk afsteekt tegen onduidelijke details op de achtergrond. 1. Draai de modusknop in de modus [ SCENE ] Scène en zet uw camera aan. 2. Scènemodi worden op het LCD-scherm weergegeven. Druk op de knop om de modus [ ] Portret te selecteren. 3. Druk op de knop Menu [ ]. / drukken en daarna op 4. U kunt instellingen wijzigen door op de knop om het submenu te openen.
Modus Scène – Sports [ ] Voor dynamische actie selecteert u de modus Sport [ ], zodat u snelbewegende voorwerpen kunt vastleggen. 1. Draai de modusknop in de modus [ SCENE ] Scène en zet uw camera aan. 2. Scènemodi worden op het LCD-scherm weergegeven. Druk op de knop om de modus [ ] Portret te selecteren. 3. Druk op de knop Menu [ ]. 4. U kunt instellingen wijzigen door op de knop / drukken en daarna op om het submenu te openen.
Modus Scène – Nacht [ ] Wanneer u mensen fotografeert met de nachtmodus [ ], wordt er een natuurlijk evenwicht gecreëerd tussen het hoofdonderwerp en de achtergrond. Mensen tegen een avondlucht of nachtelijke achtergrond worden verlicht door de flits, terwijl de achtergrond wordt vastgelegd met een lage sluitersnelheid om onscherpte te voorkomen en ervoor te zorgen dat beide elementen (de mensen en de achtergrond) correct vastgelegd worden. 1.
Modus Scène – Achtergrondverlichting [ ] Gebruik de modus Achtergrondverlichting [ ] als er licht van achter uw onderwerp komt waardoor er schaduwen ontstaan, of als uw onderwerp in de schaduw staat maar de achtergrond fel verlicht is. 1. Draai de modusknop in de modus [ SCENE ] Scène en zet uw camera aan. 2. Scènemodi worden op het LCD-scherm weergegeven. Druk op de knop om de modus [ ] Achtergrondverlichting te selecteren. 3. Druk op de knop Menu [ ]. / drukken en daarna 4.
Modus Scène – Pannen [ ] Als u de modus Pannen [ ] gebruikt, wordt de scherpstelling zo geregeld dat er snel foto’s kunnen worden gemaakt als de sluiterknop ingedrukt wordt. Gebruik de modus Pannen als u geen enkele foto wilt missen maar niet op voorhand de positie van het onderwerp of de exacte brandpuntafstand kunt bepalen. De brandpuntafstand wordt vooraf ingesteld op de maximale groothoekinstelling. 1. Draai de modusknop in de modus [ SCENE ] Scène en zet uw camera aan. 2.
Handmatige modus [ M ] U kunt foto’s maken door de camera-instellingen manueel aan te passen. De standaard flitsinstelling voor [ M ] Handmatige modus [ ] is flits uit. Bij fotografie met een lange sluitertijd moet u de flitsinstelling instellen op [ ] flits uit. 1. Draai de modusknop in de handmatige modus [ M ] en zet uw camera aan. 2. Druk op de knop Menu [ ]. / drukken en daarna 3. U kunt instellingen wijzigen door op de knop op NL om het submenu te openen.
Videomodus [ ] Via de modus Video [ ] kunt u videoclips opnemen met een resolutie van 320X240 pixels of 160x120 pixels. Spraak kan ook opgenomen worden. De beschikbare videomenu’s zijn Videoformaat, Videokwaliteit en Videokleur. 1. Draai de modusknop in de modus [ ] Video en zet uw camera aan. 2. U start de opname van de videoclip door te drukken op de sluiterknop. De verstreken tijd verschijnt op het LCD-scherm terwijl u een videoclip opneemt. 3.
Programmamodus (Automatische belichting) [ P ] In de modus Programma (automatische belichting) stelt de camera automatisch de sluitertijd en diafragma in op de helderheid van de scène. De beschikbare opnamemenu’s zijn: Beeldformaat, Beeldkwaliteit, Kleur, Verzadiging, Scherpte, Scherpstelling, Overzicht, Histogram, Opnamemodus, EV, Witbalans, ISO, Meting, Zelfontspanner en Interval. 1. Draai de modusknop naar [ P ] Programma. 2. Zet de camera aan. 3. Kadreer de foto. 4. Druk op de sluiterknop.
Het instellingsbereik is als volgt: 8 6 5 4 3.2 2.5 2 1.6 1.3 1 0.8 0.6 0.5 0.4 0.3 1/4 1/5 1/6 1/8 1/10 1/13 1/15 1/20 1/25 1/30 1/40 1/50 1/60 1/80 1/100 1/125 1/160 1/200 1/250 1/320 1/400 1/500 1/640 1/800 1/1000 1/1250 1/1500 4. Kadreer de foto. 5. Druk op de sluiterknop. Modus Diafragmavoorkeuze [ Av ] NL Wanneer u de diafragmamodus instelt, selecteert de camera automatisch een sluitertijd die aansluit op de helderheid.
Fotografie – Speciale effecten selecteren Beeldresolutie en -kwaliteit veranderen De resolutie en de kwaliteit bepalen de afmetingen in pixels, de bestandsgrootte en de compressiefactor van de foto. Deze instellingen hebben een invloed op het aantal foto’s dat opgeslagen kan worden in het geheugen of op een SD-geheugenkaart.
Mogelijk aantal opnames (Stilstaand beeld) De frameteller geeft bij benadering het aantal foto’s aan dat opgeslagen kan worden in het interne geheugen of op de SD-kaart naargelang de instellingen voor de beeldkwaliteit en het fotoformaat.
De belichtingscompensatie aanpassen Uw camera past de belichting voor elke scène automatisch aan. Als het onderwerp echter heel donker of heel helder is, kunt u de automatische belichtingsinstellingen aanpassen om het beeld helderder of donkerder te maken. Dit wordt “EV-compensatie” genoemd. 1. Draai de modusknop naar een van deze modi: [ M ] handmatige modus, [ Av ] diafragmavoorkeuzemodus, [ Tv ] sluitertijdvoorkeuzemodus of [ P ] programmamodus. 2. Zet de camera aan. 3. Druk op de knop Menu [ ]. 4.
De witbalans instellen Het menselijke oog past zich aan veranderingen in lichtsterkte aan, zodat witte objecten nog steeds wit zijn wanneer het licht verandert. Bij camera’s wordt de kleur van het onderwerp beïnvloed door de kleur van het licht eromheen. Deze kleuraanpassing wordt “witbalansaanpassing” genoemd. Met deze instelling kunt u de witbalans instellen wanneer u foto’s neemt met een bepaalde belichting. 1.
Schakelen tussen metingmodi Stel de meetmethode in om de belichting te berekenen. 1. Draai de modusknop naar een van deze modi: [ M ] handmatige modus, [ Av ] diafragmavoorkeuzemodus, [ Tv ] sluitertijdvoorkeuzemodus of [ P ] programmamodus. 2. Zet de camera aan. 3. Druk op de knop Menu [ ]. 4. Selecteer “Metering” met de knop NL 5. Verander de instelling met de knop / en druk op de knop / . en druk nogmaals op de knop om te bevestigen.
Opnieuw afspelen Eén foto opnieuw afspelen In deze modus kunt u foto’s een voor een bekijken. 1. Zet de camera aan. 2. Druk op de afspeelknop [ ]. Het laatst opgenomen beeld wordt op het LCD-scherm weergegeven. 3. Selecteer en bekijk de gemaakte foto’s met de knop / . Druk op de knop om de vorige foto te bekijken. Druk op de knop Druk o de knop Druk op de knop Als u op de knop NL om de volgende foto te bekijken. om de foto met de klok mee weer te geven. om de foto tegen de klok in weer te geven.
Spraakmemo’s opnemen U kunt maximaal 30 seconden geluid opnemen, bijvoorbeeld een memo voor foto’s. 1. Zet de camera aan. 2. Druk op de afspeelknop [ ]. Het laatst opgenomen beeld wordt op het LCD-scherm weergegeven. 3. Selecteer de foto waar u een memo aan wilt toevoegen met de knop / . 4. Druk op de menuknop [ ] en selecteer “SPRAAKMEMO” met de knop 5. Selecteer “RECORD” en druk op / en druk op de knop . . [PROCESSING...] wordt weergegeven o het scherm en het opnemen start. NL 6.
Beelden vergroten Wanneer u foto’s bekijkt, kunt u inzoomen op een deel van de foto. Zo kunt u details nauwkeuriger bekijken. 1. Zet de camera aan. 2. Druk op de afspeelknop [ ]. Het laatst opgenomen beeld wordt op het LCD-scherm weergegeven. 3. Druk op de knop of om de foto te selecteren waarop u wilt inzoomen. 4. Pas de zoomverhouding aan met de teleknop [ T ] of de groothoekknop [ W ]. Als u op de [ T ] teleknop druk, wordt het beeld vergroot.
Miniatuurweergave U kunt vier of negen miniaturen van foto’s tegelijk weergeven op het LCD-scherm, zodat u snel een bepaalde foto kunt zoeken. 1. Zet de camera aan. 2. Druk op de afspeelknop [ ]. Het laatst opgenomen beeld wordt op het LCD-scherm weergegeven. 3. Druk eenmaal op de knop [ ] miniatuuroverzicht. Vier miniaturen worden op het LCD-scherm weergegeven. Als u weer op de miniatuurknop drukt [ ] bij het weergeven van vier miniaturen, worden negen miniaturen weergegeven.
Videoclips bekijken Speel de videoclips af die met de camera zijn opgenomen. Spraak wordt ook afgespeeld. Voer de onderstaande stappen uit om de opgenomen videoclips te bekijken. 1. Zet de camera aan. 2. Druk op de afspeelknop [ ]. 3. Selecteer de videoclip die u wilt bekijken met de knop 4. Druk op de knop / . om te starten. Terwijl u de videoclips afspeelt, geeft het scherm ook de opgenomen tijd aan.
Automatisch afspelen (diapresentatie) In een diapresentatie worden uw foto’s automatisch achter elkaar op volgorde getoond, net als in een echte diapresentatie. Dit is een zeer handige en leuke functie waarmee u gemaakte foto’s kunt bekijken en presentaties kunt geven. 1. Zet de camera aan. 2. Druk op de afspeelknop [ 3. Druk op de menuknop [ / NL ]. ] en selecteer “Diavoorstelling” met de knop en druk op de knop 4. Stel het interval in met de knop . / . 5.
Foto’s/videoclips beveiligen Met deze optie kunt u voorkomen dat opgenomen beelden of videoclips per ongeluk worden gewist. 1. Zet de camera aan. 2. Druk op de afspeelknop [ 3. Druk op de menuknop [ / en druk op de knop ]. ] en selecteer “BESCHERMEN” met de knop . 4. U kunt selecteren of u één afbeelding / video of alle afbeeldingen / videoclips wilt beschermen door op de knop / te drukken en daarna op . NL [1 BESCHERMEN]: Eén afbeelding / videoclip beschermen per keer.
Wissen Foto’s/videoclips wissen U kunt een foto of opgenomen videoclip één voor één wissen door op de knop [ ] te drukken. 1. Zet de camera aan. 2. Druk op de afspeelknop [ ]. Het laatste beeld wordt op het LCD-scherm weergegeven. 3. Zoek en selecteer de ongewenste foto door op de knop / te drukken en druk vervolgens op de knop [ ]. 4. Herhaal deze bewerking zo nodig. NL Als alle foto’s zijn gewist, wordt de aanduiding [ weergegeven.
Alle foto’s/videoclips wissen 1. Zet de camera aan. 2. Druk op de afspeelknop [ 3. Druk op de menuknop [ druk op de knop ]. ] en selecteer “WISSEN” met de knop 4. Selecteer [ALLE FOTO’S IN HET GEHEUGEN] met de knop daarna op / en . / en druk . Als de SD-kaart wordt ingevoerd, worden [ALLE FOTO’S OP DE KAART] weergegeven. 5. De melding “Wilt u alle foto’s uit het geheugen wissen?” verschijnt. Als de SD-kaart wordt ingevoerd, wordt de melding “Wilt u alle foto’s op de kaart wissen?” weergegeven. 6.
Een SD-geheugenkaart of intern geheugen formatteren Met deze optie verwijdert u alle opgenomen foto’s/videoclips of andere gegevens in het interne geheugen van de camera of op een SD-kaart. 1. Zet de camera aan. 2. Druk op de afspeelknop 3. Druk op de menuknop [ druk op de knop . ] en selecteer “WISSEN” met de knop 4. Selecteer [Geheugen formatteren] met de knop NL / en . / en druk daarna op . Als de SD-kaart wordt ingevoerd, wordt [Kaart formatteren] weergegeven. 5.
Afdrukinstellingen (DPOF-instellingen) Met behulp van DPOF (Digital Print Order Format) kunt u afdrukinformatie aan de geheugenkaart toevoegen. Met behulp van DPOF kunt u een foto selecteren die u wilt afdrukken en vervolgens aangeven hoeveel afdrukken of welke foto u wilt. Breng uw SD-geheugenkaart naar een DPOF-drukker of naar een fotolaboratorium waar ze geheugenkaarten aannemen.
Vastgelegde foto’s/videoclips overzetten naar uw computer U kunt gemaakte foto’s/videoclips via e-mail delen met familie en vrienden of ze op het web plaatsen. Voor u dit alles kunt doen, moet u de camera via de USB-kabel aansluiten op uw computer en vervolgens de foto’s/videoclips overzetten.
Stap 1: Het USB-stuurprogramma installeren op een Windows-pc Het USB-stuurprogramma op de bijgeleverde cd-rom is uitsluitend bedoeld voor Windows 98. U hoeft het USB-stuurprogramma niet te installeren op een computer met Windows 2000/Me/XP. 1. Plaats de cd-rom die bij de camera werd geleverd in het cd-rom-station. Het welkomstvenster verschijnt. 2. Klik op “USB-stuurprogramma installeren”. Volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien.
Stap 2: De camera aansluiten op uw computer 1. Sluit het ene uiteinde van de USB-kabel aan op een beschikbare USB-poort in uw computer. 2. Sluit het andere uiteinde van de USB-kabel aan op de USB-aansluiting van de camera. 3. Zet de camera aan. 4. Zoek een nieuw pictogram voor een “Verwisselbare schijf” in het venster “Deze computer”. De vastgelegde foto’s/videoclips zijn opgeslagen in een map op deze “verwisselbare schijf”. (Mac-gebruikers dubbelklikken op het “naamloze” schijfstation op het bureaublad.
Stap 3: Foto’s/videoclips downloaden Wanneer de camera is ingeschakeld en op uw computer is aangesloten, wordt deze beschouwd als een schijfstation, vergelijkbaar met een diskette- of cd-station. U kunt foto’s downloaden (overzetten) door ze van de “verwisselbare schijf” (“naamloze” schijf op een Macintosh) te kopiëren naar de vaste schijf van uw computer. Voor computers met Windows Open de “verwisselbare schijf” door erop te dubbelklikken. Dubbelklik op de map met de vastgelegde foto’s/ videoclips.
PhotoSuite installeren PhotoSuite is een zeer gebruikersvriendelijk beeldbewerkingsprogramma. Met PhotoSuite kunt u uw foto’s gemakkelijk retoucheren, samenvoegen en ordenen. Dit programma bevat allerlei sjablonen, zoals fotolijsten, verjaardagskaarten, kalenders en meer. Zet uw foto’s klaar en verken dit verbazingwekkende programma. Voer de volgende stappen uit om PhotoSuite te installeren 1. Plaats de cd-rom die bij de camera werd geleverd in het cd-rom-station. Het welkomstvenster verschijnt. 2.
PhotoVista installeren PhotoVista is een gemakkelijk te gebruiken programma waarmee u in een handomdraai spectaculaire panoramafoto’s van 3600 maakt. Wanneer u deze panorama’s bekijkt, lijkt het alsof u volledig wordt ondergedompeld in een natuurgetrouwe omgeving. De krachtige engine van PhotoVista voegt foto’s snel en automatisch samen, terwijl zelfs een beginner dankzij de intuïtieve interface binnen enkele minuten uitstekende resultaten krijgt.
Lijst met menu-opties Het opnamemenu (volledige functie) Met deze functie kunt u de omstandigheiden bepalen die u wilt gebruiken voordat u foto’s gaat maken. Navigeer door de opties die u wilt configureren met de knop U kunt op de knop / drukken en daarna op Bevestig de instelling door opnieuw op de knop NL Opnamemenu-items: / . om het submenu te openen. te drukken.
KLEUR Voor het maken van een foto biedt uw camera u vier kleurtypen (Full color/ Levendig/Zwart-wit en Sepia) waar u uit kunt kiezen. Uw foto’s zullen er heel anders uitzien wanneer u andere kleuren kiest. [ [ [ [ Full color ]: Levendig ]: Zwart-wit ]: SEPIA ]: Hiermee wordt de foto in full color genomen. Hiermee wordt de foto in fellere kleuren genomen. Hiermee wordt de foto in zwart-wit genomen. Hiermee wordt de foto in sepiatinten genomen.
SHARPNESS De camera benadrukt hierbij automatisch de randen (Laag/Medium/Hoog) tussen lichte en donkere delen van de foto. Hierdoor lijken de randen van de foto donkerder. [ [ [ LAAG ] MEDIUM ] HOOG ] SCHERPSTELL. U kunt foto’s nemen met de afstand tot het onderwerp ingesteld door automatische scherpstelling, macro, vast op 1 meter, vast op 3 meter of oneindig. NL [Auto]: [ [ [ [ De camera regelt zelf de instellingen, zodat u gemakkelijk foto’s kunt nemen.
HISTOGRAM Hiermee kunt u de helderheid van een foto instellen. [ Uit ]: Het histogram niet afbeelden. [ Aan ]: Het histogram afbeelden. OPNAMEMODUS Hiermee kunt u de opnamemethode instellen. [ Individueel ]: 1 foto wordt per opname gemaakt. [ Multi ]: 16 beelden zijn genomen. Kan worden gebruikt voor het doorlopend fotograferen van bewegende beelden. [ Burst ]: 3 beelden zijn genomen. Kan worden gebruikt voor het doorlopend fotograferen van bewegende beelden.
WITBALANS Zie “De witbalans instellen” in Fotografie – Speciale effecten selecteren. ISO De ISO-waarde bepaalt de lichtgevoeligheid. Hoe hoger de ISO-waarde, hoe lichtgevoeliger de camera is. Wanneer u opnames maakt onder donkere omstandigheden of als u snel bewegende onderwerpen fotografeert, gebruikt u een hoge waarde. Wanneer u foto’s van hoge kwaliteit maakt, is het aan te raden een lage waarde gebruiken.
ZELFONTSPANR Hiermee wordt ingesteld of de zelfontspanner wel of niet doorlopend moet worden gebruikt. Zie het hoofdstuk “De zelfontspanner gebruiken/Intervalfotografie” voor meer informatie. [ Doorgaan uit ]: Doorlopende zelfontspannerfotografie uitschakelen (standaard instelling). Bij elke vorm van zelfontspannerfotografie moet u op de knop [ ] drukken om de functie te activeren. [ Doorgaan aan ]: Doorlopende zelfontspannerfotografie inschakelen.
Afspeelmenu Met deze functie kunt u vastgelegde foto’s/videoclips over te zetten naar een geheugenkaart, om een diapresentatie vanaf de camera weer te geven of om DPOF-instellingen aan te brengen. U kunt één of alle opgeslagen foto’s verwijderen, uw SD-geheugenkaart of het interne geheugen formatteren. Navigeer door de opties die u wilt configureren met de knop de knop / drukken en daarna op de instelling door opnieuw op de knop / . U kunt op om het submenu te openen. Bevestig te drukken.
VERWIJDEREN Zie “Wissen” voor meer informatie. [ Deze foto in ]: De huidige foto of videoclip verwijderen. [ Alle foto’s op de kaart/het geheugen ]: Alle foto’s of videoclips verwijderen van de SD-geheugenkaart of het interne geheugen. [Selecteren ]: De geselecteerde foto of videoclip verwijderen. [ Kaart/geheugen formatteren ]: Alle gegevens van de SD-geheugenkaart of het intern geheugen formatteren. [ Terug ] Het menu Verwijderen afsluiten.
DPOF Zie “Afdrukinstellingen (diapresentatie)” voor meer informatie. BEVEILIGEN Zie “Foto’s/videoclips beveiligen” in Opnieuw afspelen voor meer informatie. KWALITEIT VERANDEREN NL Deze functie comprimeert een foto tot de helft van de grootte of nog minder, en overschrijft de oude foto door een nieuwe gecomprimeerde foto. Als u een reeds opgeslagen foto comprimeert wanneer de geheugen geen opslagruimte meer heeft terwijl u foto’s maakt, komt er geheugen vrij, zodat u meer foto’s kunt nemen.
FORMAAT AANPASSEN Als u het formaat van een reeds opgeslagen foto aanpasst wanneer de geheugen geen opslagruimte meer heeft terwijl u foto’s maakt, komt er geheugen vrij, zodat u meer foto’s kunt nemen. U kunt de volgende foto’s niet verkleinen: Beeldformaat (640 x 480) Foto’s die zijn genomen met een andere camera Beveiligde foto’s Video’s U kunt foto’s ook niet verkleinen als de schrijfbeveiliging van de SD-kaart is ingeschakeld NL SPRAAKMEMO U kunt een spraakmemo opnemen van de opgenomen beelden.
Videomenu Met deze functie kunt u het formaat, de kwaliteit en de kleuren van de video aanpassen terwijl u opnamen maakt. Navigeer door de opties die u wilt configureren met de knop op / . U kunt op de knop om het submenu te openen. Bevestig de instelling door opnieuw op de knop Videomenu-items: Videoformaat, videokwaliteit en videokleur. VIDEOFORMAAT NL Hiermee kunt u de grootte (resolutie) van de foto wijzigen in 320 x 240 pixels of 160 x 120 pixels om een andere foto te maken.
VIDEOKLEUR Hiermee kunt u de kleuren van de foto wijzigen in full color, levendig, zwart-wit of sepia. [ [ [ [ Full color ]: Hiermee wordt de foto in full color genomen. Levendig: Hiermee wordt de foto in fellere kleuren genomen. Zwart-wit ]: Hiermee wordt de foto in zwart-wit genomen. SEPIA ]: Hiermee wordt de foto in sepiatinten genomen.
Instelmenu Met deze functie kunt u de standaard instellingen configureren in aanvulling op afbeeldingsinstellingen. U kunt uw persoonlijke voorkeuren selecteren in deze modus. Navigeer door de opties die u wilt configureren met de knop de knop / drukken en daarna op de instelling door opnieuw op de knop NL Instelmenu-items: / . U kunt op om het submenu te openen. Bevestig te drukken.
TV Hiermee stelt u de video-uitvoer in op basis van het land waarin u uw camera gebruikt. [NTSC]: [PAL]: NTSC-systeem PAL-systeem NL GELUID Instellen of het geluid aan of uit moet staan. [ Aan ]: De geluidsinstelling inschakelen. [ Uit ]: De geluidsinstelling uitschakelen. TAAL Zie “De taal instellen” in Uw camera voorbereiden voor meer informatie.
UITSCHAKELEN Als er geen handeling wordt uitgevoerd voor een bepaalde periode, wordt de camera automatisch uitgeschakeld. Deze functie is nuttig om energie te besparen.
NR. OPNIEW INSTELLEN Hiermee bepaalt u of de nummering van de bestand weer bij één moet beginnen als u foto’s gaat maken. Hiermee wordt een nieuwe map gemaakt. De foto’s worden opgeslagen in de nieuwe map beginnend met nummer 0001. Als u het bestandsnummer vanaf 0 wilt laten beginnen, moet u controleren of er geen foto’s in het interne geheugen of op de SD-geheugenkaart zijn opgeslagen. [ Ja ]: Het bestandnummer wordt opnieuw ingesteld. [ Nee ]: Het bestandnummer wordt niet opnieuw ingesteld.
Uw camera aansluiten op andere apparaten AV-kabel USB-kabel TV Computer SD-geheugenkaart NL PCMCIA-adapter 80 SD-kaartlezer Notebook Printer
Cameraspecificaties Onderdeel Beschrijving Beeldsensor CCD Effectieve pixels 5,0 miljoen Beeldformaat Foto’s: 2560 x 1920; 2048 x 1536; 1280 x 960; 640 x 480 Video's: 320 x 240; 160 x 120 Fotokwaliteit Laag, Normaal, Hoog Opslagmedia 14 MB intern geheugen, SD-geheugenkaart (optioneel) (maximale capaciteit 512 MB) Lens Brandpuntsafstand: 7,2 mm - Tele: 21,6 mm Scherpstelbereik: Macro: 0,1 m - oneindig Normaal: 0,3 m - oneindig F-waarde: Groothoek: F2,6 - F6,3) Tele: F4,5 - F10,9) LCD-scherm 1,
NL Onderdeel Beschrijving Witbalans Automatisch; Handmatig: Daglicht, Bewolkt, Zonsondergang, Gloeilamp, TL Compressie-indelingen JPEG, MPEG 1 Level 1 voor videoclips Standaards JPEG, EXIF 2,2, DPOF, DCF, MPEG 1 Level 1 Interface DC IN-aansluiting, USB-aansluiting, VIDEO OUT-aansluiting (NTSC of PAL) Gebruiksomgeving Gebruik: 0 °C - 40 °C, 15% - 90% vochtigheid Opslag: -20ºC - 60ºC, 10% - 95% vochtigheid Stroomvoorziening 2 x AA Ni-MH batterijen (optioneel), 2 x AA CR-V3 batterijen (optioneel)