Operation Manual
NL
34
Modus Scène – Sports [   ]
Voor dynamische actie selecteert u de modus Sport [   ], zodat u snelbewegende voorwerpen kunt vastleggen.
1. Draai de modusknop in de modus [ SCENE ] Scène en zet uw camera aan.
2. Scènemodi worden op het LCD-scherm weergegeven. Druk op de knop 
om de modus [   ] Portret te selecteren.
3. Druk op de knop Menu [ ].
4. U kunt instellingen wijzigen door op de knop   /   drukken en daarna op
 om het submenu te openen. Selecteer de gewenste instellingen met de
knop   /   en druk op de knop  . U sluit het menu door opnieuw op de
menuknop [   ] te drukken.
De beschikbare opnamemenu’s zijn: Beeldformaat, Beeldkwaliteit, Kleur, Verzadiging, Scherpte,
Scherpstelling, Overzicht, Histogram, Opnamemodus, Meting, Zelfontspanner en Interval.
5. Richt de camera op het onderwerp.
6. Druk op de sluiterknop.
In de sportmodus [   ] kunnen de modi [EV], [Witbalans] en [ISO] niet worden ingesteld.
In de sportsmodus [   ] wordt de flitsmodus standaard ingesteld op [   ] Flitser uit.
De scène-instellingen blijven behouden, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld.
Macrofotografie kan niet worden gebruikt in de Scènemodus.










