Océ Gebruikershandleiding Océ CS193/CS173/CS163 Mapbewerkingen - NL
Océ-Technologies B.V. Copyright © 2007, Océ Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, gekopieerd, bewerkt of overgedragen in welke vorm dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Océ. Océ geeft geen volledigheidsverklaring of garanties met betrekking tot de inhoud van deze handleiding. Océ geeft geen impliciete garantie met betrekking tot de verhandelbaarheid of de geschiktheid voor een bepaald doel.
Inhoud 1 2 Inleiding 1.1 1.1.1 1.1.2 1.2 Over deze handleiding .................................................................................................................... Inhoud ............................................................................................................................................... Productnotatie...................................................................................................................................
3 4 5 Bedieningspaneel/tiptoetsscherm 3.1 3.2 3.2.1 Bedieningspaneel ............................................................................................................................ Tiptoetsscherm ................................................................................................................................ Schermlayout.....................................................................................................................................
7 6.1.2 Startscherm van Document opslaan................................................................................................. 6-4 Openbare/persoonlijke/groepsgebruikersbox................................................................................... 6-4 Systeemgebruikersbox...................................................................................................................... 6-4 6.1.3 6.2 6.2.1 6.2.2 6.2.3 6.2.4 Beschrijving van het scherm Document opslaan................
7.3.3 Afwerking........................................................................................................................................... Sorteren/Groeperen........................................................................................................................... Offset ................................................................................................................................................. Nieten ......................................................
Detailinstellingen – Kopieerbeveil. patroon ..................................................................................... Detailinstellingen – Tekstformaat .................................................................................................... Detailinstellingen – Patroon overschrijven....................................................................................... Detailinstellingen – Achtergrondpatroon .............................................................................
Volg. bestem.................................................................................................................................... 7-42 7.5.12 7.5.13 7.5.14 7.5.15 Opdr. historie ................................................................................................................................... Adres zoeken ................................................................................................................................... Adres zoeken – Zoeken ...................
7.8 7.8.1 7.8.2 7.8.3 7.8.4 7.9 7.10 7.10.1 7.10.2 7.10.3 7.10.4 Bulletin Board gebruikersbox (Systeemgebruikersbox)............................................................ Wat is Bulletin Board gebruikersbox?............................................................................................. Het scherm Bulletin Board gebruikersbox ...................................................................................... Een document van de Bulletin Board gebruikersbox afdrukken...................
7.15.4 8 9 Basis ................................................................................................................................................ Kopieën............................................................................................................................................ Kleur................................................................................................................................................. Printen ........................................
10 9.3.6 Beheerderinstelling gebruikersbox.................................................................................................. De boxbeheerder opgeven.............................................................................................................. Wanneer u zich aanmeldt als boxbeheerder:.................................................................................. Acties die zijn toegestaan voor de boxgebruikersbeheerder .....................................................
11 Bijlage 11.1 11.2 11.2.1 11.2.2 11.2.3 11.3 12 Lijst foutberichten.......................................................................................................................... Tekst invoeren................................................................................................................................ Het toetsenbord vergroten .............................................................................................................. Tekst typen .........................
1 Inleiding
Inleiding 1 1 Inleiding Hartelijk dank voor uw aankoop van deze machine. Deze handleiding beschrijft de bedieningsinstructies, voorzorgsmaatregelen voor een correct gebruik en eenvoudige probleemoplossing van de gebruikersboxfuncties van de CS 193/173/163. Om de functies van dit product optimaal en effectief te gebruiken, is het aanbevolen deze handleiding te raadplegen volgens uw behoeften.
Inleiding 1 1.1 Over deze handleiding Dit document is een handleiding over de gebruikersboxfuncties van de CS 193/173/163. Hieronder wordt de inhoud van deze handleiding beschreven en vindt u de verklaringen met betrekking tot de productnaam. Deze handleiding is bedoeld voor gebruikers met een basiskennis van computers en van deze machine. Voor details over de besturingssystemen Windows en Macintosh of andere softwaretoepassingen, dient u de respectievelijke handleidingen te raadplegen.
Inleiding 1.2 1 Toelichting bij de standaardprocedures m.b.t. de handleiding Hieronder volgt een beschrijving van de symbolen en tekstopmaak die in deze handleiding worden gebruikt. Veiligheidsrichtlijnen 6 GEVAAR Als u de instructies die met dit symbool zijn aangeduid niet volgt, kan dit leiden tot fatale of ernstige verwondingen door elektrische spanning. % Houd rekening met alle gevaren om letsels te voorkomen.
Inleiding 1 Speciale tekstmarkeringen De toets [Stop] De namen van de toetsen op het bedieningspaneel worden geschreven zoals hierboven weergegeven. MACHINE-INSTELLING Displayteksten zijn geschreven zoals hierboven getoond. 2 Opmerking De afbeeldingen van de machine in deze handleiding kunnen verschillen en zijn afhankelijk van de configuratie van de machine. 1.3 Handleidingen Deze machine wordt geleverd met gedrukte handleidingen en PDF-handleidingen op de cd met de handleidingen. 1.3.
2 Overzicht van de gebruikersboxfuncties
Overzicht van de gebruikersboxfuncties 2 2 Overzicht van de gebruikersboxfuncties 2.1 Gebruikersboxfuncties Met de gebruikersboxfuncties kunt u documentgegevens opslaan naar de interne harde schijf van de machine en deze later afdrukken. Documenten die u kunt opslaan, zijn gegevens die zijn gescand om te kopiëren en opgeslagen scangegevens. Om gegevens op te slaan naar een box, maakt u de box en slaat u de gegevens vervolgens op naar de opgegeven box.
Overzicht van de gebruikersboxfuncties 2 Documentgegevens gebruiken Het document dat in de boxen is opgeslagen, kan als volgt worden gebruikt: Gebruikersbox Omschrijving Referentie Openbare/persoonlijke/ groepsgebruikersboxen *1 Opgeslagen documenten kunnen worden afgedrukt of verzonden. Er kunnen meerdere documenten worden geselecteerd voor het afdrukken/verzenden.
Overzicht van de gebruikersboxfuncties 2 Fax Computers FTP-server, enz. E-mail, enz. Afdrukken Extern geheugen Documentgegevens schikken Documenten kunnen worden georganiseerd door de opgeslagen documentnaam te hernoemen, de box waarin ze zijn opgeslagen te wijzigen of ze te dupliceren of te verwijderen. Gebruikersbox Verwijderen Naam bewerken Verplaats.
Overzicht van de gebruikersboxfuncties 2 2.1.2 Instelling voor gebruikersboxfuncties Voordat u de gebruikersboxfuncties gebruikt, moet u de volgende instellingen opgeven. Gebruikersboxregistratie Maak en sla de gebruikersboxen op waar de documenten zullen worden opgeslagen. U kunt de boxen registreren via het tiptoetsscherm van de machine of met de hulp van Web Connection vanaf een computer op het netwerk. U kunt de volgende boxen maken. Openbare/persoonlijke/groepsgebruikersboxen (p.
Overzicht van de gebruikersboxfuncties 2.2 2 Informatie vóór het opslaan van documenten Hieronder wordt de informatie beschreven die u moet onthouden voordat u de gebruikersboxfuncties gebruikt. 2.2.1 Gebruikersauthenticatie U kunt deze machine zo instellen dat een account- of gebruikersnaam en een wachtwoord moeten worden ingevoerd om de machine te kunnen gebruiken. Neem contact op met de beheerder voor een geautoriseerde account- of gebruikersnaam.
Overzicht van de gebruikersboxfuncties 2 ! Detail Met gebruikersauthenticatie worden alleen de boxen weergegeven die toegankelijk zijn voor de gebruiker die is aangemeld. Raadpleeg "Authenticatie en toegankelijke gebruikersboxen" op pagina 2-10 voor meer informatie. Als "Verbied functies bij bevest.
Overzicht van de gebruikersboxfuncties 2.2.2 2 Beperking op de gebruikersboxregistratie Openbare/persoonlijke/groepsgebruikersboxen Er zijn "openbare" gebruikersboxen die kunnen worden gebruikt door meer dan een persoon, "persoonlijk" gebruikersboxen die door slechts één persoon kunnen worden gebruikt en groepsgebruikersboxen die alleen kunnen worden gebruikt door gemachtigde gebruikers in de gebruikersregistratie-instellingen. Hieronder vindt u de beperkingen voor elke box.
Overzicht van de gebruikersboxfuncties 2 2.3 Authenticatie en toegankelijke gebruikersboxen Wanneer de instellingen voor de gebruikersauthenticatie en gebruikersregistratie zijn toegepast, wijzigen de toegankelijke gebruikersboxen en de toegangsmachtigingen zoals hieronder weergegeven. Geeft de instellingen voor de gebruikersauthenticatie en gebruikersregistratie op volgens de gewenste functies. 2.3.
Overzicht van de gebruikersboxfuncties 2.3.3 2 Wanneer alleen de instellingen voor de gebruikersregistratie zijn opgegeven Account A Openbare gebruikersbox Groepsgebruikersbox voor account A Account B Groepsgebruikersbox voor account B Toegankelijk Omschrijving Gebruikers hebben toegang tot alle openbare gebruikersboxen, maar alleen tot de groepsgebruikersboxen voor de account waarbij de gebruiker hoort.
Overzicht van de gebruikersboxfuncties 2 2.3.4 Wanneer de instellingen voor gebruikersauthenticatie en gebruikersregistratie zijn opgegeven en gesynchroniseerd Account A Account B Gebruiker 1 Gebruiker 2 Omdat de accountnaam met de gebruikersnamen wordt gesynchroniseerd, zijn groepsgebruikersboxen voor accounts waarbij de gebruiker niet hoort, niet toegankelijk.
Overzicht van de gebruikersboxfuncties 2.3.5 2 Wanneer de instellingen voor de gebruikersauthenticatie en gebruikersregistratie zijn opgegeven, maar niet gesynchroniseerd Account A Account B Gebruiker 1 Omdat de accountnaam niet met de gebruikersnamen wordt gesynchroniseerd, moeten de accountnaam en het wachtwoord worden ingevoerd bij het aanmelden. Een gebruiker kan bij elke aanmelding een andere accountnaam gebruiker en daarom toegang krijgen tot elke groepsgebruikersbox voor de account.
2 2-14 Overzicht van de gebruikersboxfuncties CS 193/173/163
3 Bedieningspaneel/tiptoetsscherm
Bedieningspaneel/tiptoetsscherm 3 3 Bedieningspaneel/tiptoetsscherm 3.1 Bedieningspaneel Gebruik het bedieningspaneel voor het bedienen van de gebruikersboxfunctie. De volgende toetsen en schakelaars zijn voorzien op het bedieningspaneel. 1 2 3 4 22 5 21 20 19 6 18 17 7 16 8 15 14 No. 13 12 11 10 9 Onderdeelnaam Omschrijving 1 Tiptoetsscherm Toont diverse schermen en meldingen. Vastleggen van de diverse instellingen door rechtstreeks het paneel aan te tippen.
Bedieningspaneel/tiptoetsscherm 3 No. Onderdeelnaam Omschrijving Toets [Voorbeeldkopie] Indrukken om één testkopie af te drukken als controle voordat u een groot aantal exemplaren afdrukt. 10 Toets [Start] Indrukken om het scannen te starten. Wanneer deze machine gereed is om het scannen te starten, licht de indicator op de toets [Start] blauw op. Als de indicator op de toets [Start] oranje oplicht, kan de bewerking niet worden gestart. Indrukken voor het opnieuw starten van een gestopte opdracht.
Bedieningspaneel/tiptoetsscherm 3 3.2 Tiptoetsscherm 3.2.1 Schermlayout 1 No. 5 2 4 3 Onderdeelnaam Omschrijving 1 Berichtenweergavegebied De status van de machine en details over de bewerkingen worden weergegeven. 2 Weergavegebied functies/instellingen Schermtoetsen om functies te selecteren, worden weergegeven. Dit gebied is voorzien voor het opgeven van de instellingen van verschillende functies.
Bedieningspaneel/tiptoetsscherm 3 Pictogrammen op het tiptoetsscherm De status van de machine kan verschijnen in het pictogramweergavegebied. Hieronder vindt u de pictogrammen die op het tiptoetsscherm verschijnen. Pictogram Omschrijving Geeft aan dat gegevens van de machine worden verzonden, ongeacht de huidige functie. Geeft aan dat gegevens op de machine worden ontvangen, ongeacht de huidige functie.
Bedieningspaneel/tiptoetsscherm 3.2.2 3 Weergave en bediening van het linkerpaneel In het linkerpaneel van het tiptoetsscherm kunnen de status en instellingen van de opdracht worden weergegeven met behulp van de toetsen. Hieronder vindt u de toetsen die in het linkerpaneel verschijnen in de gebruikersboxfunctie. 1 2 3 No. Onderdeelnaam Omschrijving 1 [Opdr. lijst] U kunt opdrachten die worden verwerkt en de opdrachthistorie controleren.
Bedieningspaneel/tiptoetsscherm 3 Opdr.lijst – Verwijderen De opdrachten die worden verwerkt, kunnen worden verwijderd uit de lijst om de opdracht te annuleren. Selecteer de opdracht in de opdrachtlijst en druk vervolgens op [Verwijderen]. % Controleer het bericht dat verschijnt en verwijder vervolgens de opdracht. Opdr.lijst – Opdrachtdetails U kunt de opdrachten die worden verwerkt en de opdrachthistorie weergeven via de schermen Opdrachtlijst.
Bedieningspaneel/tiptoetsscherm 3 Huidige opdrachten op de pagina Printen Item Omschrijving Lijstitems Nr.: het identificatienummer van de taak dat wordt toegewezen wanneer de opdracht in wachtrij wordt geplaatst. Gebr. naam: naam van de gebruiker of account die de opdracht in wachtrij heeft geplaatst. Status: Opdrachtstatus (Ontvangen, Wacht afd, Afdrukken, Afdr.stop, Afdr.fout, Opdracht opgeslag.) Documentnaam: bestandsnaam die moet worden afgedrukt. Tijd opgesl.
Bedieningspaneel/tiptoetsscherm 3 Opdr. historie op pagina Printen Item Omschrijving Lijstitems Nr.: het identificatienummer van de taak dat wordt toegewezen wanneer de opdracht in wachtrij wordt geplaatst. Gebruikersnaam: naam van de gebruiker of account die de opdracht in wachtrij heeft geplaatst. Documentnaam: bestandsnaam die moet worden afgedrukt. Tijd opgesl.: tijdstip waarop de opdracht in wachtrij is geplaatst. Doc.: het aantal originelen.
Bedieningspaneel/tiptoetsscherm 3 Opdr. historie op pagina Verzenden Item Omschrijving Lijstitems Nr.: het identificatienummer van de taak dat wordt toegewezen wanneer de opdracht in wachtrij wordt geplaatst. Adrestype: type van de terminal die de gegevens ontvangt (Fax, E-mail, FTP, PC (SMB), WebDAV, TWAIN, overige). Adres: faxnummer, e-mailadres en gebruikersboxnaam van de ontvanger. Tijd opgesl.: tijdstip waarop de opdracht in wachtrij is geplaatst. Doc.: het aantal originele pagina's.
Bedieningspaneel/tiptoetsscherm 3 Opdr. historie op pagina Ontvangen Item Omschrijving Lijstitems Nr.: het identificatienummer van de taak dat wordt toegewezen wanneer de opdracht in wachtrij wordt geplaatst. Gebr. naam: naam van de gebruiker of account die de opdracht in wachtrij heeft geplaatst. Documentnaam: toont de naam van het ontvangen of opgeslagen document. Tijd opgesl.: tijdstip waarop de opdracht in wachtrij is geplaatst. Doc.: het aantal originele pagina's.
Bedieningspaneel/tiptoetsscherm 3 Opdr. historie op pagina Opslaan Item Omschrijving Lijstitems Nr.: het identificatienummer van de taak dat wordt toegewezen wanneer de opdracht in wachtrij wordt geplaatst. Gebr. naam: naam van de gebruiker of account die de opdracht in wachtrij heeft geplaatst. Documentnaam: toont de naam van het opgeslagen document. Tijd opgesl.: tijdstip waarop de opdracht in wachtrij is geplaatst. Doc.: het aantal originelen.
Bedieningspaneel/tiptoetsscherm 3 Instellingen bij het opslaan van documenten 1 Selecteer [Document opslaan] om de informatie weer te geven van de gebruikersbox waar het document moet worden opgeslagen. Wanneer u een document opslaat, selecteert u "Scaninstellingen" of "Origineel instellingen". [Details] verschijnt. 2 Druk op [Detail] om de scaninstellingen en origineelinstellingen weer te geven.
Bedieningspaneel/tiptoetsscherm 3 Detail – Controleer orig. instellingen De origineelinstellingen kunnen worden gecontroleerd. Instellingen bij het gebruik van documenten % Selecteer [Document] om de informatie van de geselecteerde gebruikersbox weer te geven. Detail % Druk op [Document details] in het scherm Document om de geregistreerde tijd/gebruikersnaam/de documentnaam/het aantal pagina's/opdrachtnummer weer te geven.
Bedieningspaneel/tiptoetsscherm 3 Functiecontrole Wanneer [Verzenden] of [Inbinden TX] is geselecteerde op het scherm Document, verschijnt [Functiecontrole]. % Druk op [Functiecontrole] om de volgende instellingen te controleren: – Adres controleren/Registreren – Communicatie-instellingen – E-mailinstelling Functiecontrole – Adres controleren/Registreren Dit scherm toont de lijst van geregistreerde bestemmingen. % Om een bestemming aan een adresboek toe te voegen, drukt u op [Adresregistratie].
Bedieningspaneel/tiptoetsscherm 3 Functiecontrole – E-mailinstellingen De documentnaam, het onderwerp, het Van-adres en de inhoud van het bericht voor het verzenden van e-mailberichten kunnen worden gecontroleerd. Voorbeeld Wanneer Document gebruiken of Document opnieuw ordenen is geselecteerd, kan een voorbeeld van de afbeelding van het opgeslagen document worden weergegeven. Het document kan op volledig formaat worden weergegeven of op een formaat dat 2, 4 of 8 keer groter is dan het normale formaat.
3 3-18 Bedieningspaneel/tiptoetsscherm CS 193/173/163
4 Werkstroom van gebruikersboxen
Werkstroom van gebruikersboxen 4 Werkstroom van gebruikersboxen 4.1 Documenten opslaan in gebruikersboxen 4 1 Druk op de toets [Box]. 2 Druk op [Document opslaan]. 3 Selecteer de gebruikersbox waarin de documenten moeten worden opgeslagen en druk vervolgens op [OK].
Werkstroom van gebruikersboxen 4 Het volgende scherm verschijnt 4 4-4 Geef de documentnaam (p. 6-5), de scaninstellingen (p. 6-6) en de origineelinstellingen (p. 6-17) op. – Druk op [Documentnaam] om de naam van het document te wijzigen. – Druk op [Scaninstellingen] om de scaninstellingen op te geven. – Druk op [Origineel instellingen] om de origineelinstellingen op te geven.
Werkstroom van gebruikersboxen 5 Plaats het origineel. 6 Druk op de toets [Start] of druk op [Start].
Werkstroom van gebruikersboxen 4 4.2 4-6 Documenten in gebruikersboxen afdrukken 1 Druk op de toets [Box]. 2 Druk op [Document]. 3 Selecteer de gewenste gebruikersbox en druk vervolgens op [OK].
Werkstroom van gebruikersboxen 4 4 Selecteer een of meerdere documenten. Eén document geselecteerd Meerdere documenten geselecteerd – – Als er één document is geselecteerd, drukt u op [Printen]. (p. 7-6) Als er meerdere documenten zijn geselecteerd, drukt u op [Combineren]. (p. 7-60) Geef een volgorde op voor de afdruk (combinatievolgorde).
Werkstroom van gebruikersboxen 4 4-8 5 Geef de basis- en toepassingsinstellingen op. (p. 7-6) 6 Druk op de toets [Start] of druk op [Start].
Werkstroom van gebruikersboxen 4.3 4 Documenten in gebruikersboxen verzenden De volgende toelichtingen zijn de stappen voor het verzenden van documenten die in openbare gebruikersboxen zijn opgeslagen. 1 Druk op de toets [Box]. 2 Druk op [Document]. 3 Selecteer de gewenste gebruikersbox en druk vervolgens op [OK].
Werkstroom van gebruikersboxen 4 4 Selecteer een of meerdere documenten. Eén document geselecteerd Meerdere documenten geselecteerd – – Als er één document is geselecteerd, drukt u op [Verzenden]. (p. 7-36) Als er meerdere documenten zijn geselecteerd, drukt u op [Inbinden TX]. (p. 7-62) Geef een volgorde op voor de afdruk (combinatievolgorde).
Werkstroom van gebruikersboxen 5 CS 193/173/163 4 Geef een geadresseerde op. – Selecteren uit het adresboek – Selecteren uit Directe invoer – Selecteren uit Opdr.
Werkstroom van gebruikersboxen 4 6 Geef de bestandstypes, de communicatie-instellingen en de toepassingsinstellingen op. (p.
Werkstroom van gebruikersboxen – 4 Vanaf Opdrachthistorie en Adres zoeken Bestandstype Communicatie-instellingen Toepassing 7 CS 193/173/163 Druk op de toets [Start] of druk op [Start].
Werkstroom van gebruikersboxen 4 4.4 Documenten in het externe geheugen opslaan De volgende toelichtingen zijn de stappen voor het opslaan van documenten in het externe geheugen. 1 Sluit een extern geheugen aan op de machine en druk vervolgens op de toets [Box]. 2 Druk op [Document opslaan]. 3 Druk op het tabblad Systeemgebruikersbox, selecteer [Extern geheugen] en druk vervolgens op [OK]. Het volgende scherm verschijnt.
Werkstroom van gebruikersboxen 4 CS 193/173/163 4 Geef de documentnaam, de scaninstellingen en de origineelinstellingen op. – Druk op [Documentnaam] om de naam van het document te wijzigen. – Druk op [Scaninstellingen] om de scaninstellingen op te geven. – Druk op [Origineel instellingen] om de origineelinstellingen op te geven.
Werkstroom van gebruikersboxen 4 4-16 5 Plaats het origineel. 6 Druk op de toets [Start] of druk op [Start].
Werkstroom van gebruikersboxen 4.5 4 Documenten in het externe geheugen afdrukken De volgende toelichtingen zijn de stappen voor het afdrukken van documenten die in het externe geheugen zijn opgeslagen. 1 Sluit een extern geheugen aan op de machine en druk vervolgens op de toets [Box]. 2 Druk op [Document]. 3 Druk op het tabblad Systeemgebruikersbox, selecteer [Extern geheugen] en druk vervolgens op [OK].
Werkstroom van gebruikersboxen 4 4-18 4 Bestanden selecteren (p. 7-75). 5 Geef de basisinstellingen op. (p. 7-77) 6 Druk op de toets [Start] of druk op [Start].
Werkstroom van gebruikersboxen 4.6 4 Gebruikersboxdocumenten organiseren De volgende toelichtingen zijn de stappen voor het organiseren van documenten die in openbare gebruikersboxen zijn opgeslagen. 1 Sluit een extern geheugen aan op de machine en druk vervolgens op de toets [Box]. 2 Druk op [Document opnieuw ordenen]. 3 Selecteer de gewenste gebruikersbox en druk vervolgens op [OK].
Werkstroom van gebruikersboxen 4 4 Selecteer de documenten en kies een actie. (p. 8-3) 5 Geef de basisinstellingen op. (p. 7-77) 2 Opmerking Raadpleeg "Een document verwijderen" op pagina 8-6 voor de werkwijze voor het verwijderen van documenten. Raadpleeg "Naam bewerken" op pagina 8-6 voor de werkwijze voor het wijzigen van de naam van een opgeslagen document. Raadpleeg "Verplaats" op pagina 8-6 voor de werkwijze voor het verplaatsen van documenten naar een andere gebruikersbox.
Werkstroom van gebruikersboxen 4.7 4 Menustructuren in de gebruikersboxfunctie De functies en instellingen die kunnen worden gebruikt in de gebruikersboxfunctie zijn gestructureerd zoals hieronder weergegeven. 4.7.1 Document opslaan Openbare/persoonlijke/groepsgebruikersboxen Hieronder vindt u de menustructuren die gekoppeld zijn met het opslaan van documenten in openbare, persoonlijke en groepsgebruikersboxen.
Werkstroom van gebruikersboxen 4 Systeem (Systeemgebruikersbox) Hieronder vindt u de menustructuren die gekoppeld zijn aan het opslaan van documenten in de systeemgebruikersbox. Menu eerste niveau Menu tweede niveau Annotatie gebruikersbox Gebruikersbox (p. 6-4) Menu derde niveau Menu vierde niveau Documentnaam (p. 6-4) Scaninstellingen Origineeltype (p. 6-6) Enkelz./Dubbelz. (p. 6-7) Resolutie (p. 6-7) Bestandstype Bestandstype (p. 6-8) Scaninstelling (p. 6-8) Codering (p. 6-9) Densiteit (p.
Werkstroom van gebruikersboxen 4 Menu eerste niveau Menu tweede niveau Extern geheugen Gebruikersbox (p. 6-4) Menu derde niveau Menu vierde niveau Documentnaam (p. 6-5) Scaninstellingen Origineeltype (p. 6-6) Enkelz./Dubbelz. (p. 6-7) Resolutie (p. 6-7) Bestandstype Bestandstype (p. 6-8) Scaninstelling (p. 6-8) Codering (p. 6-9) Densiteit (p. 6-11) Afzonderlijk scannen (p. 6-11) Afb. aanpassen (Aanpassing van kwaliteit) Kleur (p. 6-12) Wissen Kader wissen (p.
Werkstroom van gebruikersboxen 4 4.7.2 Document Openbare/persoonlijke/groepsgebruikersboxen Menu eerste niveau Printen Menu tweede niveau Menu derde niveau Menu vierde niveau Kopieën (p. 7-7) Printen 1-zijdig (p. 7-7) 2-zijdig (p. 7-7) Afwerking Sorteren (p. 7-8) Groeperen (p. 7-8) Offset (p. 7-8) Nieten (p. 7-8) Perforeren (p. 7-8) Midden binden/Half-vouw (p. 7-9) Paginamarge Positie inbindmarge (p. 7-10) Pas waarde aan (p. 7-10) Beeldverschuiving (p.
Werkstroom van gebruikersboxen 4 Menu eerste niveau Menu tweede niveau Menu derde niveau Menu vierde niveau Printen Stempel/Compositie Paginanummer (p. 7-20) Startpaginanr. (p. 7-20) Paginanummertype (p. 7-20) Starthoofdstuknr. (p. 7-20) Vel inv. inst. (p. 7-20) Tekstkleur (p. 7-21) Tekstformaat (p. 7-21) Afdrukpositie (p. 7-21) Stempel (p. 7-22) Stempeltype/Vooringestelde stempels (p. 7-22) Pag. (p. 7-22) Tekstformaat (p. 7-22) Tekstkleur (p. 7-23) Afdrukpositie (p. 7-23) Kopieerbeveil. (p.
Werkstroom van gebruikersboxen 4 Menu eerste niveau Menu tweede niveau Verzenden Opdr. historie (p. 7-43) Menu derde niveau Adres zoeken (p. 7-43) Gedetaill. Zoeken (p. 7-43) Bestandstype (p. 7-46) Bestandstype (p. 7-46) Menu vierde niveau Geavan. zoeken (p. 7-44) Scaninstelling (p. 7-46) Codering (p. 7-47) Coderingsniveau Wachtwoord Documentmachtigingen Detailinstellingen (p. 7-47) Stempelcompositie (p. 7-49) Communicatie-instellingen Lijninstellingen (p. 7-50) Overzee TX (p.
Werkstroom van gebruikersboxen 4 Menu eerste niveau Menu tweede niveau Menu derde niveau Combine Kopieën (p. 7-7) 1-zijdig Afdrukken (p. 7-7) 2-zijdig Afwerking Offset (p. 7-8) Menu vierde niveau Ja/Nee Nieten (p. 7-8) Perforeren (p. 7-8) Paginamarge Positie inbindmarge (p. 7-10) Pas waarde aan (p. 7-10) Beeldverschuiving (p. 7-10) Horizontale verschuiving Verticale verschuiving Achterzijde versch.bewerk. Stempel/Compositie Datum/tijd (p. 7-18) Datumtype Tijdtype Pag.
Werkstroom van gebruikersboxen 4 Menu eerste niveau Menu tweede niveau Menu derde niveau Inbinden TX Adresboek Zoeken (p. 7-37) Directe Invoer E-mail (p. 7-38) PC (SMB) (p. 7-40) Menu vierde niveau Hostnaam Bestandspad Gebruikersnaam Wachtwoord Referentie FTP (p. 7-41) Hostnaam Bestandspad Gebruikersnaam Wachtwoord Gedetailleerde instellingen WebDAV (p. 7-42) Hostnaam Bestandspad Gebruikersnaam Wachtwoord Gedetailleerde instellingen Adres zoeken Zoeken (p. 7-44) Geavanceerd zoeken (p.
Werkstroom van gebruikersboxen 4 Systeemgebruikersbox Menu eerste niveau Menu tweede niveau Menu derde niveau Printen Kopieën (p. 7-66) Menu vierde niveau Bulletin gebruikersbox (p. 7-63) Opvragen TX gebruikersbox (p. 7-64) Beveiligd afdrukken gebruikersbox (p. 7-65) Printen (p. 7-66) 1-zijdig 2-zijdig Afwerking (p. 7-8) Sorteren Groeperen Offset Nieten Perforeren Vel/omslag/hoofdstuk invoegen (p. 7-11) Omslagpagina Vel invoegen Hoofdstukken Stempel/compositie (p.
Werkstroom van gebruikersboxen 4 Menu eerste niveau Menu tweede niveau Menu derde niveau Annotatie gebruikersbox (p. 7-68) Printen Toepassing (p. 7-10) Menu vierde niveau Positie inbindmarge Pas waarde aan Beeldverschuiving Vel/omslag/ hoofdstuk invoegen Omslag (p. 7-12) Vel invoegen (p. 7-14) Hoofdstuk (p. 7-16) Stempel/Compositie Datum/tijd (p. 7-18) Paginanummer (p. 7-20) Stempel (p. 7-22) Kopieerbeveil. (p. 7-24) Stempel herhalen (p. 7-29) Koptekst/voettekst (p.
Werkstroom van gebruikersboxen 4.7.3 4 Bestandsdocument Menu eerste niveau Menu tweede niveau Openbaar/Persoonlijk/ Groep Verwijderen (p. 8-6) Menu derde niveau Menu vierde niveau Naam bewerken (p. 8-6) Verplaats (p. 8-6) Kopie (p. 8-7) Systeemgebruikersbox Documentdetails Voorbeeld (p. 8-8) Bulletin gebruikersbox (p. 8-9) Verwijderen Opvragen TX gebruikersbox (p. 8-9) Verwijderen Beveiligd afdrukken gebr.box (p.
4 4-32 Werkstroom van gebruikersboxen CS 193/173/163
5 De gebruikersboxfunctie openen
De gebruikersboxfunctie openen 5 De gebruikersboxfunctie openen 5.1 De gebruikersboxfunctie openen 5 Het basisscherm verschijnt wanneer de machine na het inschakelen klaar is om te starten met het maken van kopieën. 1 Om de gebruikersboxfunctie te openen, drukt u op de toets [Box] op het bedieningspaneel. Het scherm voor de gebruikersboxfunctie verschijnt. 2 CS 193/173/163 Druk licht op de gewenste toets op het tiptoetsscherm om een menu of functie op het scherm te activeren.
De gebruikersboxfunctie openen 5 5.2 Bedieningsmenu's gebruikersbox In de gebruikersboxfunctie hebt u de keuze tussen de volgende drie menu's. 5.2.1 Document opslaan Originelen die op de glasplaat zijn geplaatst, kunnen worden gescand en opgeslagen in een gebruikersbox. % Geef documentnamen, origineel type en dergelijke op indien dat nodig is wanneer u documenten opslaat. 2 Opmerking Raadpleeg "Document opslaan" op pagina 6-3 voor meer informatie over het opslaan van documenten.
De gebruikersboxfunctie openen 5.2.3 5 Document opnieuw ordenen Documenten die in gebruikersboxen zijn opgeslagen, kunnen worden hernoemd, gebruikersboxen die documenten bevatten, kunnen worden verplaatst of documenten kunnen naar andere gebruikersboxen worden gekopieerd. 2 Opmerking Raadpleeg "Document opnieuw ordenen" op pagina 8-3 voor meer informatie over het ordenen van documenten.
5 5-6 De gebruikersboxfunctie openen CS 193/173/163
6 Document opslaan
Document opslaan 6 Document opslaan 6.1 Overzicht van Document opslaan 6.1.1 Beschikbare bewerkingen in het scherm Document opslaan % 6 Om documenten in de gebruikersboxfunctie op te slaan, geeft u rechtstreeks de gebruikersbox op waar het document moet worden opgeslagen. – Documenten die moeten worden opgeslagen, kunnen op dezelfde manier worden gebruikt als opgeslagen scangegevens.
Document opslaan 6 6.1.2 Startscherm van Document opslaan Openbare/persoonlijke/groepsgebruikersbox Wanneer u het tabblad Openbare/persoonlijke/groepsgebruikersbox selecteert, worden de boxen waarin documenten kunnen worden opgeslagen, weergegeven. % Selecteer een box waarin u documenten wilt opslaan. Systeemgebruikersbox Wanneer u het tabblad Systeemgebruikersbox selecteert, worden de boxen waarin documenten kunnen worden opgeslagen, weergegeven. Selecteer een box waarin u documenten wilt opslaan.
Document opslaan 6.1.3 6 Beschrijving van het scherm Document opslaan In het scherm Document opslaan kunt u de volgende instellingen opgeven. Item Omschrijving [Gebruikersbox] Voor openbare, persoonlijke, groeps- en annotatiegebruikersboxen kunt u de gebruikersbox waarin documenten worden opgeslagen, wijzigen. Om dit te wijzigen, drukt u op [Gebruikersbox] om de gewenste gebruikersbox te selecteren.
Document opslaan 6 6.2 Scaninstellingen Druk in het scherm Document opslaan op [Scaninstellingen] om gedetailleerde instellingen voor het opslaan van documenten op te geven. 6.2.1 Basis – Origineeltype % Selecteer de geschikte instelling uit de volgende instellingen voor de afbeeldingskwaliteit volgens het type document dat wordt gescand. Item Omschrijving Tekst Selecteer deze instelling voor documenten die alleen uit tekst bestaan.
Document opslaan 6.2.2 Basis – Enkelz./Dubbelz. % 6.2.3 Selecteer of u een enkel- of dubbelzijdig document wilt scannen. Item Omschrijving 1-zijdig Selecteer deze instelling om een enkelzijdig document te scannen. 2-zijdig Selecteer deze instelling om een dubbelzijdig document te scannen. Omslag + 2-zijdig Selecteer deze instelling om de eerste pagina van het document als een enkelzijdige omslagpagina te scannen en vervolgens de resterende pagina's als dubbelzijdig te scannen.
Document opslaan 6 Bestandstype U hebt de keuze uit de volgende bestandstypen. Item Omschrijving PDF Selecteer deze instelling om de gegevens in PDF-indeling op te slaan. Compact PDF Selecteer deze instelling om de gegevens meer te comprimeren dan in de PDF-indeling. Dit wordt gebruikt met scangegevens in 4 kleuren. TIFF Selecteer deze instelling om de gegevens in TIFF-indeling op te slaan. JPEG Selecteer deze instelling om de gegevens in JPEG-indeling op te slaan.
Document opslaan 6 Codering % Geef het coderingsniveau op als "PDF" of "Compact PDF" is geselecteerd voor Bestandstype. Item Omschrijving Coderingsniveau Selecteer het coderingsniveau. Wachtwoord Voer het wachtwoord in dat nodig is om gecodeerde gegevens te openen (tot 32 tekens). Voer het wachtwoord opnieuw in als bevestiging. Documentmachtigingen Voer het wachtwoord in dat nodig is om de documentmachtigingen te wijzigen (tot 32 tekens). Voer het wachtwoord opnieuw in als bevestiging.
Document opslaan 6 Als [Laag] is geselecteerd Item Omschrijving Afdrukken toegestaan Selecteer of het afdrukken van gegevens al dan niet moet worden toegestaan. Wanneer u [Hoog] opgeeft voor het coderingsniveau, verschijnt [Lage resolutie]. Kopiëren van tekst, afb. en overig mogelijk Selecteer of het kopiëren van tekst, afbeeldingen en overige inhoud al dan niet wordt toegestaan. % Druk op [Doorst ] om details voor Wijzigen toegestaan op te geven.
Document opslaan 6.2.5 Basis – Densiteit % 6.2.6 6 Pas de densiteit voor het scannen aan. Basis – Afzonderlijk scannen De scanbewerking kan worden opgesplitst in meerdere sessies voor verschillende typen documenten, bijvoorbeeld wanneer niet alle pagina's van een document in de ADF kunnen worden geladen, wanneer u het document op de glasplaat legt of wanneer enkelzijdige documenten zijn gecombineerd met dubbelzijdige documenten. % 6.2.7 Druk op [Afzonderl.
Document opslaan 6 Kleur Selecteer of het document in kleur of in zwart en wit zal worden gescand. Item Omschrijving Auto kleur Selecteer deze instelling om de kleur van het document te detecteren en het te scannen met de overeenkomende instelling. Full Color Selecteer deze instelling om in 4 kleuren te scannen. Grijswaarden Selecteer deze instelling voor documenten met veel halftonen, zoals in zwart-witfoto's.
Document opslaan 6.2.8 6 Wissen Een gebied rond de rand van het document kan worden gewist. Kader wissen % Selecteer deze instelling om het wissen van een kader op te geven. – Om dezelfde breedte aan alle zijden te wissen, drukt u op [Kader] en geeft u een waarde op (bereik: 0,1 tot 50 mm). – Om verschillende breedten op te geven voor boven, links, rechts en onder, drukt u op de knop voor de gewenste locatie en geeft u vervolgens een waarde op.
Document opslaan 6 6.2.9 Boek scannen – Boek kopie % Selecteer de methode voor het scannen van opengespreide pagina's. – Daarnaast kunnen de inbindpositie en het wissen van onnodige delen worden opgegeven. ! Detail Geef het formaat van de opengespreide pagina op als het scanformaat. Boekkopie % Selecteer een gewenste scanmethode. Item Omschrijving Boek open Selecteer deze instelling om een opengespreide pagina te scannen als één pagina.
Document opslaan 6 Boek wissen – Midden wissen Een gebied langs het midden van het document kan worden gewist. % Voer de breedte voor het wissen van het kader in met de cijfertoetsen of met de toetsen [–] en [+] (bereik: 0,1 tot 30 mm). Inbindpositie % CS 193/173/163 Als "Separeren", "Voorblad" of "Voor + Rugblad" is geselecteerd, drukt u op [Inbindpositie] om de inbindpositie te selecteren.
Document opslaan 6 6.2.10 Toepassing – Scanformaat Geeft het papierformaat voor het scannen op. Standaard % Om het formaat van het eerste papier te detecteren wanneer het wordt gescand, drukt u op [Auto]. – Om een vooraf ingesteld papierformaat te scannen (zoals 8-1/2 e 11 (A4) of 7-1/4 e 10-1/2 (B5)), selecteert u het geschikte papierformaat. Aangepast formaat % Voer de afmetingen in van een aangepast formaat dat niet beschikbaar is als vooraf ingesteld formaat.
Document opslaan 6.3 6 Origineel instellingen % Geef het type document op dat moet worden geladen, zoals wanneer het gemengde paginaformaten bevat of in zigzag is gevouwen. ! Detail [Origineel instellingen] kunnen samen worden gebruikt. Speciaal origineel U kunt de instellingen voor de volgende items definiëren. Item Omschrijving Gemengd orig. Selecteer deze instelling wanneer tegelijkertijd documenten van verschillende formaten in de ADF worden geplaatst.
Document opslaan 6 Richtinginstellingen – Inbindpositie % Selecteer de inbindposities, bijvoorbeeld wanneer gaten in het document worden geperforeerd of als het document wordt geniet. – Hiermee wordt het scannen van dubbelzijdige documenten aangepast zodat de inbindpositie niet wordt omgekeerd. Item Omschrijving Auto De binding bevindt zich langs de lange zijde als de pagina 297 mm of minder hoog is, of aan de korte zijde als de pagina hoger dan 297 mm is.
7 Document
Document 7 7 Document 7.1 Overzicht van het scherm Document 7.1.1 Beschikbare bewerkingen in het scherm Document Printen Documenten die via de functie Kopie, Fax/Scan, Afdrukken of Fax RX in gebruikersboxen zijn opgeslagen, kunnen worden afgedrukt. Afwerkingsinstellingen, zoals het aantal kopieën en dubbelzijdig afdrukken, kunnen worden toegevoegd wanneer het document wordt afgedrukt. "Inbinden" kan ook worden opgegeven om meerdere documenten tegelijk te selecteren en af te drukken.
Document 7 Systeemgebruikersbox 1 Selecteer de lijsten op het tabblad Systeem om de beschikbare systeemboxen weer te geven. 2 Selecteer een box die u wilt gebruiken. – – Wanneer u [Bulletin gebruikersbox] selecteert, moet u een andere box selecteren. Wanneer u [Beveiligd afdrukken gebruikersbox] selecteert, voert u de ID en het wachtwoord in voor een document dat met beveiligd afdrukken is afgedrukt. Wanneer u [Annotatie gebruikersbox] selecteert, moet u een andere box selecteren. – 7.1.
Document 7 No. Onderdeelnaam Omschrijving [Reset] Voert een reset uit van alle documenten in de gebruikersbox. 10 [Lijstweergave]/ [Afbeeld. weergave] Schakelt tussen de weergaveformaten van het opgeslagen document. [Afbeeld. weergave]: toont een miniatuurweergave van de eerste pagina, het paginanummer en de documentnaam. [Lijstweergave]: toont de opgeslagen tijd, de gebruikersnaam en de documentnaam. Wanneer u op de titel van [Tijd opgesl.
Document 7 7.2 Printen 7.2.1 Overzicht van afdruk De volgende functies kunnen worden toegevoegd in Afdrukken. Item Omschrijving Kopieën Bepaalt het aantal exemplaren dat moet worden afgedrukt. Printen Bepaalt of 1-zijdige of 2-zijdige kopieën moeten worden afgedrukt. Afwerking Definieert sorteren/groeperen, nieten en perforeren. Paginamarge Voegt een inbindmarge toe aan de linkerkant, de rechterkant of de bovenkant van de afgedrukte pagina's.
Document 7.3 7.3.1 7 Printen – Basis (Openbare/Persoonlijke/Groepsgebruikersbox) Kopieën % Geef met behulp van de cijfertoetsen het aantal gewenste kopieën op. – Het aantal exemplaren kan worden ingesteld tussen 1 en 999. ! Detail Om het aantal exemplaren opnieuw in te stellen op "1", drukt u op de toets [C]. 7.3.2 1-zijdig/2-zijdig % CS 193/173/163 Selecteer of er 1-zijdige of 2-zijdige kopieën van het document moeten worden afgedrukt.
Document 7 7.3.3 Afwerking ! Detail De toevoermethode wanneer een afwerkingseenheid is geïnstalleerd, kan worden gewijzigd via de Beheerderinstelling. Raadpleeg Handleiding – Kopieerbewerkingen voor details over de offset-functie. Sorteren/Groeperen % Selecteer "Sorteren" om het document volgens kopieën uit te voeren. – Selecteer "Groeperen" om het document volgens pagina's uit te voeren. Offset % Definieert de verschuiving om kopieën of pagina's van het document te scheiden.
Document 7 Perforeren – Positie % Geef de perforeerpositie op. Midden nieten/Half-vouw Wanneer [Midden binden/vouwen] wordt weergegeven door de geïnstalleerde afwerkingseenheid, kunnen de volgende items worden opgegeven. Item Omschrijving Midden nieten Selecteer deze optie om kopieën om twee plaatsen in het midden te nieten en vouw vervolgens de kopieën in twee voordat u ze uitvoert. Half-vouw Selecteer deze optie om kopieën in twee te vouwen voordat ze worden uitgevoerd.
Document 7 7.4 7.4.1 Printen – Toepassing (Openbare/Persoonlijke/Groepsgebruikersbox) Paginamarge U kunt een inbindmarge toevoegen aan de linkerkant, de rechterkant of de bovenkant van de afgedrukte pagina's. Positie inbindmarge % Selecteer de locatie waar de inbindmarge moet worden toegevoegd. – Als [Auto] is geselecteerd, wordt een inbindmarge langs de lange zijde van het papier geselecteerd als de documentlengte 297mm of minder is.
Document 7 Beeldverschuiving – Achterzijde versch.bewerk. % Om het document dubbelzijdig af te drukken met een paginamarge, drukt u op [Achterzijde versch. bewerk] om de verschuiving op de achterzijde van de pagina's op te geven. – De afbeelding kan tussen 0,1 en 250 mm naar links, rechts, omhoog of omlaag worden verschoven, afhankelijk van de positie van de inbindmarge. ! Detail De breedte van de inbindmarge kan in stappen van 0,1 mm worden opgegeven. Druk op [Geen versch.
Document 7 7.4.3 Vel/voorblad/hoofdstuk invoegen – Omslag Wat is een omslag? De documenten kunnen worden afgedrukt met omslagen voor en achter. U kunt de instellingen voor de volgende items definiëren. Item Omschrijving Voorblad Achterblad Geen Selecteer deze optie om geen voorblad toe te voegen. Voorblad (kopie) Selecteer deze optie om de eerste pagina van het document af te drukken op het voorblad.
Document 7 Omslaginstelling Details voor het voor- en achterblad kunnen worden opgegeven. Voorblad – Papier % Wanneer u [Voorblad] selecteert en vervolgens [Voorblad (kopie)] of [Voorb.(blanco)] selecteert, moet u een papierlade selecteren. Achterblad – Papier % CS 193/173/163 Wanneer u [Achterblad] selecteert en vervolgens [Achterblad (kopie)] of [Achterbl.(blanco)] selecteert, moet u een papierlade selecteren.
Document 7 7.4.4 Vel/voorblad/hoofdstuk invoegen – Vel invoegen Wat is een invoegvel? De documenten kunnen worden afgedrukt met ander papier, zoals gekleurd papier, dat wordt ingevoegd voor de opgegeven pagina's. Er zijn twee instellingen, [Kopie] en [Blanco] waarmee u kunt selecteren of de ingevoegde pagina's moeten worden afgedrukt. Wanneer de instellingen worden gecombineerd met enkelzijdig of dubbelzijdig afdrukken, wordt het document afgedrukt zoals hieronder beschreven.
Document 7 Opgegeven pagina/sorteren De pagina om papier in te voegen, kan worden opgegeven. 1 Druk op een paginaknop en gebruik vervolgens de cijfertoetsen om het gewenste paginanummer te typen. 2 Om de ingevoerde paginanummers te sorteren, drukt u op [Sorteren]. Pap.invoegen % Selecteer de lade waarin u papier wilt laden. Inv. type % CS 193/173/163 Geef Kopie/Blanco op voor het papier dat moet worden ingevoegd.
Document 7 7.4.5 Vel/omslag/hoofdstuk invoegen – Hoofdstuk Wat is Hoofdstuk? De instellingen kunnen worden opgegeven voor de functie wanneer dubbelzijdige pagina's worden afgedrukt. U kunt het papier opgeven, zoals hoofdstuktitelpagina's, dat op de voorzijde van het papier moet worden afgedrukt. ! Detail Het papier kan worden ingevoegd op maximaal 30 locaties binnen een document van maximum 999 pagina's.
Document 7 Hoofdstukpapier 7.4.6 1 Om een pagina op hoofdstukpapier af te drukken, selecteert u [Kopie invoegen]. 2 Selecteer een lade voor het hoofdstukpapier. Stempel/compositie U kunt de volgende functies definiëren. Item Omschrijving Datum/Tijd Drukt de afdrukdatum en -tijd af op de pagina's. Paginanummer Drukt de paginanummers op alle pagina's van het document af. Stempel Voegt vooraf ingestelde tekst, zoals "DRINGEND" toe aan de pagina's.
Document 7 7.4.7 Stempel/compositie – Datum/tijd % Selecteer [Ja] om de afdrukdatum en -tijd op de pagina's af te drukken. Datumtype % Selecteer de notatie voor de datum. Tijdtype % Selecteer of de tijd moet worden toegevoegd en kies de notatie. Pag. % Selecteer de pagina's waarop moet worden afgedrukt (alle pagina's of alleen de 1ste pagina). Tekstkleur 1 Selecteer de afdrukkleur (zwart, rood, blauw, groen, geel, cyaan en magenta).
Document 7 Afdrukpositie – Afdrukpositie % Selecteer de gewenste positie voor de afdruk. Afdrukpositie – Fijnafstelling 1 Om fijne aanpassingen uit te voeren, drukt u op [Positie aanpassen]. 2 Pas de positie aan tussen 0,1 en 50 mm naar links/rechts en omhoog/omlaag.
Document 7 7.4.8 Stempel/compositie – Paginanummer % Voeg paginanummers toe aan alle pagina's van het document. Startpaginanr. % Geef het startpaginanummer op. Starthoofdstuknr. % Geef het starthoofdstuknummer op. Paginanummertype % Selecteer de notatie voor het paginanummer. Vel inv. inst. % Bepaal of de paginanummers op het ingevoegde papier moeten worden afgedrukt. U kunt de instellingen voor de volgende items definiëren.
Document 7 Tekstkleur % Selecteer de afdrukkleur (zwart, rood, blauw, groen, geel, cyaan en magenta). Tekstformaat % Selecteer het formaat (minimaal of standaard) voor de tekst die wordt afgedrukt. Afdrukpositie – Afdrukpositie % CS 193/173/163 Selecteer de gewenste positie voor de afdruk.
Document 7 Afdrukpositie – Fijnafstelling 7.4.9 1 Om fijne aanpassingen uit te voeren, drukt u op [Positie aanpassen]. 2 Pas de positie aan tussen 0,1 en 50 mm naar links/rechts en omhoog/omlaag. Stempel/compositie – Stempel % Druk vooraf ingestelde tekst af, zoals "DRINGEND". Stempeltype/Vooringestelde stempels % Selecteer een stempel, zoals "DRINGEND", "ANTWOORD AUB" of "GEEN REPRODUCTIE". Pag. % Selecteer de pagina's waarop moet worden afgedrukt (alle pagina's of alleen de 1ste pagina).
Document 7 Tekstkleur % Selecteer de afdrukkleur (zwart, rood, blauw, groen, geel, cyaan en magenta). Afdrukpositie – Afdrukpositie % Selecteer de gewenste positie voor de afdruk. Afdrukpositie – Fijnafstelling 1 Om fijne aanpassingen uit te voeren, drukt u op [Positie aanpassen]. 2 Pas de positie aan tussen 0,1 en 50 mm naar links/rechts en omhoog/omlaag.
Document 7 7.4.10 Stempel/compositie – Kopieerbeveiliging Wat is Kopieerbeveiliging? Drukt verborgen tekst af op alle pagina's van een document om onbevoegd kopiëren te verhinderen. Wanneer een document dat is afgedrukt met kopieerbeveiligingstekst wordt gekopieerd, verschijnt de verborgen tekst duidelijk en herhaaldelijk op alle pagina's van de kopieën, zodat de lezer weet dat het over een kopie gaat. U kunt tot acht tekens en stempels plaatsen.
Document 7 Type kopieerbeveiliging – Datum/tijd % Voeg de datum en het tijdstip in waarop het document werd geregistreerd. – [Datumtype] vereist één gebied. – [Tijdtype] vereist één gebied. Type kopieerbeveiliging – Overige % Voeg het opdrachtnummer dat aan het document werd toegewezen, het serienummer of een distributiecontrolenummer in. – Wanneer u [Opdrachtnummer] selecteert, wordt het opdrachtnummer van de afgedrukte opdracht afgedrukt. [Opdrachtnummer] vereist één gebied.
Document 7 Detailinstelling % Druk op [Detailinstellingen] om de kleur en densiteit van teksten en achtergrondpatronen in te stellen. Detailinstellingen – Tekst/Achtergr. kleur % Selecteer de kleur (zwart, magenta of cyaan) die moet worden gebruikt om de tekst en de achtergrond af te drukken. Detailinstellingen – Densiteit % 7-26 Selecteer de afdrukdensiteit (Licht, Standard of Donker).
Document 7 Detailinstellingen – Kopieerbeveil. patroon % Selecteer het patroontype en het contrast wanneer het document wordt gekopieerd. Detailinstellingen – Tekstformaat % Selecteer het formaat (minimaal, standaard of groot) voor de tekst die wordt afgedrukt. Detailinstellingen – Patroon overschrijven % CS 193/173/163 Selecteer het overschrijven van het patroon onder [Voorblad (overschr)] of [Achter].
Document 7 Detailinstellingen – Achtergrondpatroon % Selecteer het patroon dat op de achtergrond moet worden afgedrukt. Positie De volgende instellingen zijn ingeschakeld.
Document 7.4.11 7 Stempel/compositie – Stempel herhalen Wat is Stempel herhalen? Tekst of afbeeldingen kunnen herhaaldelijk worden afgedrukt op alle pagina's. Er wordt gebruik gemaakt van kopieerbeveiliging om het kopiëren te verhinderen terwijl Stempel herhalen het kopiëren toestaat. Type herhaalbare stempel – Gereg.stempel % Voegt stempelafbeeldingen in die zijn geregistreerd met het hulpprogramma. – Eén stempel vereist één gebied.
Document 7 Type herhaalbare stempel – Datum/tijd % Voeg de datum en het tijdstip in waarop het document werd geregistreerd. – [Datumtype] vereist één gebied. – [Tijdtype] vereist één gebied. Type herhaalbare stempel – Overige % Voeg het opdrachtnummer dat aan het document werd toegewezen, het serienummer of een distributiecontrolenummer in. – Wanneer u [Opdrachtnummer] selecteert, wordt het opdrachtnummer van de afgedrukte opdracht afgedrukt. [Opdrachtnummer] vereist één gebied.
Document 7 Detailinstelling % Druk op [Detailinstellingen] om de kleur en densiteit van teksten en patronen in te stellen. Gedetaill. instellingen – Tekstkleur % Selecteer de kleur (zwart, magenta of cyaan) die moet worden gebruikt om de tekst af te drukken. Gedetaill. instellingen – Densiteit % CS 193/173/163 Selecteer de afdrukdensiteit (Licht, Standard of Donker).
Document 7 Gedetaill. instellingen – Tekstformaat % Selecteer het formaat (minimaal, standaard of groot) voor de tekst die wordt afgedrukt. Gedetaill. instellingen – Patroon overschrijven % Selecteer het overschrijven van het patroon onder "Voorblad (overschr)", "Transparant" of "Achter". positie De volgende instellingen zijn ingeschakeld.
Document 7 Positie – Positie wijzigen/verwijderen Wordt opgegeven door een te wijzigen stempel te selecteren en vervolgens op [Positie wijzigen/verwijderen] te drukken om de instelling te activeren. 7.4.12 Stempel/compositie – Koptekst/voettekst Voegt kopteksten of voetteksten toe aan alle pagina's. De inhoud van de koptekst/voettekst moet vooraf zijn geregistreerd in de beheerdersinstellingen. % Druk op "Controle/Tijd. wijzigen" om hetgeen dat werd geregistreerd te wijzigen en af te drukken.
Document 7 Controle/Tijdelijk wijzigen – Koptekstinstellingen/Voettekstinstellingen % Selecteer of een koptekst/voettekst moet worden afgedrukt. Druk op [Printen] om een tekst, de datum/tijd of andere informatie (Distributiecontrolenummer, Opdrachtnummer of Serienummer) op te geven. Controle/Tijdelijk wijzigen – Koptekstinstellingen/Voettekstinstellingen – Tekst % Geef de koptekst/voettekst op via het tiptoetsscherm.
Document 7 Controle/Tijdelijk wijzigen – Pag. % Selecteer de pagina's waarop moet worden afgedrukt (alle pagina's of alleen de eerste pagina). Controle/Tijdelijk wijzigen – Tekstkleur % Selecteer de afdrukkleur (zwart, rood, blauw, groen, geel, cyaan en magenta). Controle/Tijdelijk wijzigen – Tekstformaat % CS 193/173/163 Selecteer het formaat (minimaal of standaard) voor de tekst die wordt afgedrukt.
Document 7 7.5 Verzenden (Openbare/persoonlijke/groepsgebruikersbox) 7.5.1 Overzicht van Verzenden Documentgegevens die in gebruikersboxen zijn opgeslagen, kunnen met de volgende methoden worden verzonden. De gegevens kunnen eenvoudig worden gerouteerd door met deze machine een bestemming te registreren in plaats van de gegevens via verschillende computers te verzenden. 7.5.2 Item Omschrijving Fax Verzendt de gegevens in het document als fax.
Document 7.5.3 7 Adresboek – Zoeken U kunt het gewenste bestemmingsadres zoeken. Zoek de geregistreerde bestemming volgens de onderstaande methode. Adrestype Deze knop verschijnt als [Adresboek standaard index] (wordt weergegeven door op [Aangepaste weergave inst.] – [Fax/Scaninstellingen] te drukken onder [Gebruikersinst.]) is ingesteld op "Index". U kunt de bestemming zoeken volgens het bestemmingstype dat werd opgegeven wanneer de bestemming werd geregistreerd.
Document 7 7.5.4 Directe Invoer U kunt een niet-geregistreerde bestemming opgeven door deze rechtstreeks in te voeren. 7.5.5 Directe invoer – Fax % 7.5.6 Voer het faxnummer in via het tiptoetsscherm. Directe invoer – E-mail % Voer een e-mailadres in via het tiptoetsscherm. ! Detail U kunt vaak ingevoerde gebruikers- en domeinnamen registreren om ze later opnieuw op te roepen en te gebruiken. In de beheerdersinstellingen moeten vooraf voorvoegsels en achtervoegsels worden geregistreerd.
Document 7.5.7 7 Directe invoer – Internetfax % Voer een e-mailadres in via het tiptoetsscherm. ! Detail U kunt vaak ingevoerde gebruikers- en domeinnamen registreren om ze later opnieuw op te roepen en te gebruiken. In de beheerdersinstellingen moeten vooraf voorvoegsels en achtervoegsels worden geregistreerd. Raadpleeg de handleiding – Netwerkbeheerder voor meer informatie over de prefix/suffix. RX-capaciteit (bestemming) % Selecteer een ontvangbare instelling op de Internetfaxbestemming.
Document 7 7.5.8 Directe invoer – IP-adres fax % 7.5.9 Geef de IP-adres faxbestemming op. Item Omschrijving IP-adres Geeft de hostnaam of het IP-adres voor de bestemming op. Poortnummer Voer het poortnummer in dat moet worden gebruikt voor het verzenden via de cijfertoetsen (bereik: 1 tot 65535). Type machinebestemming Selecteer [Kleur] als het machinetype van de bestemming een kleurenmachine is. Volg. bestem. Gaat verder om andere bestemmingen op te geven.
Document 7.5.10 7 Directe invoer – FTP % Geef het FTP-adres rechtstreeks op. Hostnaam % Geef de hostnaam of het IP-adres voor de bestemming op via het tiptoetsscherm. Bestandspad % Voer het pad naar de bestemmingsmap in via het tiptoetsscherm. Gebruikersnaam % Voer de gebruikersnaam in om aan te melden vanaf het tiptoetsscherm. Wanneer u op [Anoniem] drukt, wordt "Anoniem" weergegeven. Wachtwoord % Voer het aanmeldingswachtwoord in via het tiptoetsscherm. Gedetaill.
Document 7 7.5.11 Directe invoer – WebDAV % Geef het WebDAV-adres rechtstreeks op. Hostnaam % Geef de hostnaam of het IP-adres voor de bestemming op via het tiptoetsscherm. Bestandspad % Voer het pad naar de bestemmingsmap in via het tiptoetsscherm. Gebruikersnaam % Voer de gebruikersnaam in om aan te melden vanaf het tiptoetsscherm. Wachtwoord % Voer het aanmeldingswachtwoord in via het tiptoetsscherm. Gedetaill. instellingen % Voer andere gedetailleerde instellingen in.
Document 7.5.12 7 Opdr. historie De laatste vijf bestemmingen worden weergegeven van de faxbestemmingen waarnaar in het verleden werd verzonden. Via deze historie kunt u een bestemming selecteren. 7.5.13 Adres zoeken Als de LDAP-serverinstellingen zijn opgegeven in de Beheerdersinstellingen, verschijnt "Adres zoeken" op het scherm. ! Detail Raadpleeg "Activering LDAP" in de handleiding – Netwerkbeheerder voor details over de LDAPserverinstellingen.
Document 7 7.5.14 Adres zoeken – Zoeken % 7.5.15 Voer een zoektrefwoord in, druk op "Zoeken starten" om het overeenkomende adres in de opgegeven LDAP-server te zoeken. Adres zoeken – Geavanceerd zoeken % Definieert meerdere zoekvoorwaarden om het bestemmingsadres te zoeken. Naam % Voer de naam in via het tiptoetsscherm. E-mailadres % Voer het e-mailadres in via het tiptoetsscherm. Faxnummer % Voer het faxnummer in via het tiptoetsscherm.
Document 7 Voornaam % Voer de voornaam in via het tiptoetsscherm. Plaats % Voer de plaatsnaam in via het tiptoetsscherm. Bedrijfsnaam % Voer de bedrijfsnaam in via het tiptoetsscherm. Afdeling % Voer de afdelingsnaam in via het tiptoetsscherm. OF/EN/BEGINT MET/EINDIGT MET Voor de zoekvoorwaarden hebt u de keuze tussen "OF"/"EN"/"BEGINT MET"/"EINDIGT MET".
Document 7 7.5.16 Bestandstype % Geef een bestandsindeling op voor het verzenden van gegevens. Bestandstype U hebt de keuze uit de volgende bestandstypen. Item Omschrijving PDF Slaat gegevens op in PDF-indeling. Compact PDF Selecteer deze optie om de gegevens meer te comprimeren dan in de PDF-indeling. Dit wordt gebruikt met scangegevens in 4 kleuren. TIFF Slaat gegevens op in TIFF-indeling. JPEG Slaat gegevens op in JPEG-indeling. XPS Slaat gegevens op in XPS-indeling.
Document 7 Codering Als PDF of Compact PDF als het bestandstype is geselecteerd, kunt u het coderingsniveau opgeven. Item Omschrijving Coderingsniveau Definieert het coderingsniveau. Wachtwoord Voer het wachtwoord in dat nodig is om gecodeerde gegevens te openen (tot 32 tekens). Voer ter bevestiging de toegangscode tweemaal in. Documentmachtigingen Voer het wachtwoord in dat nodig is om de documentmachtigingen te wijzigen (tot 32 tekens). Voer ter bevestiging de toegangscode tweemaal in.
Document 7 Item Omschrijving Afdrukken toegestaan Definieert of het afdrukken van gegevens al dan niet moet worden toegestaan. Wanneer u [Hoog] opgeeft voor het coderingsniveau, verschijnt [Lage resolutie]. Kopiëren van tekst, afb. en overig mogelijk Definieert of het kopiëren van tekst, afbeeldingen en overige inhoud al dan niet wordt toegestaan. Druk op [Doorst ] om details op het scherm Wijzigen toegestaan te selecteren.
Document 7 Stempelcompositie U kunt een stempelcompositie selecteren voor hetgeen wordt toegevoegd door Stempel/Pagina afdrukken. Item Omschrijving Afbeelding Voegt de tekst in als een afbeelding. Tekst Voegt de tekst als tekst in. ! Detail Datum/tijd, Paginanummer en Koptekst/voettekst kunnen worden gecombineerd als tekst. Stempels worden gecombineerd als afbeeldingen. 7.5.
Document 7 7.5.18 Communicatie-instellingen – Lijninstellingen Over Lijninstellingen % Geef instellingen op voor een faxverzendingslijn. Overzee TX % Geef een langzame verzendsnelheid op om een fax te verzenden naar een gebied met een slechte communicatie. ! Detail Dit wordt niet gebruikt met de volgende functies. Opvragen TX Opvragen RX Bulletin board ECM uit % Annuleer de ECM-modus om gegevens te verzenden.
Document 7 V.34 UIT V.34 is een communicatiemodus die wordt gebruikt voor de faxcommunicatie van super G3. Er zijn gevallen waarin de communicatie niet mogelijk is in de super G3-modus, afhankelijk van de telefoonlijntoestand wanneer de machine van de ontvanger of deze machine is aangesloten op een telefoonlijn via een privé telefooncentrale. Wij raden u aan V.34 in te stellen op UIT voordat u een fax verzendt. Deze machine keert automatisch terug naar de V.34-modus wanneer de verzending is voltooid.
Document 7 Onderwerp De tekst die is opgegeven via de toepassingsmodus, wordt automatisch weergegeven. % Druk op [Directe invoer] om de tekst te wijzigen. – U kunt maximaal 64 tekens invoeren. Van 1 Geef het e-mailadres weer dat in de toepassingsfunctie is opgegeven. 2 Druk op [Directe invoer] om de tekst te wijzigen. ! Detail Voor Internetfax wordt het e-mailadres van de machine gebruikt.
Document 7 Tekst Toont de tekst die in de toepassingsmodus is opgegeven. % 7.5.20 Druk op [Directe invoer] om de tekst te wijzigen. – U kunt maximaal 256 tekens invoeren. Communicatie-instellingen – URL-notificatie adresinstelling Wat is URL notificatie? % Geef het e-mailadres op om het voltooien van de opdracht te melden. ! Detail De bestemmingen die kunnen worden opgegeven voor URL-notificatie adresinstelling omvatten FTP, SMB en WebDAV.
Document 7 Detail zoeken U kunt het e-mailadres voor de melding zoeken op de locatie waar het adres is geregistreerd. 1 Typ de naam van de bestemming of een gedeelte van het adres om naar het desbetreffende adres te zoeken. 2 Selecteer [Naam] of [Bestemming] en voer de zoektekst in. Directe Invoer % Voer het e-mailadres in via het tiptoetsscherm. ! Detail U kunt vaak ingevoerde gebruikers- en domeinnamen registreren om ze later opnieuw op te roepen en te gebruiken.
Document 7.5.21 7 Communicatie instellingen – Communicatiemethode instellingen U kunt een communicatiemethode opgeven. Timer TX Definieert de verzendtijd. Het is voordelig om tijdens de daluren in de vroege ochtend en de late avond te gebruiken om te communiceren via telefoon. % Geef de starttijd voor de communicatie op via de cijfertoetsen. ! Detail Alleen de tijd kan worden opgegeven. Geef de tijd op in uren en minuten. U kunt de datum niet opgeven.
Document 7 Wachtwoord TX Verzendt gegevens met een wachtwoord. Als de faxmachine van de ontvanger is ingesteld voor gesloten netwerkontvangsten, moet de faxmachine van de afzender een fax verzenden met een wachtwoord dat hetzelfde is als dat van de gesloten netwerkontvangst. Deze functie is alleen beschikbaar wanneer de machine van de ontvanger over de functie voor een gesloten netwerkontvangst (wachtwoord) beschikt. % Voer het wachtwoord in via de cijfertoetsen.
Document 7.5.22 7 Comm.instelling – E-mailcodering Deze parameter verschijnt wanneer "S/MIME communicatie-instelling" (onder "E-mailinstellingen" onder "Netwerkinstelling" onder "Beheerderinstelling") is ingesteld op "AAN". Definieert of e-mailberichten moeten worden gecodeerd voor de verzending. 2 Opmerking Raadpleeg de handleiding – Netwerkbeheerder voor details over de S/MIME communicatieinstellingen. 7.5.
Document 7 7.5.24 Communicatie-instellingen – Instellingen faxkoptekst % Bepaal of de afzendergegevens moeten worden toegevoegd voor de verzending. Selecteer een afzender in de lijst met afzendernamen. ! Detail Gebruik "TTI-instelling" in Toepassing om het detail dat aan het origineel werd toegevoegd als afzenderinformatie, te registreren. Raadpleeg de handleiding – Netwerkscan/fax/netwerkfaxbewerkingen voor meer informatie.
Document 7.5.26 7 Toepassing – Verzenden & afdrukken Wat is Verzenden & afdrukken? 1 Bepaal of een document tegelijk met de verzending moet worden afgedrukt. 2 Voer verschillende instellingen in voor het afdrukken. Kopieën % Geef met behulp van de cijfertoetsen het aantal gewenste kopieën op. Het invoerbereik is 1 tot 999. Enkelz./Dubbelz. % Selecteer 1-zijdig of 2-zijdig. Nieten % Bepaal of de afdrukken moeten worden geniet.
Document 7 7.6 Combineren (Openbare/persoonlijke/groepsgebruikersbox) 7.6.1 Wat is Combineren? Er kunnen meerdere documenten tegelijk worden geselecteerd en afgedrukt. U kunt maximaal 10 documenten selecteren om ze tegelijk af te drukken. U kunt extra instellingen opgeven voor de afwerking, zoals het aantal kopieën voor het geselecteerde document. U kunt de instellingen voor de volgende items definiëren. 7.6.2 Item Omschrijving Kopieën Bepaalt het aantal exemplaren dat moet worden afgedrukt.
Document 7.6.3 7 Beschrijving van het scherm Afdrukinstelling Wanneer de combineervolgorde is vastgesteld, verschijnt het scherm Afdrukinstelling. 1 No. 2 Onderdeelnaam Omschrijving 1 Basis Definieert de basisinstellingen zoals het aantal kopieën en 1-zijdig/2-zijdig. 2 Toepassing Definieert meer complexe instellingen zoals paginamarge en stempel. ! Detail Zie p. 7-7 voor meer informatie over de basisinstellingen. Raadpleeg p. 7-8 voor details over de afwerking. Raadpleeg p.
Document 7 7.7 Inbinden TX (Openbare/persoonlijke/groepsgebruikersbox) 7.7.1 Wat is Inbinden TX? Er kunnen meerdere documenten tegelijk worden geselecteerd en verzonden. U kunt maximaal 10 documenten selecteren om ze tegelijk af te drukken. Er kunnen specificaties voor de bestandsindeling worden toegevoegd aan het geselecteerde document. U kunt de instellingen voor de volgende items definiëren. Item Omschrijving Bestandstype Definieert de bestandsindeling voor het opslaan van gegevens.
Document 7 7.8 Bulletin Board gebruikersbox (Systeemgebruikersbox) 7.8.1 Wat is Bulletin Board gebruikersbox? De box om een document als referentie te registreren. Documenten die in de Bulletin Board gebruikersbox zijn geregistreerd, worden verzonden door de instructie Opvragen van de bestemming. 7.8.2 Het scherm Bulletin Board gebruikersbox Wanneer u [Bulletin Board gebruikersbox] selecteert op het tabblad Systeem, worden de geregistreerde Bulletin Board gebruikersboxen weergegeven. % 7.8.
Document 7 7.9 Opvragen TX gebruikersbox (Systeemgebruikersbox) De Opvragen TX gebruikersbox wordt gebruikt om documenten op te slaan die moeten worden verzonden door een instructie van de afzender. De bewerking om een document naar een Opvragen TX gebruikersbox te verzenden en op te slaan, wordt Opvragen TX genoemd. U kunt documenten afdrukken die in de Opvragen TX gebruikersbox zijn opgeslagen. % Controleer het voorbeeld en de documentgegevens en druk vervolgens op [Start].
Document 7.10 7.10.1 7 Beveiligd afdr. gebruikersbox (Systeemgebruikersbox) Wat is Beveiligd afdrukken gebruikersbox? In deze box worden documenten opgeslagen die worden verzonden voor afdrukopdrachten terwijl ze worden beveiligd met een ID en wachtwoord. De ID en het wachtwoord moeten worden ingevoerd om een document af te drukken. De Authenticatieprocedure kan verschillen afhankelijk van de manier waarop [Functies verboden bij authenticatiefout] (wordt weergegeven door te drukken op [Beveilingsinst.
Document 7 7.10.4 Printen U kunt verschillende functies toevoegen aan documenten die zijn opgeslagen in Beveiligd afdr. gebruikersbox wanneer u ze afdrukt. Kopieën % Geef met behulp van de cijfertoetsen het aantal gewenste kopieën op. – Het invoerbereik is 1 tot 999. 1-zijdig/2-zijdig % Selecteer 1-zijdig of 2-zijdig. Afwerking Raadpleeg "Afwerking" op pagina 7-8 voor de instellingsprocedure.
Document 7 7.11 Geheugen RX gebr.box (Systeemgebruikersbox) 7.11.1 Wat is Geheugen RX gebruikersbox? Dit is de box waarin het ontvangen document wordt opgeslagen in het geheugen en desgewenst wordt afgedrukt. Wanneer Geheugen RX is ingesteld op Aan, wordt het ontvangen document automatisch opgeslagen. 7.11.2 Het scherm Geheugen RX gebruikersbox Wanneer u [Geh. RX gebr.box] selecteert op het tabblad Systeem, wordt de lijst met opgeslagen documenten weergegeven % 7.11.3 Printen % 7.11.
Document 7 7.12 Annotatie gebruikersbox (Systeemgebruikersbox) 7.12.1 Wat is Annotatie gebruikersbox? Dit is de box om de opgeslagen documentgegevens met een afbeelding van de datum/tijd en een annotatienummer af te drukken en te verzenden. U kunt de tekenreeks die aan de opgeslagen box wordt toegevoegd instellen en deze wijzigen wanneer u een document afdrukt en verzendt. 7.12.
Document 7.12.4 7 Beschrijving van het scherm Verzenden Raadpleeg "Beschrijving van het scherm Verzenden" op pagina 7-36 voor de instellingsprocedure. ! Detail Zie p. 7-37 voor meer informatie over Adresboek. Raadpleeg p. 7-38 voor meer informatie over Directe invoer. Raadpleeg p. 7-43 voor details over de Opdrachthistorie. Zie p. 7-44 voor meer informatie over Adres zoeken. Raadpleeg p. 7-46 voor details over Bestandstype. Zie p. 7-50 voor meer informatie over Communicatie-instellingen. Raadpleeg p.
Document 7 Densiteit % Geef de densiteit op voor de annotatienummers die moeten worden afgedrukt. Nummertype % Geef het uitvoerformaat (aantal cijfers) op voor de annotatienummers die moeten worden afgedrukt. Afdrukpositie % 7-70 De afdrukpositie opgeven.
Document 7.13 7.13.1 7 Gebr. box fax opnieuw verz. (Systeemgebruikersbox) Wat is Gebruikersbox fax opnieuw verzenden? Een box om documenten op te slaan die niet konden worden verzenden, zelfs door meer te bellen dan het aantal pogingen voor opnieuw kiezen dat is opgegeven in de lijnparameterinstelling voor een bepaalde periode, omdat de lijn van de ontvanger bezet is tijdens de verzending. Opgeslagen documenten kunnen later opnieuw worden verzonden of afgedrukt als bevestiging. 7.13.2 Het scherm Gebr.
Document 7 7.14 Gebruikersbox gecodeerde PDF (Systeemgebruikersbox) 7.14.1 Wat is Gebruikersbox gecodeerde PDF? Als het wachtwoordbeveiligde PDF-bestand wordt opgeslagen met Web Connection of Direct Print, worden de documenten automatisch opgeslagen in de Gebruikersbox gecodeerde PDF. ! Detail De opdracht voor de afdruk wordt gegeven via de Gecodeerde PDF-box om een Gecodeerde PDFbestand af te drukken met een extern geheugen. 7.14.2 7.14.3 7.14.
Document 7 7.15 Extern geheugen (Systeemgebruikersbox) 7.15.1 Over Extern geheugen Beschikbaar extern geheugen Hieronder vindt u de voorwaarden voor de externe geheugens die op deze machine beschikbaar zijn. USB-flashgeheugen dat de USB-interface (1.1/2.0) ondersteunt FAT32 geformatteerd. ! Detail Om een extern geheugen te verbinden, is een optionele lokale interfacekit vereist. Een extern geheugen aansluiten 1 Sluit een extern geheugen aan via de USB-aansluiting op de zijkant van deze machine.
Document 7 2 Let op Deze machine is uitgerust met twee USB-aansluitingen op de zijkant. Omdat een van deze aansluitingen voor een optionele aansluiting is, kunnen geen twee sets externe geheugens tegelijkertijd worden aangesloten. Trek het externe geheugen niet uit terwijl een document wordt opgeslagen naar het externe geheugen of terwijl het wordt afgedrukt. Gebruik geen ander USB-apparaat dan het USB-flashgeheugen (zoals een harde schijf of een USB-hub).
Document 7.15.2 7 Het scherm Extern geheugen De mapstructuur van het geïnstalleerde externe geheugen wordt weergegeven. Bestandspad Via het tiptoetsscherm kunt u het bestandspad opgeven van de map waarin de af te drukken documenten zijn opgeslagen. % Druk op [Bestandspad] om een pad in te voeren. ! Detail Voer het bestandspad en de bestandsnaam in met maximaal 250 tekens. Als de 250 tekens worden overschreden, kan de bestandslijst niet worden weergegeven.
Document 7 Naar de bovenliggende map gaan % Druk op [Een map omhoog] om naar de bovenliggende map te gaan. Een map openen % Om de inhoud van een map weer te geven, drukt u op [Openen]. Printen % Selecteer het af te drukken document en druk vervolgens op [Printen] om het scherm Printen weer te geven. Documentdetails U kunt de updatedatum en de documentnaam van het geselecteerde document controleren. 7.15.3 Extern geheugen – Printen % Druk op [Printen] om het volgende scherm weer te geven.
Document 7.15.4 7 Basis Kopieën % Geef met behulp van de cijfertoetsen het aantal gewenste kopieën op. Het invoerbereik is 1 tot 999. Kleur % Selecteer of het document in kleur of in zwart en wit wordt afgedrukt. Printen % Selecteer 1-zijdig of 2-zijdig. Afwerking Raadpleeg "Afwerking" op pagina 7-8 voor de instellingsprocedure. ! Detail 2-zijdige afdruk, Perforeren of Nieten is niet beschikbaar voor bestanden in JPEG- of XPS-indeling.
7 7-78 Document CS 193/173/163
8 Document opnieuw ordenen
Document opnieuw ordenen 8 8 Document opnieuw ordenen 8.1 Beschikbare bewerkingen in het scherm Document opnieuw ordenen De volgende bewerkingen kunnen worden uitgevoerd vanaf het scherm Document klasseren. 8.1.1 Openbaar/Persoonlijk/Groep Voor de documenten die in een openbare, persoonlijke of groepsgebruikersbox zijn opgeslagen, kunnen de volgende bewerkingen worden gebruikt: Item Omschrijving Verwijderen Verwijdert documenten die niet langer nodig zijn nadat ze zijn afgedrukt of verzonden.
Document opnieuw ordenen 8 8.1.2 Beschrijving van het scherm Document opnieuw ordenen Openbaar/Persoonlijk/Groep Selecteer het tabblad Openbaar, Persoonlijk of Groep en selecteer vervolgens een gebruikersbox. Een scherm zoals het volgende, wordt weergegeven. 1 2 3 4 5 6 7 11 No. 8-4 Item 10 9 8 Omschrijving 1 - 2 [ Toont het nummer en de naam van de gebruikersbox. 3 [Verwijderen] Verwijdert geselecteerde documenten. 4 [Naam bewerken] Wijzigt de naam van het geselecteerde document.
Document opnieuw ordenen 8 Systeemgebruikersbox 1 Selecteer het tabblad Systeem. Een lijst van de beschikbare systeemboxen verschijnt. 2 Selecteer een box voor het ordenen van documenten. – – – Wanneer u [Bulletin Board gebruikersbox] selecteert, moet u ook een box binnen die box selecteren voor het ordenen van documenten. Wanneer u [Beveiligd afdr. gebruikersbox] selecteert, voert u de ID en het wachtwoord in voor een document dat met beveiligd afdrukken is afgedrukt.
Document opnieuw ordenen 8 8.2 8.2.1 Openbare/persoonlijke/groepsgebruikersbox Een document verwijderen Verwijdert documenten die niet langer nodig zijn na het afdrukken, enz. Er kunnen meerdere documenten tegelijk worden geselecteerd en verwijderd. Druk op [Ja] nadat u de details van het document hebt gecontroleerd en druk vervolgens op [OK]. 8.2.2 Naam bewerken Wijzigt de naam van een opgeslagen document. Voer een nieuwe naam in via het tiptoetsscherm.
Document opnieuw ordenen 8.2.4 8 Kopie Kopieert de gegevens van de documenten die in de gebruikersbox zijn opgeslagen naar een andere gebruikersbox. U kunt de bestemming selecteren vanaf een openbare, persoonlijke en groepsgebruikersbox. 1 Selecteer de bestemmingsgebruikersbox en controleer de inhoud van het document. 2 Druk op [OK]. ! Detail De weergave van de inhoud van verschillen voor de persoonlijk en groepsgebruikersboxen volgens de gebruiker die is aangemeld.
Document opnieuw ordenen 8 Voorbeeld 1 Druk op het scherm Document details op [Voorbeeld] om een voorbeeld van het opgeslagen document weer te geven. – Het document kan op volledig formaat worden weergegeven of op een formaat dat 2, 4 of 8 keer groter is dan het normale formaat. 2 Selecteert de weergavegrootte. 3 Gebruik de schuifbalken rechts en onder de afbeelding om het gewenste gedeelte van de afbeelding te bekijken.
Document opnieuw ordenen 8.3 8.3.1 8 Systeemgebruikersbox Bulletin Board gebruikersbox Hiermee kunnen documenten voor weergave, die in een bulletin Board gebruikersbox zijn opgeslagen, worden gecontroleerd en verwijderd. 8.3.2 1 Selecteer een bulletin board gebruikersbox en controleer de inhoud van de box. 2 Druk op [Verwijderen]. Polling (Opvragen) TX gebruikersbox Hiermee kunnen documenten die in een Opvragen TX gebruikersbox zijn opgeslagen, worden gecontroleerd en verwijderd.
Document opnieuw ordenen 8 8.3.3 Beveiligd printen gebruikersbox Hiermee kunnen de documenten die in een Beveiligd afdr. gebruikersbox zijn opgeslagen, worden gebruikt. Dit zijn de beschikbare bewerkingen: Item Omschrijving Verwijderen Verwijdert documenten die niet langer nodig zijn na het afdrukken, enz. Naam bewerken Wijzigt de naam van een opgeslagen document. Documentdetails Schakelt de controle van de opslagdatum en -tijd in en toont een voorbeeldafbeelding van een document.
Document opnieuw ordenen 8.3.5 8 Annotatie gebruikersbox Hiermee kunnen documenten worden gebruikt die zijn opgeslagen onder Annotatie gebruikersbox. Dit zijn de beschikbare bewerkingen: 8.3.6 Item Omschrijving Verwijderen Verwijdert documenten die niet langer nodig zijn na het afdrukken, verzenden, enz. Naam bewerken Wijzigt de naam van een opgeslagen document. Documentdetails Schakelt de controle van de opslagdatum en -tijd in en toont een voorbeeldafbeelding van een document.
8 8-12 Document opnieuw ordenen CS 193/173/163
9 Gebruikersbox instelling
Gebruikersbox instelling 9 9 Gebruikersbox instelling 9.1 Menustructuur voor gebruikersboxinstelling Hieronder vindt u de beschrijving van de menu's en items met betrekking tot de gebruikersboxinstelling in de toepassingsfunctie. 9.1.1 Toepassing Menu eerste niveau Menu tweede niveau Menu derde niveau Menu vierde niveau [1] Adres/Gebruikersbox [2] Gebruikersbox (p. 9-6) [1] Openbare/pers. gebruikersbox (p. 9-7) Nieuwe Bewerken Verwijderen [2] Bulletin Board gebruikersbox (p.
Gebruikersbox instelling 9 9.1.2 Beheerderinstelling Menu eerste niveau Menu tweede niveau Menu derde niveau [1] Systeeminstelling [0] Gebr.boxinst. (p. 9-16) [1] Verw. ongebr. gebruikersboxen (p. 9-16) Menu vierde niveau [2] Beveil.afdrukbest.verwijderen (p. 9-16) [3] Auto verw. beveiligd best. (p. 9-17) [4] Tijd verw. gecodeerde PDF (p. 9-17) [6] Inst.doc.vasth. (p. 9-18) [3] Adres/Gebruikersbox [2] Gebruikersbox maken (p. 9-6) [7] Functieinstellingen Extern geheugen (p.
Gebruikersbox instelling 9 Menu eerste niveau Menu tweede niveau [0] Beveiligingsinstelling [2] Gebruikersbox beheerder inst. (p. 9-19) [6] HDD instelling Menu derde niveau Menu vierde niveau [1] Controleer schijfcapaciteit (p. 9-20) [2] Overschr. tijdelijke data (p. 9-20) Overschrijfmethode Coderingsprioriteit Prioriteit overschrijven [3] Alle gegebieden overschrijven (p. 9-21) [4] HDD vergrendelcode (p. 9-22) [5] HDD formatteren (p. 9-23) [6] HDD-coderingsinstelling (p.
Gebruikersbox instelling 9 9.2 Gebruikersboxregistratie 9.2.1 Gebruikersboxregistratie Er kunnen nieuwe gebruikersboxen worden geregistreerd. Dit zijn de beschikbare gebruikersboxtypes: Item Omschrijving Openbare gebruikersbox Gedeelde box die toegankelijk is voor elke gebruiker. Persoonlijke gebruikersbox Gebruikersbox voor persoonlijk gebruik die alleen toegankelijk is voor de gebruiker die is aangemeld wanneer de machine wordt beheerd met gebruikersauthenticatie.
Gebruikersbox instelling 9 Openbare/persoonlijke/groepsgebruikersboxen % Wanneer u registreert of bewerkt, moet u de volgende items opgeven. ! Detail Om de instellingen voor een geregistreerde gebruikersbox te wijzigen, selecteert u de gebruikersbox en drukt u op [Bewerken]. Nadat u op [Bewerken] hebt gedrukt, kan het gebruikersboxnummer niet worden gewijzigd. Om een geregistreerde gebruikersbox te verwijderen, selecteert u de gebruikersbox en drukt u op [Verwdr.].
Gebruikersbox instelling 9 Scherm (2/2) Item Omschrijving Tijd automatisch verwijderen document Geef de duur op dat de documenten moeten worden bewaard voordat ze worden verwijderd vanaf het ogenblik van de registratie. Vertrouwelijk RX Deze toets verschijnt wanneer de optionele faxkit is geïnstalleerd. Selecteer de optie om de functie voor de vertrouwelijke ontvangst toe te voegen aan de gebruikersbox.
Gebruikersbox instelling 9 Scherm (1/2) Item Omschrijving Gebruikersboxnr. Het volgende beschikbare gebruikersboxnummer wordt weergegeven. Om een gebruikersboxnummer op te geven, drukt u op [Gebruikersboxnr.] en gebruikt u vervolgens de cijfertoetsen om het gebruikersboxnummer in te voeren (tussen 1 en 999999999). Gebr. boxnaam Druk op [Gebr. boxnaam] en voer vervolgens de gebruikersboxnaam in via het tiptoetsscherm (20 tekens of minder).
Gebruikersbox instelling 9 Relay gebruikersbox % Er kunnen maximaal vijf relay-gebruikersboxen worden geregistreerd. Wanneer u registreert of bewerkt, moet u de volgende items opgeven. ! Detail Om de instellingen voor een geregistreerde gebruikersbox te wijzigen, selecteert u de gebruikersbox en drukt u op [Bewerken]. Nadat u op [Bewerken] hebt gedrukt, kan het gebruikersboxnummer niet worden gewijzigd.
Gebruikersbox instelling 9 9.3 Beheerderinstelling 9.3.1 Gebruikersboxbevoegdheden Typen gebruikers Verschillende niveaus gebruikers kunnen deze machine gebruiken. De gebruikersboxfuncties worden, afzonderlijk van de machinebeheerder, beheerd door de gebruikersboxbeheerder. Elk type gebruiker kan toegang krijgen tot bepaalde types gebruikersboxen, zoals weergegeven in de volgende tabel.
Gebruikersbox instelling 9 9.3.2 Gebruikersboxregistratie Er kunnen nieuwe gebruikersboxen worden geregistreerd. Dit zijn de beschikbare gebruikersboxtypes: Item Omschrijving Openbare gebruikersbox Gedeelde box die toegankelijk is voor elke gebruiker. Persoonlijke gebruikersbox Gebruikersbox voor persoonlijk gebruik die alleen toegankelijk is voor de gebruiker die is aangemeld wanneer de machine wordt beheerd met gebruikersauthenticatie.
Gebruikersbox instelling 9.3.3 9 Annotatie gebruikersboxen registreren % Wanneer u registreert of bewerkt, moet u de volgende items opgeven. ! Detail Om de instellingen voor een geregistreerde gebruikersbox te wijzigen, selecteert u de gebruikersbox en drukt u op [Bewerken]. Nadat u op [Bewerken] hebt gedrukt, kan het gebruikersboxnummer niet worden gewijzigd. Om een geregistreerde gebruikersbox te verwijderen, selecteert u de gebruikersbox en drukt u op [Verwdr.].
Gebruikersbox instelling 9 Scherm (2/3) Item Omschrijving Optellen Selecteer [Per opdracht] of [Per pagina] voor de telmethode van de annotaties. Nummering tekst Er kan tekst worden toegevoegd aan het nummer dat moet worden afgedrukt (max. 20 tekens). Datum/Tijd Selecteer de notatie voor de datum en de tijd die moeten worden afgedrukt. Densiteit Selecteer de densiteit voor de annotatienummers die moeten worden afgedrukt.
Gebruikersbox instelling 9.3.4 9 Maximum aantal gebruikersboxen % Geef de maximale limiet op voor het aantal gebruikersboxen dat voor elke gebruiker kan worden geregistreerd. Openbaar/Persoonlijk/Groep Afhankelijk van de status van de bewerkingen Gebruikersauthenticatie en Gebruikersregistratie, kunt u [Openbaar], [Persoonlijk] of [Groep] selecteren. Max aantal gebruikersboxen – AAN/UIT % Selecteer [AAN] om de maximale limiet op te geven.
Gebruikersbox instelling 9 9.3.5 Gebruikersboxinstellingen Verwijder ongebr. gebruikersbox Boxen die geen documenten bevatten, kunnen als ongebruikte boxen worden verwijderd. % Om ongebruikte gebruikersboxen te verwijderen, bevestigt u het bericht en selecteert u [Ja]. Beveil.afdrukbest.verwijderen Alle documenten die in de Beveiligd afdrukken gebruikersboxen zijn opgeslagen, kunnen worden verwijderd.
Gebruikersbox instelling 9 Auto verw. beveiligd best. Geef de duur op dat de documenten die met beveiligd afdrukken werden afgedrukt, moeten worden bewaard voordat ze automatisch worden verwijderd, te beginnen vanaf het moment dat ze worden opgeslagen. % Om ze automatisch te verwijderen, selecteert u [Ja] en selecteert u vervolgens het tijdstip voor het verwijderen. ! Detail Voor het tijdstip voor het verwijderen hebt u de keuze tussen "12 uur", "1 dag", "2 dagen", "3 dagen", "7 dagen" en "30 dagen".
Gebruikersbox instelling 9 Instelling document vasthouden (Inst. doc. vasth.) % Bepaal of documenten moeten worden behouden of als ze automatisch moeten worden verwijderd nadat ze zijn verzonden of afgedrukt. – Om documenten te bewaren (niet verwijderen) nadat ze zijn afgedrukt of verzonden, drukt u op [AAN]. – Druk op [UIT] om documenten te verwijderen nadat ze zijn afgedrukt of verzonden.
Gebruikersbox instelling 9.3.6 9 Beheerderinstelling gebruikersbox De boxbeheerder kan worden opgegeven wanneer de gebruikersauthenticatie is uitgevoerd. Als een gebruiker zich heeft aangemeld als boxbeheerder, heeft hij toegang tot alle documenten in elke gebruikersbox die werd gemaakt, ongeacht de wachtwoordstatus. De boxbeheerder opgeven 1 Om de boxbeheerder op te geven, selecteert u [Toestaan]. 2 Geef het wachtwoord op voor de boxbeheerder. 3 Voer het wachtwoord opnieuw in als bevestiging.
Gebruikersbox instelling 9 9.3.7 HDD instelling Controleer schijfcapaciteit Met deze functie kunt u de gebruikte of resterende hoeveelheid harde schijfruimte controleren. Tijdelijke data overschrijven Met deze functie kunt u de overschrijfmethode opgeven voor het verwijderen van de bestaande gegevens op de harde schijf.
Gebruikersbox instelling 9 Wanneer de beveiligingskit is geïnstalleerd: Als de beveiligingskit is geïnstalleerd, verschijnen [Coderingsprioriteit] en [Prioriteit overschrijven]. U kunt de volgende items definiëren. (Standaardinstelling: Modus 1) Item Omschrijving Modus 1 Overschreven met 0x00. Modus 2 Overschreven met 0x00. % Overschreven met 0xff. % Overschreven met de letter [A] (0x61). % Controleert.
Gebruikersbox instelling 9 De overschrijfmethode werkt als volgt: Item Omschrijving Modus 1 Overschreven met 0x00. Modus 2 Overschreven met willekeurige nummers van 1-byte. % Overschreven met willekeurige nummers van 1-byte. % Overschreven met 0x00. Modus 3 Overschreven met 0x00. % Overschreven met 0xff. % Overschreven met willekeurige nummers van 1-byte. % controleert. Modus 4 Overschreven met willekeurige nummers van 1-byte. % Overschreven met 0x00. % Overschreven met 0xff.
Gebruikersbox instelling 9 HDD formatteren Deze functie formatteert de harde schijf. Om het formatteren uit te voeren, selecteert u [Ja] en volgt u de instructies op het scherm. Start de machine opnieuw op nadat het formatteren is voltooid. 2 Let op Wanneer u de hoofdvoedingsschakelaar uitschakelt en opnieuw inschakelt, moet u min. 10 seconden wachten voordat u de machine opnieuw inschakelt. De machine zal mogelijk niet correct werken als deze onmiddellijk na het uitschakelen opnieuw wordt ingeschakeld.
9 9-24 Gebruikersbox instelling CS 193/173/163
10 Web Connection
Web Connection 10 10 Web Connection 10.1 Met Web Connection Web Connection is een hulpprogramma voor apparaatbeheer dat wordt ondersteund door de HTTP-server die is geïntegreerd in de printercontroller. Wanneer u een webbrowser gebruikt op een computer die met het netwerk is verbonden, kunt u machine-instellingen opgeven en de status van de machine controleren.
Web Connection 10 10.1.3 Cache webbrowser De pagina's van Web Connection zullen mogelijk niet de recentste informatie weergeven omdat oudere versies van de pagina's in het cachegeheugen van de webbrowser zijn opgeslagen. Daarnaast kunnen er ook problemen optreden wanneer de cachefunctie wordt gebruikt. Schakel het cachegeheugen voor de webbrowser uit wanneer u Web Connection gebruikt. 2 Let op De menu's en opdrachten kunnen variëren afhankelijk van de versie van de webbrowser.
Web Connection 10.1.4 10 Structuur van de pagina's De pagina's van Web Connection zijn opgebouwd zoals hieronder weergegeven. 1 2 3 4 5 6 7 8 10 9 No. Onderdeelnaam Omschrijving 1 Aanmeldingsnaam gebruiker Toont het pictogram van de huidige modus en de naam van de gebruiker die is aangemeld (public, administrator, user box administrator, registered user of account). Klik op de gebruikersnaam om de naam van de gebruiker die is aangemeld, weer te geven.
Web Connection 10 No. 9 10 Onderdeelnaam Omschrijving Informatie en instellingen Toont de details van het item dat u in het menu hebt geselecteerd. Menu De informatie en instellingen voor de geselecteerde tabbladen worden weergegeven. Het menu dat wordt weergegeven, verschilt afhankelijk van het geselecteerde tabblad. ! Detail De pagina die onmiddellijk na het starten van de machine met Web Connection verschijnt, wordt de pagina User mode (gebruikersfunctiepagina) genoemd.
Web Connection 10 10.2 Aan- en afmelden 10.2.1 Aanmeldings- en afmeldingsbewerkingen Wanneer Web Connection wordt gebruikt op de machine, verschijnt de aanmeldingspagina wanneer de instellingen voor de gebruikersauthenticatie en gebruikersregistratie werden opgegeven op de machine. Als de instellingen voor de gebruikersauthenticatie en gebruikersregistratie niet werden opgegeven, verschijnt een pagina voor de publieke gebruiker.
Web Connection 10 Wanneer de instellingen voor gebruikersauthenticatie en gebruikersregistratie zijn opgegeven Het scherm User Authentication/Account Track wordt weergegeven. 10-8 1 Voer de gewenste informatie voor het aanmelden in. 2 Meld u af om u aan te melden als een andere gebruiker of beheerder. 3 Meld u opnieuw aan.
Web Connection 10.2.2 10 Afmelden Wanneer bovenaan rechts op het scherm klik op [Logout], verschijnt een bericht voor het bevestigen van het afmelden. % Klik op [OK]. De aanmeldingspagina verschijnt opnieuw. ! Detail De aanmeldingspagina die verschijnt, kan verschillen afhankelijk van de authenticatie-instellingen die op de machine werden opgegeven.
Web Connection 10 Aanmelden als een publieke gebruiker Als de instellingen voor de gebruikersauthenticatie niet werden opgegeven op de machine, wordt aangemeld als een publieke gebruiker. 1 Selecteer "Public User" op de aanmeldingspagina. 2 Klik op de knop [Login].
Web Connection 10 ! Detail Als "Functies verboden bij authenticatiefout" in de Beheerdermodus is ingesteld op "Modus 2" en als een gebruiker een bepaald aantal keer een verkeerd wachtwoord gebruikt, wordt deze gebruiker geblokkeerd en kan hij/zij de machine niet langer gebruiken. Neem contact op met de beheerder om de gebruiksbeperkingen te annuleren. De knop [Gebruikerslijst] kan worden gebruikt wanneer "Gebruikersnamenlijst" is ingesteld op "AAN".
Web Connection 10 Aanmelden als een gebruikersboxbeheerder. Als er gebruikersauthenticatie-instellingen werden opgegeven voor de machine, kunt u zich in de gebruikersfunctie aanmelden als beheerder om opdrachten te verwijderen. Als de instellingen van het bedieningspaneel zijn ingesteld om gebruikersboxbeheerders toe te staan, is het mogelijk in de gebruikersfunctie bij Web Connection aan te melden als gebruikersboxbeheerder.
Web Connection 10.3 10 Overzicht van de gebruikersfunctie Door u in de gebruikersfunctie aan te melden bij Web Connection, kunnen de volgende functies worden opgegeven. ! Detail Raadpleeg Web Connection help op de cd-rom Utilities voor overige informatie over de gebruikersfunctie. 10.3.1 Information Dit is de eerste pagina die verschijnt wanneer u Web Connection opent.
Web Connection 10 10.3.2 10.3.3 10-14 Job Item Omschrijving Current Jobs In deze lijst kunt u de momenteel actieve opdrachten en de opdrachten in wachtrij controleren. Job History In deze lijst kunt u de voltooide opdrachten controleren. Communication List In deze lijst kunt u ontvangen of verzonden opdrachten controleren.
Web Connection 10.3.4 10 Direct Print Item Omschrijving Direct Print Bestanden die op een computer zijn opgeslagen, kunnen met deze machine worden opgegeven en afgedrukt.
Web Connection 10 10.3.5 Store Address Item Omschrijving Address Book De lijst van de adresboeken die momenteel in de machine zijn geregistreerd, kan worden weergegeven. Daarnaast kunnen bestemmingen worden geregistreerd of kunnen hun instellingen worden gewijzigd. Group De lijst van de groepsbestemmingen die momenteel in de machine zijn geregistreerd, kan worden weergegeven. Daarnaast kunnen bestemmingen worden geregistreerd of kunnen hun instellingen worden gewijzigd.
Web Connection 10.4 10 Overzicht van de Beheerdersfunctie Door u in de beheerdersfunctie aan te melden bij Web Connection, kunnen de volgende functies worden opgegeven. ! Detail Raadpleeg de handleiding – Netwerkbeheerder voor meer informatie over de beheerdersfunctie. 10.4.1 Maintenance Item Omschrijving Meter Count De tellers die door de machine worden beheerd, kunnen worden weergegeven. ROM Version De ROM-versie kan worden weergegeven.
Web Connection 10 Item Omschrijving Reset Stelt de netwerkinstellingen of de controllerinstellingen opnieuw in naar de standwaardwaarden of wist alle bestemmingen. External Memory Function Settings Geef de instellingen voor het externe geheugen op voor het opslaan of afdrukken van documenten. Header/Footer Registration De lijst met kopteksten/voetteksten kan worden weergegeven en deze teksten kunnen worden geregistreerd of bewerkt.
Web Connection 10.4.2 10 Security Item Omschrijving Authentication Geef de instellingen op voor de gebruikersauthenticatie en de gebruikersregistratie voor de machine. Om de authenticatie uit te voeren, kunt u ook een externe server en een standaard functiepermissie opgeven. User Registration Als de gebruikersauthenticatie-instellingen zijn opgegeven, kunnen gebruikers worden geregistreerd en kunnen hun instellingen worden gewijzigd.
Web Connection 10 10.4.3 Box Wanneer u bent aangemeld in de beheerdersfunctie, kunnen gebruikersboxen worden gebruikt zonder het wachtwoord in te voeren. Item Omschrijving Open User Box Een momenteel gemaakte openbare, persoonlijke of groepsgebruikersbox kan worden geopend om te werken aan een opgeslagen document of om de gebruikersboxinstellingen te wijzigen. Create User Box Er kunnen nieuwe gebruikersboxen worden gemaakt.
Web Connection 10.4.4 10 Print Settings Item Omschrijving Basic U kunt de standaard printerinstellingen opgeven. PCL Setting U kunt de standaard printerinstellingen voor de PCL-modus opgeven. PS Setting U kunt de standaard printerinstellingen voor de PS-modus opgeven. XPS Settings Er kunnen XPS-afdrukinstellingen worden opgegeven. Interface Setting De time-out voor de interface kan worden opgegeven.
Web Connection 10 10.4.5 Store Address Item Omschrijving Address Book De lijst van de adresboeken die momenteel in de machine zijn geregistreerd, kan worden weergegeven. Daarnaast kunnen bestemmingen worden geregistreerd of kunnen hun instellingen worden gewijzigd. Group De lijst van de groepsbestemmingen die momenteel in de machine zijn geregistreerd, kan worden weergegeven. Daarnaast kunnen bestemmingen worden geregistreerd of kunnen hun instellingen worden gewijzigd.
Web Connection 10.4.6 10 Network Item Omschrijving TCP/IP Setting Geef de TCP/IP-instellingen op om de machine te verbinden met het netwerk. E-Mail Setting Geef de E-Mail TX/RX-instelling en de uitgebreide functies voor I-Fax op. LDAP Setting Registreer een LDAP-server wanneer u deze gebruikt. IPP Setting Geef de instellingen op voor de IPP-afdruk. FTP Setting Geef de instelling op om deze machine te gebruiken als een FTP-client of -server. SNMP Setting Geef de SNMP-instellingen op.
Web Connection 10 10-24 Item Omschrijving Network Fax Setting Geef de instellingen op voor directe SMTP-verzending en directe SMTP-ontvangst. WebDAV Settings Geef de WebDAV-clientinstellingen op. Open API Setting Geef de OpenAPI-instellingen op. TCP Socket Setting Geef de TCP-socketinstellingen op die worden gebruikt voor gegevensoverdrachten tussen de computertoepassing en deze machine.
11 Bijlage
Bijlage 11 11 Bijlage 11.1 Lijst foutberichten % Als een foutbericht verschijnt, voer dan de overeenkomende bewerking uit zoals hieronder beschreven. Bericht Oorzaak en oplossing Kan geen verbinding maken met het netwerk. Er kon geen verbinding worden gemaakt met het netwerk. Controleer of de netwerkkabel correct is aangesloten. Controleer daarnaast of de parameters voor "Netwerkinstelling" in de Beheerdersmodus correct werden opgegeven.
Bijlage 11 11.2 Tekst invoeren De volgende procedure beschrijft hoe u het toetsenbord dat verschijnt op het tiptoetsscherm kunt gebruiken om naam van geregistreerde gebruikers en aangepaste papierformaten te typen. U kunt de cijfertoetsen ook gebruiken voor het invoeren van getallen. Een van de volgende toetsenborden wordt mogelijk weergegeven.
Bijlage 11 % CS 193/173/163 Druk op [Versch.] om de toetsenbordweergave te schakelen tussen kleine letters (cijfers) en hoofdletters (symbolen).
Bijlage 11 11.2.1 Het toetsenbord vergroten Het toetsenbord kan groter worden weergegeven, zodat het gemakkelijker leesbaar is. 1 Druk, terwijl het toetsenbord wordt weergegeven, op [Vergr. AAN]. Het toetsenbord wordt vergroot weergegeven. 2 Om de vergrote weergave te annuleren en het toetsenbord opnieuw weer te geven op normale grootte, drukt u op [Vergr. UIT] terwijl het toetsenbord vergroot wordt weergegeven.
Bijlage 11.2.2 11 Tekst typen % Druk op de knop voor het gewenste teken van het toetsenbord dat is weergegeven. – Druk op [Shift] om hoofdletters of symbolen te typen. – U kunt ook getallen typen met de cijfertoetsen. De ingevoerde tekens worden weergegeven in het tekstvak. 2 Opmerking Om de instellingen ongedaan te maken wanneer het toetsenbord wordt weergegeven, drukt u op [Annuleren]. Druk op de toets [C] (wissen) om alle ingevoerde tekst te wissen.
Bijlage 11 11.3 11-8 Woordenlijst Term Omschrijving 10Base-T/100Base-TX/ 1000Base-T Een reeks specificaties onder de Ethernet-standaarden. Gebruikt kabels die bestaan uit paren gedraaide koperdraden. De verzendsnelheid van 10Base-T is 10 Mbps, van 100Base-TX 100 Mbps en van 1000Base-T 1.000 Mbps. Adobe® Flash® Software die is ontwikkeld door Adobe Systems, Inc. (voorheen ontwikkeld door Macromedia, Inc.
Bijlage 11 Term Omschrijving Ethernet Standaard voor de LAN-verbindingslijn. FTP Afkorting voor File Transfer Protocol. Een protocol voor het overdragen van bestanden via het Internet of een intranet op het TCP/IP-netwerk. Geheugen Opslagapparaat voor het tijdelijk opslaan van gegevens. Wanneer de voeding wordt uitgeschakeld kunnen de gegevens wel of niet worden gewist. Gradatie De heldere en donkere niveaus van een afbeelding.
Bijlage 11 11-10 Term Omschrijving Printerstuurprogramma Software die werkt als een brug tussen een computer en een printer. Protocol De regels die de computers in staat stellen te communiceren met andere computers of randapparaten. Proxyserver Een server die is geïnstalleerd om op te treden als tussenverbinding tussen elke client en verschillende servers om de veiligheid van het volledige systeem voor Internetverbinding efficiënt te garanderen.
12 Index
Index 12 12 Index 1-zijdig/2-zijdig 7-7 A Afb.
Index 12 E J Een document verzenden 4-9 Een document verwijderen 8-6 E-mailinstelling 7-51 Extern geheugen 7-73 ECM uit 7-50 Job 10-14 F Functie-instellingen extern geheugen 9-18 Functiecontrole 3-16 Functiecontrole – Adres controleren/ Registreren 3-16 Functiecontrole – Communicatie-instellingen 3-16 Functiecontrole – E-mailinstellingen 3-17 Fotoformaat 6-16 F-Code TX 7-56 G Geheugen RX 2-6 Geheugen RX gebruikersbox 7-67, 8-10 Gedetaill. instellingen – Densiteit 7-31 Gedetaill.
Index 12 Print Settings 10-21 Printen 7-6 Printen – Toepassing 7-10 Printen-Basis 7-7 Positie 7-28, 7-32 Positie – Positie wijzigen/verwijderen 7-28, 7-33 Positie inbindmarge 7-10 R Relay gebruikersbox 9-10 Richtinginstellingen – Inbindpositie 6-18 Richtinginstellingen – Origineelrichting 6-17 Referentie 7-40 RX-capaciteit (bestemming) 7-39 S Scaninstelling 6-8, 7-46 Scaninstellingen 6-6 Selecteer lijn 7-51 Scherpte 6-12 Security 10-19 Speciaal origineel 6-17 Standaard 6-16 Standaardprocedures m.b.t.
12 Index 12-6 CS 193/173/163
Commentaarformulier voor de lezer Commentaarformulier voor de lezer Vragen Vindt u deze handleiding nauwkeurig? O Ja O Nee Kon u na het lezen van deze handleiding het product bedienen? O Ja O Nee Geeft deze handleiding voldoende achtergrondinformatie? O Ja O Nee Is deze handleiding geschikt wat het formaat, de leesbaarheid en de structuur (layout, volgorde van de hoofdstukken, enzovoort) betreft? O Ja O Nee Kon u de informatie vinden die u nodig had? O Altijd O Meestal O Soms O Nooit Wat hebt u gebruikt om
Commentaarformulier voor de lezer Datum: Dit commentaarformulier is ingevuld door: (Indien u anoniem wenst te blijven, vul dan wel graag uw beroep in.) Naam: Beroep: Bedrijf: Telefoonnummer: Adres: Plaats: Land: Stuur dit formulier op naar: Océ-Technologies B.V. Ter attentie van ITC-gebruikersdocumentatie. Postbus 101 5900 MA Venlo Nederland E-mailadres: itc-userdoc@oce.com Kijk voor adressen van lokale Océ-organisaties op: http://www.oce.
Adressen van Océ-vestigingen Adressen van Océ-vestigingen [80] Océ-Australia Ltd. P.O. Box 363 Ferntree Gully MDC Vic 3165 Australia http://www.oce.com.au/ Océ-Österreich GmbH Postfach 95 1233 Wenen Austria http://www.oce.at/ Océ-Belgium N.V./S.A. J. Bordetlaan 32 1140 Brussel Belgium http://www.oce.be/ Océ-Brasil Comércio e Indústria Ltda. Av. das Nações Unidas, 11.857 Brooklin Novo São Paulo-SP 04578-000 Brasil http://www.oce-brasil.com.br/ Océ-Canada Inc.
Adressen van Océ-vestigingen Océ-Hungaria Kft. 1241 Budapest Pf.: 237 Hungary http://www.oce.hu/ Océ Ireland Ltd. 3006 Lake Drive Citywest Business Campus Saggart Co. Dublin Ireland http://www.oce.ie/ Océ-Italia S.p.A. Strada Padana Superiore 2/B 20063 Cernusco sul Naviglio (MI) Italia http://www.oce.it/ Océ Japan Corporation 3-25-1, Nishi Shinbashi Minato-Ku Tokio 105-0003 Japan http://www.ocejapan.co.jp/ Océ-Belgium S.A. Rue Astrid 2/A 1143 Luxembourg-Belair http://www.oce.lu/ Océ Malaysia Sdn. Bhd.
Adressen van Océ-vestigingen Océ España SA Business Park Mas Blau Osona, 2 08820 El Prat de Llobregat Barcelona Spain http://www.oce.es/ Océ-Svenska AB Sollentunavägen 84 191 27 Sollentuna Sweden http://www.oce.se/ Océ-Schweiz AG Sägereistrasse 10 CH8152 Glattbrugg Schweiz http://www.oce.ch/ Océ (Thailand) Ltd. B.B. Building 16/Floor 54 Asoke Road Sukhumvit 21 Bangkok 10110 Thailand Océ-Nederland B.V. Postbus 800 5201 AV 's-Hertogenbosch The Netherlands http://www.oce.