Operation Manual
3
Kopieerbewerkingen
3-62 CS193/CS173/CS163
3 Druk op [Positie instel.].
– Selecteer de positie van de perforatiegaten en druk vervolgens op [OK].
– Druk op [Auto] om de positie van de geperforeerde gaatjes automatisch vast te stellen volgens de
richting van het geplaatste origineel. Als de lengte van het origineel 297 mm of minder is, worden de
gaatjes geperforeerd langs de langste zijde van het papier. Als de lengte van het origineel meer is
dan 297 mm, worden de gaatjes geperforeerd langs de kortste zijde van het papier.
– Als "Auto" is geselecteerd voor de nietpositie, plaatst u het origineel met de bovenkant naar de
achterkant van de machine gericht. Als het origineel in een andere richting wordt geladen, zal het
nieten niet correct kunnen worden gepositioneerd.
– Als "Auto" is geselecteerd, wordt de perforeerpositie bovenaan of links ingesteld.
– Om de instelling te annuleren en de standaardinstelling te selecteren, drukt u op de toets [Reset].
4 Druk desgewenst op [Origineelrichting] en selecteer vervolgens de geschikte instelling voor het
origineel.
5 Druk op [OK].
Het Basisscherm wordt opnieuw weergegeven.