Operation Manual

CS193/CS173/CS163 3-71
Kopieerbewerkingen
3
4 Gebruik de cijfertoetsen op het bedieningspaneel en het toetsenbord dat op het tiptoetsscherm
verschijnt om de naam van het kopieerprogramma in te voeren.
De programmanaam kan maximum 16 tekens bevatten.
Raadpleeg "Tekst invoeren" op pagina 8-3 voor meer informatie over het typen van tekst.
5 Druk op [OK] nadat u de naam hebt ingevoerd.
U kunt het kopieerprogramma dezelfde naam geven als een kopieerprogramma dat reeds werd
geregistreerd.
Om te stoppen met het opgeven van een naam voor het kopieerprogramma, drukt u op [Annuleren].
Het scherm Roep kopieerprogramma op wordt opnieuw weergegeven. Het kopieerprogramma wordt
geregistreerd en een knop met de opgegeven naam van het kopieerprogramma verschijnt.