Operation Manual

CS193/CS173/CS163 3-109
Kopieerbewerkingen
3
1 Bepaal de positie van het origineel dat moet worden gekopieerd.
Raadpleeg "Het origineel invoeren" op pagina 3-28 voor meer informatie over het plaatsen van het
origineel.
Raadpleeg "Het origineel in afzonderlijke stapels scannen (instelling "Afzonderlijk scannen")" op
pagina 3-31 voor een origineel dat meer dan 100 pagina's bevat.
2 Plaats het papier dat moet worden gebruikt voor de invoegvellen en voor het hoofdgedeelte van het
origineel in de gewenste papierladen.
Gebruik papier met hetzelfde formaat voor de invoegvellen en voor het hoofdgedeelte van het
origineel en plaats ze in dezelfde richting.
Om wijzigingen aan de instellingen voor alle toepassingsfuncties te annuleren, drukt u op de toets
[Reset]. Alle wijzigingen aan de instellingen worden geannuleerd.
3 Druk op [Toepassing] en druk vervolgens op [Vel/omslag/hfdstk invoegen].
Raadpleeg "Papiersoorten en capaciteiten" op pagina 3-82, "Papier plaatsen in de handinvoer" op
pagina 3-24 voor meer informatie over het gebruik van dik papier voor de invoegvellen en over het
laden van het papier.
Om de instelling te annuleren en de standaardinstelling te selecteren, drukt u op de toets [Reset].
Het scherm Vel/omslag/hoofdstuk invoegen verschijnt.
4 Druk op [Vel invoegen].
Om de functie "Vel invoegen" te annuleren, drukt u op [Nee].
Het scherm Vel invoegen wordt weergegeven.