Operation Manual
CS193/CS173/CS163 4-5
Afdrukbewerkingen
4
2
Opmerking
Het papierformaat "12 e 18" is equivalent met 304,8 e 457,2 mm dat iets groter is dan A3.
Om op andere papierformaten dan de standaardformaten af te drukken, moet u eerst de aangepaste
papierformaten instellen. U kunt een afwijkend formaat registreren door "Aangepast formaat" te
selecteren in de optie Papierformaat of de optie Origineel formaat.
Wanneer "W" is geselecteerd voor elk standaard papierformaat, kunnen de gegevens worden
gecentreerd en afgedrukt.
Als u bijvoorbeeld gegevens op 8-1/2 e 11 formaat wilt centreren en afdrukken op papier met het
formaat 11 e 17, geeft u in het printerstuurprogramma "8 1/2 e 11W" op als het papierformaat en
"Handinvoer" als de papierlade. Om af te drukken, stelt u papier met het formaat 11 e 17 in voor de
opgegeven lade ("Handinvoer"). Selecteer [Basisscherm (Papier)] – [Wijzig ladeinstell.] – [Breed papier]
op het bedieningspaneel, selecteer "8 1/2 e 11W" onder [Wijzig formaat] en voer het formaat 11 e 17 in.
Geef "Dubbelzijdig 2" om af te drukken op de achterkant van de pagina.
Uitvoermethode Afdr. Drukt onmiddellijk af.
Afdruk beveiligen Slaat het document dat moet worden afgedrukt op in
"Beveiligd afdrukken gebruikersbox" (Secure Print
User Box) van deze machine. Wanneer u wilt afdruk-
ken, wordt u gevraagd de ID en het wachtwoord in te
voeren op het bedieningspaneel van de machine. Se-
lecteer deze optie wanneer u zeer vertrouwelijke do-
cumenten afdrukt.
Opslaan in gebr.mailbox Slaat het document op dat moet worden afgedrukt in
de gebruikersbox van deze machine.
Opsl. in gebr.mailbox/Afdr. Slaat het document op in een box en drukt het tegelij-
kertijd af.
Testafdruk Nadat één kopie van het document is afgedrukt, stopt
de machine het afdrukken tijdelijk. Selecteer deze op-
tie om te vermijden dat een groot volume afdrukop-
drachten verkeerd wordt afgedrukt.
[Gebruikers-
instellingen]
— Bepaalt de ID en het wachtwoord of het bestands-
naam en het boxnummer wanneer u "Beveiligd af-
drukken" of "Opslaan in mailbox" gebruikt.
[Authenticatie/
Gebr.registratie]
— Bepaalt de gebruikersnaam en het wachtwoord wan-
neer u de gebruikersauthenticatie uitvoert en de afde-
lingsnaam en het wachtwoord wanneer u de
gebruikersregistratie uitvoert op deze machine.
Kopie 1 tot 999 Bepaal het aantal exemplaren dat moet worden afge-
drukt.
Sorteren AAN/UIT Bepaalt of meerdere kopieën moeten worden afge-
drukt door ze te sorteren.
Offset AAN/UIT Verschuift de uitvoerpositie van elke set wanneer
meerdere exemplaren worden afgedrukt.
[Papierinstellingen
voor elke lade]
Instellingen papiertype Selecteert de papierlade die moet worden opgegeven.
De selecteerbare items verschillen afhankelijk van de
opties die zijn geïnstalleerd.
Papiersoort Selecteert het type papier dat in de papierlade moet
worden geladen.
Functienaam Optie Omschrijving