Operation Manual

CS 193/173/163 9-5
Afdrukfunctie van Mac OS X
9
9.2.2 Registratie van de standaardinstellingen
De instellingen die zijn opgegeven voor de functies van deze machine wanneer wordt afgedrukt, kunnen
alleen worden toegepast tijdens het gebruik van de toepassing. Wanneer de toepassing wordt afgesloten,
worden de instellingen opnieuw ingesteld naar de standaardwaarden.
Om de instellingen te registreren, slaat u de instellingen in de printerstuurprogramma-instelling op.
Voor Mac OS X kunt u de papierinstelling registreren als de standaardinstelling. Om andere afdrukfuncties in
te stellen, slaat u de instelling op met de functie "Presets" en gebruikt u de functies door ze op te roepen
wanneer dat nodig is.
1 Selecteer in het dialoogvenster "Page Setup" de optie "Settings" en sla de instellingen op door "Save
as Default" te selecteren.
2 Selecteer in het dialoogvenster "Print" de optie "Presets" en sla de functies van het printerstuur-
programma op door "Save as" te selecteren.
Wanneer u deze instelling gebruikt, maakt u uw keuze uit "Presets".
!
Detail
Raadpleeg "Parameterdetails" op pagina 9-8 voor de werking en instellingen van het printerstuur-
programma.