Operation Manual
CS 193/173/163 12-19
Instellingen op het bedieningspaneel
12
12.2.13 Perforeren
U kunt de perforeerinstelling opgeven wanneer de gegevens die moeten worden afgedrukt geen informatie
over de perforeerinstelling bevatten. (Standaardinstelling: UIT)
!
Detail
Raadpleeg "Het scherm Gebruikersinstelling weergeven" op pagina 12-3 voor details over het
weergeven het scherm Gebruikersinstelling.
1 Druk op [5 Afdrukinstel.] in het scherm Gebruikersinstelling.
2 Druk op [2 Papierinstelling].
3 Druk op of om te schakelen tussen de pagina's en druk vervolgens op [Perforeren].
4 Druk op de knop voor de gewenste instelling.
2
Opmerking
De functie Perforeren is alleen beschikbaar wanneer de optionele perforeereenheid is geïnstalleerd op
de optionele afwerkingseenheid.