Operation Manual
CS 193/173/163 14-5
Verhelpen van storingen
14
14.2 Niet in staat gewenste instellingen vast te leggen of niet in staat om af
te drukken zoals ingesteld
% Voer deze procedures voor het verhelpen van storingen uit, als u niet de gewenste instellingen in het
printerstuurprogramma kunt vastleggen, of als de afdrukresultaten niet overeenstemmen met de
opgegeven instellingen.
2
Opmerking
Sommige printerstuurprogrammafuncties kunnen niet gecombineerd worden met andere functies.
14.2.1 De instellingen van het printerstuurprogramma hebben geen effect
Probleem Oorzaak Oplossing
Een printerstuurprogramma-instel-
ling kan niet geselecteerd worden.
Sommige functies kunnen niet wor-
den gecombineerd.
Probeer geen instellingen te selecte-
ren die niet beschikbaar zijn.
Het bericht "Conflicten" wordt weer-
gegeven met de melding "Kan niet se-
lecteren" of "Functie geannuleerd".
Er is een verkeerde combinatie van
functies opgegeven.
Controleer de instellingen en stel de
functies correct in.
Afdrukken wordt niet uitgevoerd zoals
opgegeven.
Er zijn mogelijk verkeerde instellin-
gen opgegeven.
Controleer iedere instelling in het
printerstuurprogramma.
De functie-instellingen kunnen wor-
den gecombineerd in het printer-
stuurprogramma, maar niet op deze
machine.
Instellingen voor papierformaat, af-
drukstand en andere instellingen die
zijn opgegeven in de toepassing,
hebben mogelijk voorrang op de in-
stellingen die zijn vastgelegd in het
printerstuurprogramma.
Geef de juiste instellingen in de toe-
passing op.
Het watermerk kan niet worden afge-
drukt.
Het watermerk is mogelijk niet cor-
rect ingesteld.
Controleer de instellingen van het
watermerk.
De watermerkdensiteit is mogelijk
op een te lage waarde ingesteld.
Controleer de densiteitsinstellingen.
In sommige gevallen kunnen water-
merken niet worden afgedrukt in
grafische toepassingen.
Als dat het geval is, kan er geen wa-
termerk worden afgedrukt.
De nietfunctie kan niet ingesteld wor-
den.
Nieten is niet mogelijk, als "Papierty-
pe" ingesteld is op "Dik" of "Trans-
parant".
Controleer iedere instelling in het
printerstuurprogramma.
Voor de nietfunctie is de optionele
afwerkingseenheid vereist.
Installeer de vereiste optionele af-
werkingseenheid en schakel deze in
via het printerstuurprogramma.
Nieten kan niet worden uitgevoerd. Wanneer een groot aantal pagina's
wordt afgedrukt, kan het nieten niet
worden uitgevoerd.
Wijzig het aantal pagina's dat moet
worden afgedrukt.
Nieten is niet mogelijk als het docu-
ment pagina's met verschillende for-
maten bevat.
Controleer het document.
De nietjes zit niet op de verwachte
plaats.
De instelling Afdrukstand is niet cor-
rect.
Controleer de nietpositie in het dia-
loogvenster met de instellingen van
het printerstuurprogramma.
De perforeerfunctie kan niet worden
ingesteld.
Perforeren kan niet ingesteld
worden als "Boekje", "OHP-trans-
paranten", "Dik2", "Dik3" of "Enve-
loppe" gekozen is.
Controleer iedere instelling in het
printerstuurprogramma.
De optionele afwerkingseenheid en
een perforeereenheid zijn vereist.
Installeer de vereiste optionele af-
werkingseenheid en schakel deze in
via het printerstuurprogramma.
De pagina's zijn niet geperforeerd. Afgedrukte pagina's kunnen zonder
te perforeren uitgevoerd worden, als
het papier in de verkeerde richting in
de papierbron geplaatst is.
Controleer de instelling voor de af-
drukstand.