Operation Manual
4
Installatie met behulp van de wizard Printer toevoegen
4-12 CS 193/173/163
Het printerstuurprogramma installeren door een poort te maken met behulp van de wizard Printer
toevoegen
2
Let op
Wanneer u op Windows Vista installeert, zijn beheerdersmachtigingen vereist.
De printers worden gevonden tijdens de installatie. Sluit deze machine aan op het netwerk en schakel
vervolgens de voeding in.
1 Plaats de cd-rom met het printerstuurprogramma in het cd-romstation van de computer.
2 Klik op de knop [Start] en klik vervolgens op "Configuratiescherm".
3 Klik onder "Hardware en geluid" op de optie "Printer".
– Als het Configuratiescherm wordt weergegeven in de Klassieke weergave, dubbelklikt u op
"Printers".
Het venster Printers verschijnt.
4 Klik in de werkbalk op "Printer toevoegen".
De venster Printer toevoegen verschijnt.
5 Klik op "Lokale printer toevoegen".
Het dialoogvenster Printerpoort kiezen verschijnt.
6 Klik op "Nieuwe poort maken" en selecteer het poorttype.
– Wanneer een LPR/Poort9100-verbinding wordt gebruikt, selecteert u "Standaard TCP/IP-poort".
– Wanneer een SMB-verbinding wordt gebruikt, selecteert u "Lokale poort".
7 Klik op [Volgende].
8 Geef het IP-adres en de poort op.
– Wanneer u een LPR/Poort9100-verbinding gebruikt, selecteert u "TCP/IP-apparaat" en voert u het
IP-adres in.
– Wanneer een SMB-verbinding wordt gebruikt, voert u "\\NetBIOS-naam\afdrukservicenaam" in het
vak "Geef een poortnaam op" in.
– Wanneer zowel LPR als Poort9100 zijn ingeschakeld voor deze machine, worden het printerstuur-
programma en de machine zijn verbonden met LPR.
– Voer dezelfde NetBIOS-naam en afdrukservicenaam op als de gegevens die verschijnen onder
"Afdrukinstelling" in het scherm SMB instelling van deze machine.
9 Klik op [Volgende].
– Ga naar stap 10 als het dialoogvenster Extra poortgegevens nodig verschijnt.
– Ga naar stap 13 als het dialoogvenster Printerstuurprogramma installeren verschijnt.
10 Kies "Afwijkend" en klik vervolgens op [Instellingen].
11 Wijzig de instellingen volgens de poort en klik vervolgens op de knop [OK].
– Voor een LPR-verbinding selecteert u "LPR" en voert u vervolgens "Afdrukken" in het vak
"Wachtrijnaam" in.
– Voor een Poort9100-verbinding selecteert u "RAW" en voert u het RAW poortnummer (standaard
9100) in het vak "Poortnummer" in.
– De hier ingevoerde informatie is hoofdlettergevoelig.
12 Klik op [Volgende].
Het dialoogvenster Printerstuurprogramma installeren wordt weergegeven.
13 Klik op [Bladeren].
14 Klik op [Bladeren].