Operation Manual
4
Installatie met behulp van de wizard Printer toevoegen
4-14 CS 193/173/163
4.2.2 Netwerkverbinding (IPP of IPPS)
Geef voor IPP-afdruk de netwerkinstelling op voordat u het printerstuurprogramma installeert.
De TCP/IP-instelling voor deze machine opgeven
Stel hier het IP-adres van dit apparaat in.
!
Detail
Raadpleeg de handleiding – Netwerkbeheerder voor meer informatie over het opgeven van het IP-adres
van deze machine.
De IPP-instellingen voor deze machine opgeven
Schakel IPP-afdruk in onder "IPP instelling" van deze machine.
!
Detail
Raadpleeg de handleiding – Netwerkbeheerder voor meer informatie over het opgeven van de IPP-
instellingen van deze machine.
Om IPPS-afdruk te gebruiken, moet het certificaat worden geregistreerd naar deze machine.
Raadpleeg de handleiding – Netwerkbeheerder voor meer informatie.
Het printerstuurprogramma installeren met behulp van de wizard Printer toevoegen
2
Let op
Wanneer u op Windows Vista installeert, zijn beheerdersmachtigingen vereist.
1 Plaats de cd-rom met het printerstuurprogramma in het cd-romstation van de computer.
2 Klik op de knop [Start] en klik vervolgens op "Configuratiescherm".
– Als het Configuratiescherm wordt weergegeven in de Klassieke weergave, dubbelklikt u op
"Printers".
3 Klik onder "Hardware en geluid" op de optie "Printer".
Het venster Printers verschijnt.
4 Klik in de werkbalk op "Printer toevoegen".
De venster Printer toevoegen verschijnt.
5 Klik op "Een netwerk-, draadloze of Bluetooth-printer" toevoegen.
De aangesloten printers worden gevonden.
6 Klik in het venster met de zoekresultaten op "De gewenste printer wordt niet weergegeven".
7 Voer het URL voor deze machine in het vak "Een gedeelde printer op naam selecteren" in de volgende
notatie en klik vervolgens op de knop [Volgende].
– http:// (IP_adres_van_machine) /ipp Voorbeeld: als het IP-adres van deze machine 192.168.1.20 is,
voert u http://192.168.1.20/ipp in.
– Wanneer u het gebruik van IPP-afdruk opgeeft, voert u "https:// < hostnaam>.<domeinnaam>/ipp"
in. Het venster voor het bevestigen van de gebruikersnaam en het wachtwoord kan verschijnen in
de loop van de installatie.
Gebruik voor de hostnaam en de domeinnaam de namen die op deze machine zijn opgegeven en
die de namen zijn die zijn opgegeven voor de instellingen "Algemene naam" voor het certificaat.
– Wanneer het certificaat van deze machine niet is gepubliceerd door de certificeringsinstantie,
registreert u vooraf het certificaat van deze machine op Windows Vista als een certificaat van
"Vertrouwde uitgevers" voor de "Computeraccount".
8 Klik op [Bladeren].