Operation Manual

4
Installatie met behulp van de wizard Printer toevoegen
4-26 CS 193/173/163
4.4 Windows NT 4.0
4.4.1 Netwerkverbinding (LPR)
Wanneer u LPR-afdruk gebruikt, geeft u de poort op tijdens de installatie van het printerstuurprogramma.
TCP/IP-instelling voor deze machine
Geef het IP-adres op in het scherm TCP/IP-instelling van deze machine.
!
Detail
Raadpleeg de handleiding – Netwerkbeheerder voor meer informatie over het opgeven van het IP-adres
van deze machine.
LPD-instelling voor deze machine
Om LPR-afdruk te gebruiken, schakelt u LPD-afdruk in het scherm LPD instelling van deze machine in.
!
Detail
Raadpleeg de handleiding – Netwerkbeheerder voor meer informatie over het opgeven van de LPD-
instellingen van deze machine.
Het printerstuurprogramma installeren met behulp van de wizard Printer toevoegen
2
Let op
Wanneer u op Windows NT 4.0 installeert, zijn beheerdersmachtigingen vereist.
Om de LPR-poort in Windows NT 4.0 te gebruiken, moeten de Microsoft TCP/IP-afdrukservices op de
computer zijn geïnstalleerd.
1 Plaats de cd-rom met het printerstuurprogramma in het cd-romstation van de computer.
2 Klik op de knop [Start], ga naar "Instellingen" en klik vervolgens op "Printers".
3 Dubbelklik op "Printer toevoegen".
De wizard Printer toevoegen verschijnt.
4 Volg de instructies op het scherm.
5 Selecteer "Deze computer" in het dialoogvenster voor het opgeven van de verbindingsmethode en klik
vervolgens op [Volgende].
6 Klik op [Volgende].
Een scherm voor het opgeven van de poorten verschijnt.
7 Klik op de knop [Poort toevoegen].
8 Kies in de lijst "Beschikbare printerpoorten" "LPR-poort" en klik vervolgens op [Nieuwe poort].
9 Geef IP-adres van deze machine op in het vak "Adres" en selecteer "Afdrukken" in het vak
"Wachtrijnaam". Klik daarna op [OK].
De hier ingevoerde informatie is hoofdlettergevoelig.
10 Selecteer de gemaakte poort en klik vervolgens op de knop [Volgende].
11 Klik op [Bladeren].
12 Klik op [Bladeren].