Operation Manual

CS 193/173/163 8-3
Afdrukfuncties van de PCL/PS-stuurprogramma's voor Windows
8
8 Afdrukfuncties van de PCL/PS-stuurprogramma's voor
Windows
8.1 Afdrukbewerkingen
De afdrukopdrachten worden opgegeven vanaf de toepassingssoftware.
1 Open de gegevens in de toepassing, klik op de knop [Bestand] en klik vervolgens in het menu op
"Afdrukken".
Als het menu niet beschikbaar is, klikt u op de knop [Afdrukken].
2 Controleer of de printernaam is geselecteerd in "Printernaam" of "Printer selecteren".
Als de printer niet is geselecteerd, klikt u op de gewenste printer om deze te selecteren.
Het dialoogvenster Print verschilt afhankelijk van de toepassing.
3 Geef het afdrukbereik en het aantal af te drukken exemplaren op.
4 Klik op de knop [Eigenschappen] of de knop [Voorkeursinstellingen] om de instellingen van het printer-
stuurprogramma te wijzigen, indien nodig.
Wanneer u in het dialoogvenster Afdrukken op de knop [Eigenschappen] of [Voorkeursinstellingen]
klikt, kunt u de instellingen opgeven voor elk model in het dialoogvenster van het printerstuur-
programma dat wordt geopend. Raadpleeg "Parameterdetails" op pagina 8-9 voor meer informatie.
Als de gewijzigde instellingen niet zijn opgeslagen in het dialoogvenster Afdrukken, worden de
originele instellingen hersteld wanneer de toepassing wordt afgesloten.
5 Klik op de knop [Afdrukken].
De gegevensindicator van deze machine knippert.