Operation Manual
CS250/CS240/CS231 7-7
Nuttige verzendfuncties
7
[Communicatie/ont-
vangstmethode-instellin-
gen]
[Snel Geheugen TX] Functie waarmee alle pagina's stuk voor stuk worden ge-
scand en verzonden. Zie pagina 3-38 voor meer informa-
tie.
[Opvragen RX] Functie waarmee een origineel dat in het faxapparaat van
de afzender is geplaatst, of een origineel dat voor polling-
verzending is gereserveerd, worden verzonden wanneer
een ontvanger dit opvraagt. Zie pagina 9-7 voor meer in-
formatie.
[Timer TX] Functie waarmee een verzending op een opgegeven tijd-
stip wordt uitgevoerd. Zie pagina 3-42 voor meer infor-
matie.
[Wachtwoord TX] Functie waarmee een fax die met een wachtwoord is be-
veiligd, wordt verzonden als het apparaat van de ontvan-
ger is ingesteld voor communicatie in een gesloten
netwerk. Zie pagina 7-45 voor meer informatie.
[Opvragen TX] Functie waarmee het gescande origineel in een opvraag-
geheugen wordt opgeslagen, zodat dit op verzoek van de
ontvanger kan worden verzonden. Zie pagina 9-3 voor
meer informatie.
[F-code TX] Functie waarmee een vertrouwelijke gebruikersbox en re-
lay-aanvraag worden gebruikt door een SUB-adres en
verzend-ID (wachtwoord) op te geven. Zie pagina 7-49,
pagina 7-51 voor meer informatie.
[Faxkoptekstinstellingen] Voor iedere opdracht kan worden opgegeven welke
broninformatie in de fax moet worden opgenomen voor
de verzending. Zie pagina 7-54 voor meer informatie.
Schermweergave Beschrijving