Operation Manual
CS250/CS240/CS231 7-21
Nuttige verzendfuncties
7
7.7 Een origineel kopiëren en de fax verzenden (Pagina afdrukken)
Met deze functie wordt tijdens een faxverzending tevens een kopie afgedrukt. Het aantal afdrukken kan
worden ingesteld, en ook de functies voor 2-zijdig afdrukken en nietmarge kunnen worden ingesteld.
2
Opmerking
Voor gebruik van de nietfunctie moet de optionele afwerkeenheid geïnstalleerd zijn.
Deze functie kan niet samen met de volgende functie worden gebruikt:
Snel Geheugen TX
1 Druk op de toets [Fax/Scan] om het scherm Fax/Scan weer te geven.
2 Plaats het origineel.
– Zie "Het origineel plaatsen' op pagina 3-6 voor meer informatie over het plaatsen van originelen.
3 Druk op [Scaninstellingen] en dan op [Toepassing].
4 Druk op [Pagina afdrukken].
5 Selecteer de gewenste instellingen en druk op [OK].
– Geef het gewenste aantal sets op via het toetsenbord.
– Druk op [C] (wissen) om het aantal afdrukken terug te zetten op 1.
– Druk op [1-zijdig] of [2-zijdig] om op te geven of enkel- of dubbelzijdig moet worden afgedrukt.
– Druk op [Hoek] of op [2 positie] om de nietmarge op te geven, of druk op [Geen] om de nietmarges
te annuleren.