Operation Manual
7
Nuttige verzendfuncties
7-42 CS250/CS240/CS231
7.17 Het ontvangende apparaat controleren en de fax verzenden (Contr.
best. & Verzend.)
Het opgegeven faxnummer wordt vergeleken met de faxnummerinformatie van de ontvanger (CSI) en de fax
wordt alleen verzonden als de informatie overeenkomt. Als de nummers niet overeenkomen, treedt er een
communicatiefout op en wordt verzending naar een onjuiste bestemming geblokkeerd.
!
Detail
De functie voor het controleren van de bestemming kan ook tijdens het registreren van een adres in het
adresboek worden opgegeven. In de instellingen van Contr. best. & Verzend., krijgen de instellingen in
Communicatie-instellingen van het scherm Fax/Scan prioriteit over de informatie die in het adresboek
is opgenomen.
1 Druk op de toets [Fax/Scan] om het scherm Fax/Scan weer te geven.
2 Plaats het origineel.
– Zie "Het origineel plaatsen' op pagina 3-6 voor informatie over het plaatsen van originelen.
3 Druk op [Communicatie-instellingen].
4 Druk op [Lijninstellingen].
5 Druk op [Ja] in "Contr. best. & Verzend".