Operation Manual
7
Nuttige verzendfuncties
7-44 CS250/CS240/CS231
7.18 De bestemming van een fax controleren alvorens de fax te verzenden
(Bestem. controle weergavefunctie)
Wanneer de bestemming is opgegeven en op [Start] is gedrukt, verschijnt het scherm met de
bestemmingenlijst. De bestemming kan zodoende worden gecontroleerd voordat de fax naar een verkeerd
nummer kan worden verzonden.
!
Detail
Voor gebruik van de controlefunctie voor bestemmingen, dient [Bestemming controle weergavefunctie]
te zijn ingesteld op [AAN]. Zie "Instelling AAN/UIT opgeven voor de functie (Instelling Functie AAN/UIT)'
op pagina 11-46 voor meer informatie.
1 Druk op de toets [Fax/Scan] om het scherm Fax/Scan weer te geven.
2 Plaats het origineel.
– Zie "Het origineel plaatsen' op pagina 3-6 voor informatie over het plaatsen van originelen.
3 Stel indien nodig de [Scaninstellingen], [Origineelinstellingen] en [Communicatie-instellingen] in.
– Zie "Scaninstellingen opgeven' op pagina 3-9 of "Scaninstellingen' op pagina 7-3 voor meer
informatie over scaninstellingen.
– Zie "Origineelinstelling' op pagina 7-5 voor meer informatie over origineelinstellingen.
– Zie "Communicatie-instelling' op pagina 7-6 voor informatie over communicatie-instellingen.
4 Geef de bestemming op.
– Zie "Meerdere adressen opgeven (sequentiële verzending of broadcast-verzending)' op
pagina 3-19 en "Eén adres opgeven' op pagina 3-13 voor meer informatie over bestemmingen.
5 Druk op de toets [Start].
Het scherm Controleer adres wordt weergegeven.
6 Controleer of de bestemming juist is ingevoerd en druk op [Verzenden] of op de toets [Start].
– Als de fax niet kan worden verzonden omdat de lijn van de ontvanger in gesprek is, wordt het
nummer opnieuw gekozen. Zie "Problemen met verzenden' op pagina 3-27 voor meer informatie
over opnieuw kiezen.
– Zie "Verzending afbreken' op pagina 3-32 voor informatie over het stoppen van een verzending.
– Zie "Fax kan niet worden verzonden' op pagina 5-3 als de fax niet kan worden verzonden.
Het gescande origineel wordt als een geplande opdracht opgeslagen in het geheugen en wordt
verzonden.