Operation Manual

9
Polling (of opvragen)
9-4 CS250/CS240/CS231
6 Druk op [Normaal].
Druk op [Nee] om de instelling te annuleren.
7 Druk op [OK].
Het apparaat keert terug naar het scherm Communicatiemethode-instellingen.
8 Druk op [OK].
Het apparaat keert terug naar het scherm Communicatie-instellingen.
9 Druk op [Sluit].
Het apparaat keert terug naar het scherm Fax/Scan.
10 Stel desgewenst overige functies in.
Zie "Scaninstellingen opgeven' op pagina 3-9 of "Scaninstellingen' op pagina 7-3 voor meer
informatie over scaninstellingen.
Zie "Origineelinstelling' op pagina 7-5 voor meer informatie over origineelinstellingen.
Zie "Communicatie-instelling' op pagina 7-6 voor informatie over communicatie-instellingen.
11 Druk op de toets [Start].
Zie "Fax kan niet worden verzonden' op pagina 5-3 als de fax niet kan worden verzonden.
Het gescande origineel wordt als een opvraagverzending opgeslagen in het geheugen en wordt
verzonden als een ontvanger een aanvraag voor verzending stuurt.