Operation Manual
10
Instellingen registreren en opgeven
10-8 CS250/CS240/CS231
5 Voer de naam van de bestemming in en druk op [OK].
– De naam kan uit maximaal 24 tekens bestaan.
– Zie "Tekst invoeren' op pagina 13-3 voor informatie over het invoeren van tekens.
6 Registreer het zoekteken (indexteken) en druk op [OK].
– Druk op de indextoets van het zoekteken dat geregistreerd moet worden in [Hoofd] - [(vaak
gebruikte adressen)].
– Als het zoekteken wordt opgegeven voor bestemmingen die veelvuldig worden gebruikt, wordt dit
weergegeven boven aan het tabblad [Adresboek] wanneer [Hoofd] wordt geselecteerd.
– Gewoonlijk wordt automatisch het eerste teken van een geregistreerde naam gebruikt als
zoekteken.
7 Controleer de informatie en druk op [Ja] en vervolgens op [OK].
– De naam van de registratie kan worden gewijzigd door op [Naam] te drukken. Nadat de wijzigingen
zijn gemaakt, verschijnt tevens het scherm Index.
– Zoektekens kunnen worden gewijzigd door op [Index] te drukken.
Het adres is geregistreerd.