Operation Manual

CS250/CS240/CS231 10-11
Instellingen registreren en opgeven
10
10.3 Groepsbestemmingen registreren
Meerdere adressen kunnen worden gegroepeerd en als een groepsbestemming worden geregistreerd.
Groepsbestemmingen zijn vooral nuttig voor verzending van dezelfde informatie in rondzendingen of voor
polling-ontvangst.
U kunt maximaal 100 groepen registreren (01 t/m 99, 00), waaronder de groepen die worden gebruikt met de
scanfuncties.
In het adresboek kunnen maximaal 500 adressen in één groepsbestemming worden opgenomen.
Alleen adressen die in het adresboek geregistreerd zijn, kunnen worden opgenomen in een
groepsbestemming. Een groepsbestemming kan pas worden geregistreerd nadat eerst de individuele
adressen in het adresboek zijn geregistreerd.
Aan iedere groep kan een naam worden toegewezen.
Hier volgt een beschrijving van de procedures voor het registreren van een adres en naam in een
groepsbestemming, het wijzigen en het verwijderen van geregistreerde groepsbestemmingen.
2
Opmerking
Een groep kan niet worden geregistreerd als de naam en de bestemming niet zijn ingesteld.
!
Detail
Adresboek, groepsbestemmingen en programma-adressen kunnen met gebruik van Web Connection
worden ingevoerd.
Als Web Connection wordt gebruikt, kunnen wijzigingen aan instellingen en bestemmingen vanaf een
netwerkcomputer worden gemaakt.
Raadpleeg de Handleiding - Bewerkingen Web Connection voor informatie over het gebruik van Web
Connection.
De geregistreerde adressen kunnen worden bekeken in de Groepsadreslijst.
Zie "De groepsadreslijst afdrukken' op pagina 12-35 voor meer informatie over de Groepsadreslijst.
Zie "Het adresboek registreren' op pagina 10-4 voor meer informatie over het registreren van adressen
in het adresboek.
Groepsbestemmingen registreren
Volg de onderstaande procedure om groepsbestemmingen te registreren.
1 Open het scherm Scan/Faxadres registreren.
Zie "Het faxregistratiescherm weergeven' op pagina 10-3 voor informatie over de methoden voor
het weergeven van het scherm Scan/Faxadres registreren.
2 Druk op [Groep].
Het nummer dat op een toets in Hulpprogramma wordt weergegeven, kan via het toetsenbord
worden ingevoerd en geselecteerd. Druk voor [Groep] op nummer [2] op het toetsenbord.