Operation Manual
CS250/CS240/CS231 10-17
Instellingen registreren en opgeven
10
7 Druk op [Naam], voer een naam in voor het programma-adres en druk op [OK].
– De naam kan uit maximaal 24 tekens bestaan.
– Zie "Tekst invoeren' op pagina 13-3 voor informatie over het invoeren van tekst.
8 Druk op [Adres].
9 Druk op [Geregistrerde adres] of [Directe invoer] en voer een bestemming in.
– Als op [Geregistrerde adres] wordt gedrukt, selecteert u een bestemming uit het adresboek of uit de
groepsadressen. Ga door naar stap 10.
– Als [Directe invoer] wordt gekozen, voert u het faxnummer in. Ga door naar stap 13.
10 Druk op [Fax].
11 Selecteer de bestemming die u wilt registreren als programma-adres en druk op [OK].
– U kunt niet meerdere bestemmingen selecteren. Als u meerdere bestemmingen wilt opgeven,
dienen deze eerst in een groepsbestemming te worden opgenomen. Zie "Groepsbestemmingen
registreren' op pagina 10-11 voor meer informatie over het registreren van groepsbestemmingen.