Operation Manual
CS250/CS240/CS231 10-31
Instellingen registreren en opgeven
10
4 Druk op [Relay gebr. box].
5 Druk op [Nieuw].
– Zie "Instelling AAN/UIT opgeven voor de functie (Instelling Functie AAN/UIT)' op pagina 11-46 voor
meer informatie over de instellingen voor Relay RX.
– Zie "Een relay-bestemming instellen en de fax verzenden (F-code TX)' op pagina 7-51 voor
informatie over het verzenden van een fax door een relay-bestemming op te geven.
– Voor meer informatie over het registreren van groepsbestemmingen, zie "Groepsbestemmingen
registreren' op pagina 10-11.
6 Voer waarden in voor [Gebruikersboxnr.], [Gebr. boxnaam], [Relay adres] en [Relay TX wachtwoord].
– De naam kan uit maximaal 20 tekens bestaan.
– Geef de groepsbestemming op die van tevoren als de relay-bestemming is ingesteld.
– Voer een wachtwoord in met de cijfers 0-9 en de symbolen * en #.
– U kunt het gebruikersboxnummer wijzigen door op [Gebruikersboxnr.] te drukken en vervolgens het
toetsenblok te gebruiken om een nummer in te voeren. Als een bestemming reeds staat
geregistreerd onder het ingevoerde nummer, wordt een foutbericht weergegeven en kan de
bestemming niet worden geregistreerd onder het desbetreffende nummer.
– Druk op [Annuleren] als u de registratie wilt afbreken.