Operation Manual
10
Instellingen registreren en opgeven
10-32 CS250/CS240/CS231
7 Druk op [OK].
De gebruikersbox is nu geregistreerd.
8 Druk op [Sluit].
– Ga terug naar stap 5 als u nog een gebruikersbox wilt registreren.
9 Druk op [Sluit] totdat het scherm Fax/Scan weer wordt weergegeven.
Werking van relay-distributie
Tijdens relay-distributie functioneren de faxapparaten als volgt:
!
Detail
Als de optie [Relay afdruk] in Hulpprogramma voor het relay-tussenstation is ingesteld op [AAN], wordt
het relay-origineel na distributie afgedrukt. Zie "Instelling AAN/UIT opgeven voor de functie (Instelling
Functie AAN/UIT)' op pagina 11-46 voor meer informatie.
10.9 De geheugen RX gebruikersbox instellen
Het ontvangen document wordt opgeslagen in de Geheugen RX gebruikersbox wanneer [Geheugen RX
instelling] is ingeschakeld in Hulpprogramma.
!
Detail
Zie "Documenten gebruiken die in het geheugen zijn ontvangen' op pagina 8-5 voor informatie over het
afdrukken van documenten die zijn ontvangen met de functie Geheugen RX.
Bronstation
Voer een relay-verzoek uit.
Stel het relay-boxnummer en relay-wachtwoord in en stuur de fax naar een relay-tussenstation.
Relay-tussenstation
Voert de distributie uit.
Het ontvangen document wordt tijdelijk in een opgegeven relay-box in het geheugen opgeslagen.
Het document in de Relay gebruikersbox wordt naar de groepsbestemmingen verzonden die in de Relay gebruikersbox
zijn geregistreerd.
Eindstation
Ontvangst
Document wordt van het relay-station ontvangen.