Operation Manual
CS250/CS240/CS231 11-35
De modus Hulpprogramma
11
6 Selecteer het adres waarvoor het adresniveau moet worden ingesteld.
7 Stel het adresniveau in.
– Als de instelling van toepassing is op een groep die is aangemaakt met [Groep registreren], drukt u
op [Groep Toepassen], drukt u op de groepstoets en vervolgens op [OK].
– Als de instelling van toepassing is op een adresniveau, drukt u op [Niveau toepassen], drukt u op
de niveautoets en vervolgens op [OK].
Het adresniveau is nu ingesteld.
8 Druk op [Sluit] totdat het scherm Fax/Scan weer wordt weergegeven.