Operation Manual

CS250/CS240/CS231 2-5
Alvorens dit apparaat in gebruik te nemen
2
2
Let op
Druk niet met teveel kracht op het aanraakscherm om beschadiging van het scherm te vermijden.
Druk ook niet op het scherm met scherpe of harde voorwerpen.
Indien het servicescherm (pagina 5-6) wordt weergegeven en het apparaat niet kan worden bediend,
dient u de foutcode te noteren, de stekker van het apparaat uit het stopcontact te verwijderen en
onmiddellijk contact op te nemen met uw technische vertegenwoordiger, aangezien er risico voor een
defect in het apparaat bestaat. Geef uw vertegenwoordiger de foutcode, die werd weergegeven op het
moment dat het probleem zich voordeed.
12 Toets [C] (wissen) Druk op deze toets om een via het toetsenbord ingevoerde waarde, of
een teken dat via het schermtoetsenbord is ingevoerd, te wissen.
13 Toetsenbord Gebruik het toetsenbord om nummers in te voeren. De toetsen kunnen
worden gebruikt om telefoonnummers in te voeren en waarden in te
stellen.
14 Toets [Help] Druk op deze toets om het Help-scherm te openen.
In dit scherm worden een uitleg en bedieningsprocedures voor de
functies van het apparaat weergegeven.
15 Toets [Display vergroten] Druk op deze toets om het display te vergroten.
16 Toets [Toegankelijkheid] Druk op deze toets om het scherm weer te geven met functies voor ge-
bruikerstoegang.
Raadpleeg Handleiding – Kopieerbewerkingen voor meer informatie.
17 Toets [Spaarstand] Als u op deze toets drukt, wordt de energiespaarstand ingeschakeld.
Wanneer het apparaat in de energiespaarstand staat, gaat het lampje
in de toets [Spaarstand] groen branden en wordt het aanraakscherm
uitgeschakeld. Druk nogmaals op de toets [Spaarstand] om de ener-
giespaarstand weer uit te schakelen.
18 Toets [Toegang] Als instellingen voor gebruikersverificatie of accountregistratie worden
toegepast, drukt u op deze toets nadat u de gebruikersnaam en het
wachtwoord (voor gebruikersverificatie) of de accountnaam en het
wachtwoord (voor accountregistratie) hebt ingevoerd om het apparaat
te gebruiken.
19 Draaiknop [Helderheid] Met deze draaiknop kunt u de verlichting van het aanraakscherm in-
stellen.
20 Toets [Box] Druk op deze toets om de boxmodus te activeren.
Wanneer de boxmodus is ingeschakeld, gaat het lampje in de toets
[Box] groen branden. Raadpleeg ‘Handleiding – Mapbewerkingen’
voor meer informatie.
21 Toets [Fax/Scan] Druk op deze toets om de modus Fax/Scan te activeren.
Wanneer de modus Fax/Scan is ingeschakeld, brandt het lampje in de
toets [Fax/Scan] groen.
Raadpleeg ‘Handleiding – Netwerkscannerbewerkingen’ voor meer in-
formatie over scanfuncties.
22 Toets [Kopie] Druk op deze toets om de kopieermodus te activeren. (Het apparaat
staat standaard in de kopieermodus.) Wanneer de kopieermodus is in-
geschakeld, gaat het lampje in de toets [Kopie] groen branden.
Raadpleeg ‘Handleiding – Kopieerbewerkingen’ voor meer informatie.
Nr. Naam Beschrijving