Operation Manual
CS250/CS240/CS231 13-5
Appendix
13
Tekst invoeren
% Druk in het weergegeven toetsenbord op de toets met de gewenste letter.
– Als u hoofdletters of symbolen wilt invoeren, drukt u op [Versch.].
– U kunt ook het numerieke toetsenbord gebruiken voor het invoeren van cijfers.
De ingevoerde tekens worden weergegeven in het tekstvak.
2
Opmerking
Druk op [Annuleren] om terug te keren naar de instelling die geactiveerd was voordat het toetsenbord
werd weergegeven.
Druk op [C] (wissen) als u de ingevoerde tekst wilt wissen.
Sommige toetsen worden mogelijk niet weergegeven afhankelijk van de tekens die worden ingevoerd.
!
Detail
Als u een teken in de ingevoerde tekst wilt wijzigen, drukt u op of om de cursor te verplaatsen
naar het betreffende teken. Druk op [Verwdr.] en voer vervolgens het gewenste teken of cijfer in.
Lijst met beschikbare tekens
Type Tekens
Alfanumerieke tekens/symbo-
len