Operation Manual
2
Alvorens dit apparaat in gebruik te nemen
2-6 CS250/CS240/CS231
Schermen van de Fax-modus
Wanneer op de toets [Fax/Scan] op het bedieningspaneel wordt gedrukt, verschijnt het gelijknamige scherm.
De bestemming of functie die wordt weergegeven, wordt geselecteerd door licht met uw vinger op de op het
scherm weergegeven toets te drukken.
1
2 3 4 56
7
8
9
1011121314
16
15
Nr. Naam Beschrijving
1 Toets [Functie Controle] Geeft een lijst met geselecteerde bestemmingen links in het scherm
weer.
2 Toets [Opdr. lijst] Geeft links in het scherm een lijst weer van opdrachten die worden uit-
gevoerd en van opdrachten die wachten om te worden uitgevoerd.
3 Tabblad [Adresboek] Geeft een scherm weer, waarin een geregistreerd adres kan worden
geselecteerd. (pagina 3-13)
4 Vak voor berichtweergave Hier worden de apparaatstatus en gebruiksprocedures weergegeven
die op dat moment moeten worden uitgevoerd.
5 Tabblad [Directe invoer] Geeft een scherm weer waarin faxnummers en adressen rechtstreeks
kunnen worden ingevoerd. (pagina 3-17)
6 Tabblad [Opdr. historie] Geeft een scherm weer, waarin adressen uit het Opdrachtenlogboek
kunnen worden geselecteerd. (pagina 3-18)
7 Nr. van Bestem. (Aantal bestemmin-
gen)
Geeft het aantal bestemming weer dat is opgegeven.
8 Toets [Hoorn van haak] Druk op deze toets voor een handmatige verzending of ontvangst.
(pagina 3-31, pagina 4-5)
Wanneer op deze toets wordt gedrukt, hoort u de kiestoon door de
luidspreker.
9 Vak Instellingen In dit vak worden de adressen en functies ingesteld.
10 Toets [Comm. instelling] Hiermee wordt een menu weergegeven met instellingen voor de lijn,
voor transmissies die op een specifieke tijd moeten worden uitgevoerd
en voor communicatie in het algemeen. (pagina 7-6)
11 Toets [Origineel instellingen] Hiermee wordt een menu weergegeven met instellingen voor de origi-
nelen, zoals gemengde originelen en inbindpositie van het origineel.
(pagina 7-5)
12 Toets [Scaninstellingen] Hiermee wordt een menu weergegeven met instellingen voor de scan-
procedure, zoals afbeeldingskwaliteit en resolutie. (pagina 3-9,
pagina 7-3)
13 Resterend geheugen Hier wordt de resterende hoeveelheid geheugen tijdens gebruik weer-
gegeven.
14 Resterende toner Geeft de resterende hoeveelheid toner aan.
15 Linkervak Geeft de opdrachtenlijst en de adreslijst weer.
16 Vak voor adresweergave Hier wordt het opgegeven adres getoond.