Operation Manual
2
Alvorens dit apparaat in gebruik te nemen
2-8 CS250/CS240/CS231
2.4 Handige functie-instellingen
Nummers waarnaar vaak faxen worden gestuurd, kunnen worden opgeslagen in het Adresboek of in
groepsbestemmingen. Ook scaninstellingen voor faxverzendingen kunnen worden opgeslagen. Deze
gegevens kunnen dan met een druk op de geregistreerde toets worden binnengehaald.
Adressen in het Adresboek
- Adressen waarnaar vaak faxen worden gestuurd, kunnen worden opgeslagen in het Adresboek. Deze
adressen kunnen dan met een enkele druk op de geregistreerde toets worden binnengehaald.
Zie "Het adresboek registreren' op pagina 10-4 voor informatie over het invoeren opslaan van verkorte
bestemmingen.
Groepsbestemmingen
- Als vaak dezelfde fax naar meerdere bestemmingen wordt verzonden, kunt u hiervoor de opgeslagen
nummers in de adresboekbestemming groeperen en als groep opslaan. Zo kunt u dan met een enkele
druk op de groepsbestemmingstoets alle benodigde nummers binnenhalen.
Zie "Groepsbestemmingen registreren' op pagina 10-11 voor informatie over het opslaan van
groepsbestemmingen.
Programma-adressen
- Adressen waarnaar vaak faxen worden verzonden kunnen worden geregistreerd samen met de
gebruikte scaninstellingen. Deze instellingen worden als programma-adres geregistreerd. De
geregistreerde adressen en scaninstellingen kunnen dan met een enkele druk op de programmatoets
worden binnengehaald.
Raadpleeg "Programma-adressen registreren' op pagina 10-15 voor informatie over het opslaan van
programma-adressen.