Operation Manual

3
Een fax verzenden
3-26 CS250/CS240/CS231
3.8 Bewerkingen tijdens het scannen
Als het origineelformaat niet kan worden gedetecteerd
Als het origineelformaat niet kan worden gedetecteerd, verschijnt het scherm Scanformaat. Stel hier het
formaat van het origineel in.
1 Druk op de toets Origineelform. en druk dan op [OK].
2 Druk op [Sluit] en druk dan op [OK].
Het scherm Fax/Scan verschijnt.
3 Druk op de toets [Start].
De fax wordt verzonden.
Als er geheugenoverloop optreedt
Wanneer bij een geheugenverzending een origineel wordt gebruikt met veel pagina's, of een origineel met
veel gedetailleerde afbeeldingen, kan het geheugen door het grote volume gegevens vol raken.
Stel in dit geval het apparaat in op Snel geheugen TX om de fax te verzenden (Snel geheugen TX wordt via
de optie Communicatiemethode-instelling in het scherm Comm. instelling ingesteld).
!
Detail
Raadpleeg "Foutberichten' op pagina 5-5 voor de procedures die moeten worden uitgevoerd als het
geheugen vol raakt.
Raadpleeg "Snelle verzending uit geheugen gebruiken' op pagina 3-38 voor informatie over het
verzenden van een fax met Snel geheugen TX.
Auto-rotatie origineel
Als een orgineel van A4- of 8-1/2×11-formaat in de v-richting wordt geladen, wordt het automatisch gedraaid
en in de w-richting verzonden.
Als documentpagina's van A4- of 8-1/2×11-formaat in de v-richting worden geladen om te worden
verzonden met langere documentpagina's, worden de documentpagina's van A4- of 8-1/2×11-formaat
verzonden zonder te worden gedraaid in de w-richting.
In dit geval kan het origineel worden geroteerd en verzonden door het apparaat in te stellen op gemengde
origineelformaten.
Zie "Een origineel met meerdere pagina's van verschillende formaten verzenden (Gemengd origineel)' op
pagina 7-25.
2
Opmerking
Neem contact op met uw technische vertegenwoordiger als u niet wilt dat automatische rotatie wordt
uitgevoerd.