Operation Manual
CS250/CS240/CS231 3-31
Een fax verzenden
3
3.11 Een fax verzenden en de status van het apparaat van de ontvanger
controleren (handmatige verzending)
Met deze functie wordt tijdens de verzending van documenten de status van het ontvangende apparaat
gecontroleerd. Dit wordt een handmatige verzending genoemd.
Snel geheugen TX kan niet worden gebruikt met handmatige verzending.
1 Druk op de toets [Fax/Scan] om het scherm Fax/Scan weer te geven.
2 Plaats het origineel dat u wilt faxen.
– Zie "Het origineel plaatsen' op pagina 3-6 voor meer informatie over het plaatsen van originelen.
3 Geef de benodigde scaninstellingen op.
– Zie "Scaninstellingen opgeven' op pagina 3-9 of "Scaninstellingen' op pagina 7-3 voor meer
informatie over scaninstellingen.
4 Druk op [Hoorn van haak].
– Als [RX] is geselecteerd, drukt u op [Verzenden] om het apparaat in de verzendmodus te zetten.
– Als er een externe telefoon is aangesloten, kunt u door de hoorn van de haak te nemen het apparaat
in dezelfde stand zetten als wanneer op de toets [Hoorn van haak] wordt gedrukt.
5 De bestemmingen worden als volgt opgegeven.
– Geregistreerde adressen selecteren
– Opgeven via directe invoer
– Opgeven vanuit het opdrachtlogboek
– Selecteren uit programma-adressen
6 Druk op [Start] wanneer u herhaalde malen het geluid "pow...pow" hoort.
– Als op de toets [Start] wordt gedrukt, verschijnt het bevestigingsscherm "Hoorn van haak start".
Druk op [Ja] en vervolgens op [OK] om de verzending te starten.
De verzending wordt uitgevoerd.
Als u een externe telefoon gebruikt, kunt u nu de hoorn weer op de haak leggen.