Operation Manual
CS250/CS240/CS231 4-3
De parameters voor de functie Hulpprogramma opgeven
4
4 De parameters voor de functie Hulpprogramma opgeven
4.1 De instellingen kunnen worden opgegeven via de functie
Hulpprogramma
Via de functie Hulpprogramma kunt u verschillende basisinstellingen en geavanceerde parameters opgeven
voor het gebruik van deze machine. In dit hoofdstuk worden de procedures beschreven voor het instellen van
de parameters van de functie Hulpprogramma voor de scanfuncties en de schermen.
!
Detail
Raadpleeg "Netwerkinstellingen" op pagina 5-3 voor meer informatie over het opgeven van de
netwerkinstellingen.
De parameters voor de functie Hulpprogramma
De volgende parameters voor de functie Hulpprogramma worden in deze handleiding beschreven.
Andere verwante parameters
In deze handleiding zijn geen instelparameters voorzien. Sommige parameters kunnen echter wel de
scanfuncties en de netwerkverbinding beheren. Raadpleeg de overeenkomende beschrijving in de
handleiding – Kopieerbewerkingen voor meer details over deze parameters.
Web Connection
Web Connection is een gebruikersprogramma voor apparaatbeheer dat wordt ondersteund door de HTTP-
server die in het apparaat is geïntegreerd. Als u een webbrowser gebruikt op een computer die met het
netwerk is verbonden, kunt u de machine-instellingen via Web Connection opgeven.
Het opgeven van instellingen met het Hulpprogramma is handig omdat tekst gemakkelijk kan worden
ingevoerd via uw computer in plaats van via het bedieningspaneel van de machine.
Omdat sommige instellingen alleen kunnen worden opgegeven met Web Connection, moet u de handleiding
– Bewerkingen Web Connection raadplegen voor meer informatie.
Parameter Omschrijving Paginaverwijzing
Adres/gebruikers-
box
Instellingen opgeven voor scanbestem-
mingen. Bestemmingen kunnen worden
geregistreerd als programma's, groepen
of in het adresboek.
"Een adresboekbestemming registreren" op
pagina 4-8
"Een groepsbestemming registreren" op
pagina 4-18
"De e-mailinstellingen opgeven" op pagina 4-20
"Toegang tot de bestemmingen beperken" op
pagina 4-23
Gebruikers-
instelling
Geef de standaardinstellingen op voor het
scherm van de Fax/Scanfunctie en de in-
stellingen voor het opslaan van gegevens.
"Het scherm voor de Fax/scanfunctie aanpassen"
op pagina 4-26
"Scan/fax instellingen" op pagina 4-30
Beheerder-
instelling
Instellingen koptekst/voettekst
registreren.
"Kopteksten/voetteksten registreren" op
pagina 4-35
De geregistreerde bestemmingen, titels
en tekst kunnen worden afgedrukt als
lijsten.
"Geregistreerde bestemmingslijsten afdrukken"
op pagina 4-42
Geef de basisinstellingen op om de ma-
chine op het netwerk te gebruiken.
Raadpleeg "Netwerkinstellingen" op pagina 5-3
voor meer informatie.
Geef de nodige instellingen voor de sy-
steemconnectie op.
"Open API-instellingen" op pagina 4-48
Parameter Omschrijving Paginaverwijzing
Beheerder regi-
stratie
Scangegevens kunnen niet via e-mail
worden verzonden als het e-mailadres
van de beheerder niet is opgegeven.
"Beheerder registratie" in de handleiding – Kopi-
eerbewerkingen
Gebruikersauthen-
ticatie-instellingen
Als "Gebruikersregistratie" zo is ingesteld,
dat er geen scanbewerkingen zijn toege-
laten, kunnen de scanbewerkingen niet
worden uitgevoerd.
"Gebruikersauthenticatie-instellingen" in de
handleiding – Kopieerbewerkingen