Operation Manual

CS250/CS240/CS231 4-17
De parameters voor de functie Hulpprogramma opgeven
4
16 Druk op [Wachtwoord] en typ vervolgens het wachtwoord met behulp van het toetsenbord dat op het
scherm verschijnt.
17 Druk op [OK].
18 Geef, indien nodig, de instellingen op voor "anoniem", "PASV modus", "Proxy" en "Poortnummer".
Druk op de toets [C] (wissen) om de huidige waarde te wissen en gebruik vervolgens de cijfertoetsen
om het poortnummer op te geven.
Als een waarde buiten het toegelaten bereik is opgegeven, verschijnt het bericht "Invoerfout". Voer
een waarde binnen het toegelaten bereik in.
19 Druk op [OK].
De FTP-bestemming wordt geregistreerd.
!
Detail
Om een geregistreerde bestemming te controleren, selecteert u de bestemming en drukt u vervolgens
op [Opdrachtinstellingen controleren].
Om de instellingen voor een geregistreerde bestemming te wijzigen, selecteert u de bestemming en
drukt u vervolgens op [Bewerken]. Het registratienummer kan niet worden gewijzigd in het scherm
Bewerken.
Om een geregistreerde bestemming te verwijderen, selecteert u de bestemming en drukt u vervolgens
op [Verwdr.].
2
Opmerking
De registratie kan niet worden voltooid als er geen instellingen zijn opgegeven voor "Naam",
"Hostadres", "Bestandspad", "Gebr.-ID" en "Wachtwoord".
Om de registratie te annuleren, drukt u op [Annuleren].
Om het opgeven van instellingen in de functie Hulpprogramma te stoppen, drukt u op de toets
[Hulpprogramma]. Sluit anders de functie Hulpprogramma door in elk scherm te drukken op [Sluit] tot
het scherm voor de kopie-, fax/scan- of boxfunctie verschijnt.