Operation Manual

4
De parameters voor de functie Hulpprogramma opgeven
4-52 CS250/CS240/CS231
3 Druk op [Authenticatie] in het scherm Open API-instellingen.
Het scherm Authenticatie wordt weergegeven.
4 Druk op de knop voor de gewenste authenticatie-instelling.
Als "AAN" is geselecteerd, ga dan verder naar stap 5 om de aanmeldingsnaam en het wachtwoord
op te geven.
Als "UIT" is geselecteerd, ga dan verder met stap 9.
5 Druk op [Loginnaam].
6 Typ de aanmeldingsnaam (tot 8 tekens) en druk vervolgens op [OK].
Raadpleeg "Tekst invoeren" op pagina 7-4 voor meer informatie over het typen van tekst.
De aanmeldingsnaam is ingesteld.
7 Druk op [Wachtwoord].
8 Typ het wachtwoord (tot 8 tekens) en druk vervolgens op [OK].
Het wachtwoord is ingesteld.