Operation Manual

5
Netwerkinstellingen
5-6 CS250/CS240/CS231
4 Druk op [Netwerkinstelling], [TCP/IP-inst.], [DNS-domein] en geef vervolgens de instelling op voor het
volgende:
Standaard DNS-domeinnaam
5 Druk op [Netwerkinstelling], [TCP/IP-inst.], [DNS serverinstellingen] en geef vervolgens de instelling op
voor het volgende:
Voorkeur DNS server
Secundaire DNS-server 1
Secundaire DNS-server 2
Geef een DNS-server op dit gekoppeld is aan Active Directory.
6 Druk op [Beheerderinstelling], [Gebruikersauthenticatie/Gebruikersregistratie], [Externe
serverinstellingen] en geef vervolgens de instellingen op voor het volgende:
Een externe server registreren.
Geef de servernaam op.
Selecteer "Active Directory" als het servertype.