Operation Manual
5
Netwerkinstellingen
5-8 CS250/CS240/CS231
NTLM v1 en NTLM v2 gebruiken
Voordat u de bewerking uitvoert, moet u controleren of de volgende informatie beschikbaar is.
- Beheerderwachtwoord (vereist)
- Standaard domeinnaam (verplicht)
- Lijst van de gebruikers voor authenticatie (verplicht)
!
Detail
Gebruik geen """ of "+" in het wachtwoord voor de externe server. Neem contact op met de
netwerkbeheerder voor meer informatie over de gebruiksvoorwaarden van de externe server.
Als "Wachtwoordregels" is ingesteld op "Activeren", kan alleen een wachtwoord met 8 tekens worden
opgegeven. Raadpleeg de handleiding – Kopieerbewerkingen voor details over de wachtwoordregels.
2
Opmerking
NTLMv2 wordt toegepast vanaf Windows NT 4.0 (Service Pack 4).
1 Het scherm Beheerderinstelling weergeven.
– Raadpleeg "Het scherm Beheerderinstellingen weergeven" op pagina 4-6 voor meer informatie over
het weergeven van het scherm Beheerderinstelling.
2 Druk op [Beheerderinstelling], [Gebruikersauthenticatie/Gebruikersregistratie], [Externe
serverinstellingen] en geef vervolgens de instellingen op voor het volgende:
– Een externe server registreren.
– Geef de servernaam op.
– Selecteer "NTLM v1" of "NTLM v2" als het servertype.
– Geef de standaard domeinnaam op.
– Typ de standaard domeinnaam in hoofdletters.