Operation Manual
CS250/CS240/CS231 5-9
Netwerkinstellingen
5
3 Druk op [Beheerderinstelling], [Gebruikersauthenticatie/Gebruikersregistratie],
[Gebruikersauthenticatie] en geef vervolgens de instellingen op voor het volgende:
– Raadpleeg de handleiding – Kopieerbewerkingen voor meer informatie over het instellen van de
gebruikersauthenticatie en de gebruikersregistratie.
– Stel "Gebruikersauthenticatie" in op "External Server Authentication".
– Om de wijzigingen aan de instellingen te annuleren, drukt u op de naam van het menu-item in het
scherm Bladwijzer om terug te keren naar het geselecteerde scherm zonder de wijzigingen aan de
instellingen toe te passen.
Novell NDS gebruiken
Voordat u de bewerking uitvoert, moet u controleren of de volgende informatie beschikbaar is. De instellingen
kunnen worden opgegeven met Novell NDS Netware Server versie 4.0 of hoger.
- Beheerderwachtwoord (vereist)
- Standaard NDS tree naam (verplicht)
- Standaard NDS context naam (verplicht)
- Lijst van de gebruikers voor authenticatie (verplicht)
!
Detail
Gebruik geen """ of "+" in het wachtwoord voor de externe server. Neem contact op met de
netwerkbeheerder voor meer informatie over de gebruiksvoorwaarden van de externe server.
Als "Wachtwoordregels" is ingesteld op "Activeren", kan alleen een wachtwoord met 8 tekens worden
opgegeven. Raadpleeg de handleiding – Kopieerbewerkingen voor details over de wachtwoordregels.
NDS kan alleen worden gebruikt wanneer IPX wordt gebruikt als het protocol. NDS kan niet worden
gebruikt wanneer IP wordt gebruikt.
1 Het scherm Beheerderinstelling weergeven.
– Raadpleeg "Het scherm Beheerderinstellingen weergeven" op pagina 4-6 voor meer informatie over
het weergeven van het scherm Beheerderinstelling.
2 Druk op [Beheerderinstelling], [Gebruikersauthenticatie/Gebruikersregistratie], [Externe
serverinstellingen] en geef vervolgens de instellingen op voor het volgende:
– Een externe server registreren.
– Geef de servernaam op.
– Selecteer "NDS" als het servertype.