Operation Manual

CS250/CS240/CS231 5-11
Netwerkinstellingen
5
LDAP gebruiken
Voordat u de bewerking uitvoert, moet u controleren of de volgende informatie beschikbaar is.
- Beheerderwachtwoord (verplicht)
- LDAP-serveradres (verplicht)
- Zoekbasisinformatie (verplicht)
- Poortnummer (verplicht)
- Tijd time-out (verplicht)
- Authenticatiemethode (verplicht)
- Aanmeldingskenmerken (verplicht)
- Lijst van de gebruikers voor authenticatie (verplicht)
1 Het scherm Beheerderinstelling weergeven.
Raadpleeg "Het scherm Beheerderinstellingen weergeven" op pagina 4-6 voor meer informatie over
het weergeven van het scherm Beheerderinstelling.
2 Druk op [Beheerderinstelling], [Gebruikersauthenticatie/Gebruikersregistratie], [Externe
serverinstellingen] en geef vervolgens de instellingen op voor het volgende:
Een externe server registreren.
Geef de servernaam op.
Selecteer "LDAP" als het servertype.
Geef de details op voor de LDAP-server.